
Graag deel ik met jullie een inspirerend Kleutergewijsbericht van collega-lerarenopleider Bob De Clercq (UCLL-hogeschool). Bob schrijft over zijn onderzoek. Prikkelend, ook voor leraren van oudere kinderen.
Net voor de coronacrisis in maart 2020 schreef ik een blogbericht over de Kindergartenbioblitz (De Clercq, 2020). Met zo’n kinderbioblitz vertrek je vanuit de spontane ideeën, voorspellingen en vragen van kleuters om in de nabije omgeving aan natuuronderzoek te doen. De kleuters voorspellen op basis van hun voorkennis zelf wat ze zullen tegenkomen in het stukje natuur dat ze gaan verkennen en hun spontane vragen bij hun waarnemingen, geven richting aan wat ze de volgende dagen verder onderzoeken. Daarom is de Kindergartenbioblitz een mooie werkwijze om de agency van jonge kinderen in onderzoekend leren te stimuleren. En daarover ga ik het in dit blogbericht hebben.
Vooraleer je verder leest, is het interessant om voor jezelf op te schrijven wat je weet over onderzoekend leren. Waaraan denk jij? Wat betekent dit voor jou? Hoe zet jij in op onderzoekend leren bij jonge kinderen?
Onderzoekend leren
Onderzoekend leren is een proces dat vertrekt vanuit een vraag, waarbij kleuters zelf op zoek gaan naar antwoorden of oplossingen. Kinderen bouwen vanuit hun onderzoekend handelen zelf kennis op (De Groof et al., 2012).
In zo’n onderzoeksproces bouwen kinderen niet alleen kennis op, ze oefenen meteen ook verschillende onderzoeksvaardigheden. In de kinderbioblitz helpen de voorspellingen vóór de uitstap de kleuters om ter plekke natuurelementen op te merken, zowel elementen die ze al voorspelden, als elementen die ze niet voorzien hadden. Onderzoeksmaterialen zoals vergrootglazen, spiegeltjes die je onder planten kan houden om te kijken hoe de dingen eruit zien vanuit een ander perspectief, een kindermicroscoop om microscopisch kleine structuren waar te nemen, natte doekjes of penselen om de structuur en kleurpatronen in stenen scherper te zien, … helpen hen om nauwkeurig waar te nemen. Ook de uitnodiging om hun waarnemingen vast te leggen met foto’s, stukjes video of door het tekenen van hun observaties, zet aan tot bewust waarnemen en registreren.

Brainstorm 3e kleuterklas, Sint Norbertus Heverlee (maart 2020)
Agency in onderzoekend leren
Vertrekken vanuit hun nieuwsgierigheid en verwondering versterkt het gevoel van agency bij kleuters. Elk kind heeft vanuit zijn eigen sociaal-culturele context al eigen weetjes en ideeën. Die bepalen de theorieën en vragen die in de kinderbioblitz aan bod zullen komen (Wabisabi Learning, 2021). Net omdat hun eigen waarnemingen en vragen het verdere verloop van de kinderbioblitz bepalen, krijgen kinderen eigenaarschap in het proces. Ze beslissen zelf op welke vragen ze antwoorden willen zoeken en hoe of waar ze dat kunnen doen. Daardoor zijn ze meer betrokken in het proces van informatie zoeken en ontdekkingen verder verkennen. Als kleuteronderwijzer kunnen we dat hele onderzoeksproces ondersteunen door, naast onderzoeksmaterialen, ook denkroutines aan te bieden.
Denkroutines in onderzoekend leren
Binnen onderzoeksvaardigheden komen heel wat denkvaardigheden aan bod. Kinderen leren voorspellingen maken, nauwkeurig waarnemen, vergelijken, verbanden leggen, vragen stellen en redeneringen maken.
Het zijn precies die denkvaardigheden die ons vorig schooljaar aanzetten tot een vervolgonderzoek op ons werk rond de Kindergartenbioblitz. Samen met studenten gingen we op zoek naar ondersteunende denkroutines binnen het proces van een kinderbioblitz. Denkroutines zijn vaste combinaties van kernvragen die je kan inzetten om het denken van kinderen te versterken. Door die routines regelmatig in te zetten en te verwoorden naar kinderen, kunnen ze die bewust gaan inzetten. Routines die je regelmatig inzet, worden gewoontes, en goede denkgewoontes ontwikkelen helpt kinderen ook later om hun vragen en verwondering in te zetten om te blijven leren. In het vervolgproject zochten we denkroutines die het onderzoekend leren en denken van jonge kinderen versterken.
