Soms vragen mensen hoe ik steeds op de hoogte blijf van nieuw onderzoek. Dan begin ik over RSS-feeds die ik volg en geef ik ook steevast de Best Evidence in Brief-nieuwsbrief als tip. Tweewekelijks krijg je dan 4-5 onderzoeken in je mailbox die recent gepubliceerd werden. De drijvende kracht achter die nieuwsbrief was Robert – […]
De Amerikaanse onderwijsauteur Alfie Kohn schreef in 2011 het stuk Teaching Strategies That Work! (Just Don’t Ask “Work to Do What?”). Na mijn serie posts over denken en kennis (deel 1, 2, 3, 4) en de publicatie van mijn boek De Denkende Klas, leek het me opportuun om die vraag maar weer eens te stellen. Ik heb delen van zijn stuk vertaald en aangevuld met overwegingen van anderen en mijzelf.
Ik realiseer me heel goed dat ik me voor de zoveelste keer op glad ijs begeef. Veel leraren zullen die vraag, “Werken voor wat?” overbodig vinden vanuit de vanzelfsprekende aanname dat we toch weten wat het doel van lesgeven is. Voor anderen is die vraag misschien ronduit verontrustend. Het is heel comfortabel om je werk te doen met de zekerheid dat wat je doet de goedkeuring heeft van de wetenschap. Alfie Kohn is dan een hinderlijke horzel, die ons lastigvalt met ondermijnende vragen.
Onze school (mavo, havo, vwo) is in beweging, met de invoering van een veertig minuten rooster dit schooljaar, voorgenomen flexuren naast de vaste lessen (met keuzemogelijkheden voor leerlingen) en coaching van leerlingen. Met deze veranderingen wordt vooral een versterking van eigenaarschap en zelfregulatie bij leerlingen beoogd, met betrekking tot hun leerproces.
Het zichtbaar -en bewust- maken van dat leerproces wordt daarbij gezien als belangrijk middel. Inzichten uit meta-analyses van John Hattie (2015) zijn hierbij leidend. Hiermee sluit onze school aan in een lange rij van scholen die een soortgelijke ontwikkeling doormaken.
Dit hele proces roept geregeld vragen en discussies op. In praktische zin, maar ook met betrekking tot de vraag welke visie op mens en onderwijs nou eigenlijk aan deze veranderingen ten grondslag ligt. Hoe maken we zorgvuldige keuzes? Ik schreef hierover een stuk voor onze school; deze bijdrage is een bewerking daarvan. Inspiratie daarbij komt vooral uit vier blogs die Piet van der Ploeg schreef over het thema eigenaarschap.

Hierbij wil ik iedereen bedanken die onze oproep om financieel bij te dragen grootmoedig heeft beantwoord. Heel veel dank. We kunnen weer een jaar verder. Wie nu nog op het punt staat een bijdrage te storten, wil ik vragen een jaartje te wachten. Allemaal een goed en gezond 2021 gewenst met veel mooie onderwijservaringen.

Op onze groepsblog verschenen eerder stukken die onderzoek uit 2014 instemmend aanhaalden, dat zou aantonen dat aantekeningen maken met de hand beter is dan met de laptop. Het is interessant hoe voortschrijdend inzicht in de wetenschap zulke stellige uitspraken in een ander daglicht kan stellen.
Ik voeg hierbij mijn vertaling van een blog van Rebecca Sullivan uit 2019, ‘Writing Notes By Hand Might Not Be Better than Typing’, gevolgd door een paar afsluitende opmerkingen van mijn hand. Het artikel dat zij bespreekt, is een studie van Morehead e.a. uit 2019.

Dit stuk verscheen eerder op de blog van René Kneyber. Zijn punt is dat je de ranglijst van Hattie niet als onderbouwing kunt inzetten.
Het boek Visible Learning van John Hattie verscheen in 2008, en is in Nederland verschenen als Leren zichtbaar maken. In dit boek vergelijkt hij onderzoek naar interventies in het onderwijs om zo te komen tot een ranglijst te komen van wat werkt en wat niet werkt. Anno 2020 is zijn aanpak zeer omstreden, en daarmee dus ook de harde conclusies die hij trekt. Dit besef lijkt in het Nederlands onderwijs nog niet voldoende ingedaald. Regelmatig kom ik op scholen waar Hattie nog als zoete koek geslikt wordt.
In deze blog som ik de grootste bezwaren op, en reflecteer ik op wat we wel en niet kunnen met dit boek.

Project DOEN (Digitale Oefenprogramma’s, En Nu?) houdt zich bezig met de vraag hoe leerkrachten leerlinggegevens (learning analytics) kunnen verzamelen en gebruiken om differentiatie te stimuleren. Het project is een samenwerking van 5 middelbare scholen en 3 onderzoeksinstellingen en is gefinancierd door het NRO. De kans van slagen van klein- of grootschalige vernieuwing (zoals het gebruik van learning analytics) binnen een school is sterk afhankelijk van de betrokkenheid van het docententeam, die de vernieuwing tenslotte tot stand moet brengen. Een manier om docentbetrokkenheid te stimuleren is door de vernieuwing (deels) te laten vormgeven door de docenten zelf. We spreken in dat geval van docentontwerpteams (DOTs). In dit korte artikel bieden we, op basis van ervaringen op de 5 deelnemende scholen, handvatten voor hoe je als school met een DOT aan de slag kunt gaan.

Jongens hebben minder gunstige schoolloopbanen en vrouwen minder gunstige beroepsloopbanen. Hun opleidings- en beroepskeuze verloopt volgens traditionele patronen en leidt tot typische mannen- en vrouwenberoepen. Dat constateert de Onderwijsraad in de Verkenning van sekseverschillen in het onderwijs. Het onderwijs heeft een taak om de verschillen in school- en beroepsloopbanen van jongens en meiden te verkleinen, maar kan dat niet alleen. Ook genderstereotiepe gedrag bij de overheid, op de arbeidsmarkt en in de bredere samenleving moet veranderen.
In het rapport dat de OESO schreef over de invloed van Corona op onderwijs stond een cijfer dat me behoorlijk deed duizelen. De schoolsluitingen in de VS zou op lange termijn de Amerikaanse economie tussen de 14 197 en 27 982 miljard kosten. De cijfers kwamen uit een nog te verschijnen paper van de bekende onderwijseconomen Hanusheck […]

Tijl Rood, directeur van basisschool de Verwondering, merkt het aan het teruglopend aantal bezoekjes van collega-professionals aan zijn school: vernieuwend onderwijs zit momenteel in de hoek waar de klappen vallen. Een lobby in de kolommen van NRC en Volkskrant is kennelijk goed aangeslagen. Waar ‘vernieuwers’ in de beeldvorming vijf jaar geleden de wind aardig nog meehadden, lijkt er nu opeens weinig van hun intenties te deugen.