Iris Haentjens en Ruben De Baerdemaeker schrijven: In een vorige blogpost kondigden we een bescheiden experiment aan, waarbij we in enkele klassen een tijdlang geen punten meer zouden geven voor onze vakken, Engels en Frans. Hieronder kun je lezen hoe dat is afgelopen, vanuit het perspectief van de leerlingen, van ons als leraren – en hoe de buitenwereld er onverwacht heftig op reageerde.

Begin 2023 verscheen Vier wegen naar motivatie van Dirk van der Wulp en Sandra Elzinga. Het is een werkboek bij Dirks boekje Motiveren is te leren dat in 2018 bij SWP verscheen. Dit werkboek is een praktische uitwerking van de zelfdeterminatietheorie van Ryan en Deci, waarmee de lezer direct aan de slag kan. Het is gebaseerd op jarenlange ervaring van de auteurs met de begeleiding van leerlingen en training van docenten.

De ontwikkeling van AI schrijfassistenten biedt leerlingen een nieuwe mogelijkheid fraude te plegen bij het maken van werkstukken en het schrijven van essays. Die zouden we dan ook moeten verbieden.
Of is het juist een mogelijkheid die we moeten verwelkomen? We kunnen deze nieuwe ontwikkeling ook gebruiken om kinderen te leren inhoudelijk en stilistisch beter en creatiever te schrijven, waarbij we minder aandacht hoeven te besteden aan spelling en interpunctie. Ook nu al kunnen onze leerlingen spellingcontrole gebruiken of schrijven in Word of Google Docs, dat hun fouten corrigeert en synoniemen suggereert.
Dus, wat gaat het worden? Verbieden en zoveel mogelijk tegenwerken, of AI schrijfhulpen accepteren als een mogelijkheid kinderen te laten nadenken over de kwaliteit en de inhoud van hun schrijfwerk? En als één van de hulpmiddelen bij wereldgericht onderwijs. Een uitdagende denkopdracht voor leerkrachten en docenten.

Herblogd van Kris Van den Brandens blog Duurzaam Onderwijs. Er is een nieuwe versie van het onderzoeksgebaseerde Framework for Teaching van de Danielson Group op komst. Op basis van onderzoek naar de relatie tussen onderwijs en leren bakende deze onderzoeksgroep een 70-tal kenmerken van effectief leraargedrag af (voor een preview van de nieuwe versie, zie […]

Op deze plaats verschijnen geregeld verslagen en samenvattingen van wetenschappelijk onderzoek dat tot doel heeft leraren te helpen hun onderwijs effectiever te maken. De wetenschap die zich daarmee bezig houdt wordt cognitiewetenschap genoemd. Over wat we onder effectief onderwijs moeten verstaan, is hier ook een levendige discussie opgebloeid. Veel van de stukken op deze groepsblog gaan over onderzoeken die onder gecontroleerde (‘laboratorium’-) omstandigheden worden uitgevoerd. Daarbij kun je de vraag stellen in hoeverre die onderzoeken – hoeveel we daarvan ook kunnen leren – werkelijk bijdragen aan de praktijk van leraren. In dit stuk bespreek ik kakelvers onderzoek dat precies die vraag stelt.

Ik las vanochtend in Dagblad De Limburger het volgende over SVOPL-scholen in Parkstad, Limburg: “…’s morgens als de schoonmaakdienst aanwezig is en ’s avonds als ze opnieuw aan het werk zijn, dan staan alle ramen tegen elkaar open. Ook tussendoor kan er nog gespuid worden. Op verzoek van docenten zijn bovendien CO2-meters aangeschaft om de […]

iPabo-lector Annerieke Boland opende in november de jaarlijkse Jenaplanconferentie met haar keynote over de wereldverkenningen van het jonge kind. Die vroege stappen in de wereld – van het ontdekken van je schaduw tot het samen bedenken van spelregels – zet een kind al spelend. Anneriekes boodschap: maak van een kleuter niet te vroeg een schoolkind: ‘Er is niks mis met kijken naar taal en rekenen, maar dat zit allemaal al ín het spel van jonge kinderen. Als je goed kijkt naar hun spel, zie je dat dáár het leren gebeurt.’

Nadat ik in de eerste twee afleveringen van deze reeks vragen heb onderzocht over kennis en leren, is in deze derde aflevering de beurt aan denken. Wat is denken? Waarom denken mensen? Waarom moeten we jonge mensen leren denken? Is het niet voldoende dat jonge mensen op school kennis opdoen?

In deze serie stukken onderzoek ik vooronderstellingen over kennis, leren en denken waarop de overtuiging is gebaseerd dat kinderen pas kunnen denken (en vragen stellen) als ze voldoende kennis hebben; als ze voldoende hebben geleerd. Aflevering 1 ging over kennis. In deze aflevering bevraag ik ideeën over leren, niet vanuit een leerpsychologisch perspectief maar vanuit mijn perspectief als leraar.

Er bestaat een misverstand over denken en kennis. In gesprekken met leraren en onderzoekers hoor ik zeggen dat we jonge mensen pas kunnen laten denken wanneer ze voldoende kennis hebben opgedaan. Daar zit een kern van waarheid in, maar een andere dan wordt bedoeld. Achter deze redenering zitten vooronderstellingen over kennis, leren en denken die de moeite waard zijn om te onderzoeken.