Nu de leescrisis door de slechte Pisa-scores weer urgent is geworden verschijnen er dagelijks analyses en remedies in de krant. De meeste daarvan zijn een herhaling van zetten, en veel blijft onverklaard. Hoe komt het dat Nederland het zoveel slechter doet dan de meeste andere Europese landen? Zijn de leraarstekorten hier groter, hebben we hier […]

Leerlingen beoordelen behoort tot de kern van onze job. Een leerling wordt honderden keren per jaar geëvalueerd. We geven rapporten, we organiseren klassenraden of rapportvergaderingen, we evalueren formeel en informeel, en op het einde van het jaar beslist de klassenraad of een leerling mag overgaan naar het volgende jaar, of een diploma “verdient”. Enfin, oordelen en beoordelen is wat we doen. Daarbij praten we ook eindeloos over hoe we het doen, eventueel over hoe vaak we het doen, in het beste geval over waarom we het doen, maar dàt we doen, daar staan we nauwelijks bij stil. Nochtans zijn er kanttekeningen te plaatsen bij het mechanisme, de mogelijkheid, zelfs de wenselijkheid, van oordelen – kanttekeningen in een respectabele intellectuele traditie.

Iris Haentjens en Ruben De Baerdemaeker schrijven: In een vorige blogpost kondigden we een bescheiden experiment aan, waarbij we in enkele klassen een tijdlang geen punten meer zouden geven voor onze vakken, Engels en Frans. Hieronder kun je lezen hoe dat is afgelopen, vanuit het perspectief van de leerlingen, van ons als leraren – en hoe de buitenwereld er onverwacht heftig op reageerde.

Lezen is iets sociaals. Het brengt je in aanraking met de denkwereld van anderen, met hun ervaringen en hun fantasieën. Met eenzame denkers heeft dat alles weinig te maken, en scholen hebben dan ook de opdracht om teksten voor kinderen tot leven te wekken. Hoe krijg je het zover, dat kinderen van letters tussen twee kaften gaan houden, dat ze een smaak voor teksten ontwikkelen? Docenten hebben daar van alles en nog wat op verzonnen. Ze lezen voor, ze laten kinderen voorlezen, ze praten met hen over boeken, ze  brengen hen in aanraking met mensen die thuis zijn in de boekenwereld.

In het boekje ‘Lezen is iets tussen mensen’ beschrijft Rineke van Daalen scènes in drie, sterk verschillende, schoolbibliotheken. Het is een krachtig pleidooi voor mediatheken en schoolbibliotheken, die een sleutelrol spelen om kinderen leesplezier bij te brengen.

Er is de laatste tijd enig rumoer over een mogelijk wettelijk verbod van mobieltjes op scholen. De voorstanders van zo’n verbod beroepen zich op de wetenschap die zou hebben aangetoond dat het gebruik van mobiele telefoons schadelijk is voor het leerproces. Zo schreef de Financial Times: “Smartphones and social media are destroying children’s mental health; evidence of the catastrophic effects of increased screen-time is now overwhelming.” Zulke alarmerende uitspraken vragen erom kritisch te worden getoetst.

Dan blijkt dat de aanwijzingen voor ‘catastrofale effecten’ lang niet zo overweldigend zijn als voorstanders van een wettelijk verbod suggereren. Het zijn vaak de oudere leraren (en onderzoekers?) die moeite hebben met ICT-gebruik (inclusief smartphones) in de klas. Wanneer we naar individuele jongeren kijken, blijkt maar een kleine groep schadelijke effecten te ondervinden. Daarbij is de vraag of dat wordt veroorzaakt door mobieltjesgebruik of dat er al eerder sprake was van depressie of andere psychische klachten. Het is bovendien verstandig te overwegen dat als we mobieltjes in scholen verbieden, we de nieuwe generatie niet kunnen leren hoe ze er verantwoordelijk mee omgaan.

Begin 2023 verscheen Vier wegen naar motivatie van Dirk van der Wulp en Sandra Elzinga. Het is een werkboek bij Dirks boekje Motiveren is te leren dat in 2018 bij SWP verscheen. Dit werkboek is een praktische uitwerking van de zelfdeterminatietheorie van Ryan en Deci, waarmee de lezer direct aan de slag kan. Het is gebaseerd op jarenlange ervaring van de auteurs met de begeleiding van leerlingen en training van docenten.

Een blog van Iris Haentjens en Ruben De Baerdemaeker over cijfers geven. “Wij zijn collega-taalleerkrachten: Iris geeft Frans en Ruben geeft Engels, Duits en Nederlands.”

Meer dan honderd jaar geleden werden al kritische kanttekeningen geplaatst bij de idee dat de beoordeling van academische prestaties het best kan worden uitgedrukt in een cijfer of letter. Die idee wordt toegeschreven aan ene William Farish, een chemicus in Cambridge die in 1792 de eerste zou zijn geweest om studenten bij een examen een score toe te kennen. Of de oorsprong van de cijfercultuur echt zo precies kan worden getraceerd, is twijfelachtig, maar dat “grades” – cijfers of letters – ontsproten uit de industriële revolutie en samen met het geïnstitutionaliseerde onderwijs de wereld veroverden, is wel plausibel: scores maken grotere groepen leerlingen beheersbaar, en maken een vlotte administratieve verwerking ervan mogelijk.

De ontwikkeling van AI schrijfassistenten biedt leerlingen een nieuwe mogelijkheid fraude te plegen bij het maken van werkstukken en het schrijven van essays. Die zouden we dan ook moeten verbieden.
Of is het juist een mogelijkheid die we moeten verwelkomen? We kunnen deze nieuwe ontwikkeling ook gebruiken om kinderen te leren inhoudelijk en stilistisch beter en creatiever te schrijven, waarbij we minder aandacht hoeven te besteden aan spelling en interpunctie. Ook nu al kunnen onze leerlingen spellingcontrole gebruiken of schrijven in Word of Google Docs, dat hun fouten corrigeert en synoniemen suggereert.
Dus, wat gaat het worden? Verbieden en zoveel mogelijk tegenwerken, of AI schrijfhulpen accepteren als een mogelijkheid kinderen te laten nadenken over de kwaliteit en de inhoud van hun schrijfwerk? En als één van de hulpmiddelen bij wereldgericht onderwijs. Een uitdagende denkopdracht voor leerkrachten en docenten.

Een tijd geleden las ik met een groep schoolleiders het boek ‘Wereldgericht onderwijs’ van Gert Biesta. In dat boek gaat Biesta nog eens terug naar zijn begrip ‘subjectificatie’ (ook wel met persoonsvorming aangeduid). Het is een sleutelbegrip in zijn werk, en tegelijk een van de lastigste om goed te doorgronden. Hij zet het begrip in […]

Een tijd geleden las ik met een groep schoolleiders het boek ‘Wereldgericht onderwijs’ van Gert Biesta. In dat boek gaat Biesta nog eens terug naar zijn begrip ‘subjectificatie’ (ook wel met persoonsvorming aangeduid). Het is een sleutelbegrip in zijn werk, en tegelijk een van de lastigste om goed te doorgronden. Hij zet het begrip in […]