Wouter Pols gaat in vogelvlucht door de geschiedenis van de pedagogiek, die de laatste tijd weer voorzichtig terugkomt in het onderwijs. Pedagogiek heeft jaren in de verdrukking gezeten tussen het geweld van ‘evidence-based’ en resultaatgericht onderwijs in een cultuur van meetbaarheid en afrekening (Lees ‘Het Alternatief’ van René Kneyber en Jelmer Evers). Langzaam zien we weer een weg terug naar de centrale plaats die pedagogiek in het onderwijs en onderwijsonderzoek verdient.

Sociaalwetenschappelijk studies hebben een probleem met repliceerbaarheid, bleek in 2018. Dat zou heel goed ook voor pedagogiek kunnen gelden. Het is echter de vraag of de pedagogiek een ‘normale’ sociale wetenschap is. Haar object is een praktijk: de praktijk van opvoeding en onderwijs. Zolang de pedagogiek bestaat – en dat is al meer dan tweehonderd jaar – wordt de hierboven genoemde kwestie besproken als het theorie-praktijkprobleem. Het is de vraag of dat een probleem is voor de praktijk van het onderwijs.

Onderwijswetenschappers doen vaak of ze de wijsheid in pacht hebben. Dat hebben ze ook, maar het is een gelimiteerde wijsheid. De onderwijspraktijk is namelijk niet geconstrueerd en gearrangeerd volgens de conceptuele kaders van de wetenschap. Het alternatief is de pedagogiek. De pedagogiek heeft namelijk meer oog voor de complexiteit van de praktijk dan de onderwijswetenschappen. De pedagogiek gaat niet alleen over het ‘hoe’ (zoals voornamelijk de onderwijswetenschappen), maar ook altijd over het ‘wat’ en ‘waartoe’.

Met de onderwijswetenschappen is niets aan de hand. Onderwijswetenschappers hebben net als andere wetenschappers onderzoeksvragen, ontwerpen op grond van hypothesen onderzoeksopzetten, verzamelen en analyseren gegevens en trekken er vervolgens conclusie uit. Science as usual. Niets mee aan de hand. Maar het object van de onderwijswetenschappen, daar is wel wat mee aan de hand. Het object […]

In een veel geciteerd artikel typeren de Noord-Amerikaanse (emeritus) Harvard- en Stanfordhoogleraren Howard Gardner en Lee Shulman (2005, p. 14) professionaliteit aan de hand van zes kenmerken. Een professional beschikt over (1) een richtinggevend ideaal met betrekking tot de doelgroep en de samenleving, (2) een voor het beroep specifieke kennisbasis, (3) een set van voor […]

Voor beleidsmakers zijn leraren kenniswerkers: de kwaliteit van de leraar wordt volgens hen bepaald door de aard van de (wetenschappelijke) kennis die ze toepassen. Dat is een misvatting. Leraren passen geen kennis toe. De kwaliteit van leraren wordt niet door toe te passen kennis bepaald, maar door de wijze waarop ze zich vanuit hun pedagogische […]