Nu de leescrisis door de slechte Pisa-scores weer urgent is geworden verschijnen er dagelijks analyses en remedies in de krant. De meeste daarvan zijn een herhaling van zetten, en veel blijft onverklaard. Hoe komt het dat Nederland het zoveel slechter doet dan de meeste andere Europese landen? Zijn de leraarstekorten hier groter, hebben we hier specifieke leesmethoden ontwikkeld die kinderen afremmen bij het lezen? Hebben Nederlandse kinderen minder feitenkennis, en hoe komt dat dan? Waar komt die neerwaartse knik in 2018 vandaan, toen Covid nog lang niet in zicht was?

Net als ik laat Paulien Cornelisse deze vragen onbeantwoord, maar in haar column op de voorpagina van de Volkskrant van 7 december 2023 introduceert ze een nieuwe lees-slogan: ‘Als je leest ben je eindelijkd alleen’. Het is een variant op een eerdere slogan: ‘Als je leest ben je nooit alleen’. Cornelisse ziet lezen als iets waar je niemand voor nodig hebt. Lezen is iets voor jezelf en daarin ligt het onderscheid met sociale media. Lezen hoef je nu eens niet met anderen te delen, en dat vindt Paulien Cornelisse aan lezen zo aantrekkelijk.

Lezen is iets tussen mensen

Ik ben dat met haar eens, maar in Lezen is iets tussen mensen heb ik me juist tegen de eenzame lezer en denker verzet. Mijn stelling is: Plezier in lezen ontwikkel je samen met anderen. Cornelisse heeft gelijk als ze het heeft over kinderen en jongeren die al van lezen houden. Als je eenmaal zo ver bent, kan je overal lezen, kan je je terugtrekken in een boek, je kunt alle boeken kiezen die je wilt, je kunt ermee doen wat je wilt, je kunt ze van a tot z lezen, of hier en daar een hoofdstuk, je kunt ze een paar keer lezen of verveeld wegleggen. Maar kinderen moeten al iets in lezen zien om zich alleen op een boek te concentreren.

Paulien Cornelisse slaat een fase over, en juist die fase is essentieel om opgroeiende kinderen aan het lezen te krijgen. Ik onderzocht wat scholen aan lezen doen, wat er wel en niet lukte, en mijn conclusie was dat kinderen plezier in lezen gaandeweg ontwikkelen en dat ze dat ontdekkingsproces samen met anderen doorlopen. Leerkrachten en bibliothecarissen kunnen daar een belangrijke rol in vervullen. Ze kunnen samen boeken lezen, ze kunnen voorlezen, of met de kinderen prentenboeken bekijken. Ze kunnen kinderen helpen bij het vinden van een boek over een onderwerp waarin ze geïnteresseerd zijn. Ze kunnen met kinderen over boeken praten.en ze kunnen zo’n bespreking op allerlei manieren vorm geven, aangepast aan de kinderen om wie het gaat. Leren lezen en plezier krijgen in lezen is niet iets van eenzame denkers, maar is iets sociaals. Leerkrachten kunnen daar in hun lessen gebruik van maken en ze kunnen experimenteren met verschillende sociale leesvormen.

Juist in de vroege fase van het leesplezier hebben kinderen anderen nodig. In gesprekken kunnen ze ontdekken dat boeken onderdeel zijn van het sociale en culturele leven waarvan ook zij deel uitmaken. Vertrouwde ‘boekenzoekers’ kunnen hen daarbij helpen, en zo leren ze dat ook de wereld van jonge mensen met teksten beter is te begrijpen. Maar als ze eenmaal de smaak van lezen te pakken hebben gekregen, dan gaat de slogan van Cornelisse wel op: ‘Als je leest, ben je eindelijk alleen’, met alle voordelen van dien. Lezen geeft een vrijheid die lessen en sociale media niet te bieden hebben, en school-bibliotheken kunnen voor kinderen bij uitstek als vrijplaatsen fungeren. Daar in de marge van de school kunnen ze een liefde voor boeken ontdekken en hun eigen boekensmaak ontwikkelen.


Rineke van Daalen, Lezen is iets tussen mensen. Een pleidooi voor de schoolbibliotheek.
Je kunt het boek hier downloaden: https://rinekevandaalen.nl/2023/03/13/lezen-is-iets-tussen-mensen/

4.7 3 votes
Article Rating

I am a sociologist, who worked at the Department of Sociology of the University of Amsterdam. My field of interest is broad: children and how they develop by playing, learning and working; the middle classes and their work; changes in the model of home birth in the Netherlands; letters of complaint to government instititutions in relation to the welfare state; informal lunches as a collective arrangement at Dutch primary schools. My theoretical approach is a combination of interaction reserarch and figurational sociology. I work in the tradition of Norbert Elias, Johan Goudsblom, Abram de Swaan, Erving Goffman. My site: rinekevandaalen.nl. For some of my publications see: https://uva.academia.edu/rinekevandaalen

Abonneren
Abonneren op
guest

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

4 Reacties
nieuwste
oudste meest gestemd
Inline Feedbacks
View all comments

About Rineke van Daalen

I am a sociologist, who worked at the Department of Sociology of the University of Amsterdam. My field of interest is broad: children and how they develop by playing, learning and working; the middle classes and their work; changes in the model of home birth in the Netherlands; letters of complaint to government instititutions in relation to the welfare state; informal lunches as a collective arrangement at Dutch primary schools. My theoretical approach is a combination of interaction reserarch and figurational sociology. I work in the tradition of Norbert Elias, Johan Goudsblom, Abram de Swaan, Erving Goffman. My site: rinekevandaalen.nl. For some of my publications see: https://uva.academia.edu/rinekevandaalen

Category

onderwijs, praktijk, taal

Tags

,