Tijdens hun onderzoekstage probeerden de studenten enkele denkroutines uit als ondersteuning van het onderzoekend leren van 5-6-jarige kleuters. Hun ervaringen wijzen erop dat de volgende denkroutines haalbaar en zinvol zijn als versterking van het onderzoekend handelen van de oudste kleuters:
- Circle of viewpoints
Een denkroutine die kinderen helpt om meerdere gezichtsvelden te zien én te herkennen. Zo kunnen kinderen bijvoorbeeld vanuit de personages een verhaal reconstrueren. Wat heeft de wolf binnen het sprookje van Roodkapje beleeft? Hoe heeft Roodkapje zich gevoeld tijdens de confrontatie met de wolf? De kinderen leren een specifiek gezichtsveld verkennen, en begrijpen dat verschillende personen anders denken over hetzelfde onderwerp.
- I used to think … Now I think
Wanneer kinderen een proces, zoals bijvoorbeeld de Kindergartenbioblitz, hebben doorlopen, bevordert deze denkroutine het redeneringsvermogen. Het helpt om na te denken hoe hun denken over een onderwerp of een probleem doorheen de tijd is veranderd.
Bijvoorbeeld: Vooraf heb je met de kinderen gebrainstormd over hoe een spin een web maakt. Je verkent met hen een aantal ideeën. Vervolgens kijk je met hen naar een filmpje. In het filmpje zien ze een spin stapsgewijs een web maken. Na dit filmpje leg je de voorkennis van de kinderen (I USED TO THINK) naast de nieuwe inzichten vanuit het filmpje (NOW I THINK).
- See – Think – Wonder
Deze denkroutine werd als de meest haalbare aangekaart bij de oudste kleuters. Het is een routine die kleuters aanmoedigt om vanuit nauwkeurige waarnemingen doordachte interpretaties te maken. Vanuit die interpretaties komen de kinderen tot vragen die de moeite zijn om te gaan verkennen.
In het begin vraag je aan de kinderen wat ze waarnemen op bijvoorbeeld een afbeelding (SEE). Hierbij focus je op concrete waarnemingen en observaties. Wat zie je? Wat merk je op? Vervolgens vraag je wat de kinderen denken dat er op de afbeelding gebeurt (THINK). Waarom denk je dat? Wat zie je waardoor je dat denkt? Tenslotte ga je met de kinderen, op basis van hun observaties en interpretaties, op zoek naar vragen (WONDER). Waarnaar ben je nieuwsgierig? Welke vragen heb je nu?

En wat nu? Wij zetten ons onderzoek verder rond deze denkroutines en anderen die veelbelovend lijken. We zullen onderzoeken hoe die kunnen worden ingepast in verschillende activiteiten in de klas. Op deze manier willen we het onderzoekend leren van jonge kinderen betekenisvol verdiepen. Onze nieuwsgierigheid naar wat dat verder nog zal opleveren, zorgt dit jaar sowieso voor een boeiend vervolgonderzoek.
Nu is het terug aan jou! Hoe is jouw denken over onderzoekend leren veranderd na het lezen van dit blogbericht? En voor je het zelf beseft, heb je net zelf je eerste denkroutine uitgevoerd…
Gastblogger: Bob De Clercq (Lector en onderzoeker in de opleiding Bachelor in het Kleuteronderwijs UCLL te Leuven)
Referenties
De Clercq, B. (2020). Kindergartenbioblitz? Kinder wat? Kleutergewijs.
Stroobants, H. (2017). Agency: Stem, keuze, en eigenaarschap. Kleutergewijs.
Brouwer, N., Oosterheert, I. & Velthorst, Gerdo. (2011). Onderzoekend leren: de nieuwsgierigheid voorbij. Tijdschrift Voor Lerarenopleiders. 32 (2011)3 ; p. 32-38
De Groof, J., Donche, V., & Van Petegem, P. (2012). Onderzoekend leren stimuleren: effecten, maatregelen en principes. Leuven : Acco.
Wabisabi Learning. Why inquiry-based learning in kindergarten makes sense. Geraadpleegd op 6 oktober 2021 (Why Inquiry-Based Learning in Kindergarten Makes Sense – Wabisabi Learning).
Thinking Pathways. Geraadpleegd op 6 oktober 2021 (THINKING PATHWAYS – Home (weebly.com)).
Harvard Graduate School of Education. Project Zero’s Thinking Routine Toolbox. Geraadpleegd op 6 oktober 2021 (PZ’s Thinking Routines Toolbox | Project Zero (harvard.edu)).