Rineke van Daalen

Een van mijn vaste thema’s is de relatie tussen theorie en praktijk. In mijn onderzoek naar het vmbo, maar ook in mijn loopbaan als sociologiedocent aan de Universiteit van Amsterdam. Bij het moederen, en later grootmoederen, kwam het vooral naar boven als opluchting over de combinatie van praktisch en theoretisch in de weer zijn. Gelukkig kon ik kinderen en werk afwisselen, en hoefde ik niet de hele dag achter een bureau te zitten of in een bedompt zaaltje. In de studie Sociologie bestond destijds het vak Sociologisch schrijven. Dat was een stap voorwaarts, het was meer dan lezen, maar ik vond het niet genoeg. Sociologisch denken kwam ik er ook bij kijken, waarnemen, verbeeldingskracht, gebruik van de ideeën van anderen – het hoorde er allemaal bij. De ondertitel van Tricks of the Trade van Howard Becker (1998), een van mijn lievelingsboeken, luidt: How to Think about Your Research While You’re Doing It. Dat geeft precies aan wat ik bedoel. Het is een manier van sociologie bedrijven waarin de vakken Sociologische Theorie en Methoden en Technieken met elkaar in verbinding staan. Sociologie als ambacht, dat probeerden we onze studenten te onderwijzen, en veel wat we wilden vind ik terug in De denkende klas van Dick van der Wateren, een vervolg op zijn eerdere Verwondering (2016).

Van der Wateren probeert met zijn boek leven in het onderwijs te brengen, de nieuwsgierigheid terug te brengen, die veel kinderen op school verloren hebben. Zijn eigen vak is de natuurkunde en ik zou daarin graag les van hem hebben gehad. Mijn natuurkundeleraar van meer dan een halve eeuw geleden is het nooit gelukt mij wakker te houden, maar Van der Waterens stukje over de ontwikkeling van kennis over de zwaartekracht vond ik, nu in ieder geval, veelbelovend. Net als het onderzoek naar muggen die een botsing met een regendruppel overleven.

Hoe krijg je kinderen tot diepe vormen van denken, hoe stimuleer je hun verwondering, hoe maak je actieve, zelfstandige denkers van hen? Het zijn belangrijke vragen die de afgelopen tijd door sociale media, complottheorieën, nepnieuws nog belangrijker zijn geworden. Het onderwijs zou tot doel moeten hebben om jonge mensen toe te rusten voor deelname aan een democratische samenleving. Met zijn ideeën sluit Van der Wateren aan bij een pedagoog als Maria Montessori, maar ook bij een politieke denker als Martin Luther King en bij de cellist Pablo Casals. Het gaat om het streven naar waarheid, goedheid en schoonheid (21). Van der Wateren is steeds op zoek naar het leggen van verbindingen tussen de vragen van jongeren en de wereld waarin ze leven.

De denkende klas is een royaal boek. Het combineert ideeën over goed onderwijs met praktische oefeningen en verdiepende suggesties ter inspiratie. Het sluit direct aan bij de kwesties die op dit moment een rol spelen. Het geheel is de weerslag van een lange loopbaan voor de klas, van een docent die steeds verwonderd is gebleven en die zich heeft gevoed met alles wat hij gaandeweg aan expertise tegenkwam. De oefeningen zijn niet alleen op school bruikbaar, maar ook in alledaagse situaties daarbuiten. ‘Hoe was het op school?’ ‘O, gewoon’, en het kind gaat over tot de orde van de dag. Zie dan als geïnteresseerde nog maar eens verder te komen. Van der Wateren laat zien, dat je je kunt oefenen in dit soort gesprekken, door vanzelfsprekendheden niet vanzelfsprekend te vinden en door te vragen op de begrippen die de kinderen gebruiken.

Wat gaat er met De denkende klas gebeuren? Ik heb geen idee, hoeveel leraren zich erdoor aangesproken voelen. Daarvoor ben ik te veel een buitenstaander in het onderwijs. Als ik het boek lees, vind ik het jammer dat ik geen les meer geef en krijg ik zin om met de oefeningen en adviezen aan de slag te gaan. Maar hoe ligt dat voor docenten die les geven in het keurslijf van het hedendaagse onderwijs? Van der Wateren vertelt over zijn eigen ervaringen in de klas. Over de weerstand bij leerlingen: ‘Een leraar moet toch weten wat het is. Vertel het ons dan’ (159). En over de zorgen bij ouders en schoolleiding, die bang waren dat de leerlingen in de denkende klas onvoldoende zouden leren (158).

Het boek lijkt mij veel aanknopingspunten bieden om de verstarring in het voortgezet onderwijs te doorbreken. De verstarring in het stelsel met zijn gescheiden compartimenten: zijn gescheiden schooltypen en gescheiden vakken. Het bestaan van Onderwijs2032 en van Curriculum.nu laat zien dat velen die verstarring als een beperking ervaren en naar vernieuwing snakken. Het mooie van De denkende klas is dat docenten niet op verandering van buitenaf hoeven te wachten. Ze kunnen meteen zelf aan de slag.

Dick van der Wateren 2021, De denkende klas. Motiveer je leerlingen door samen met hen vragen te stellen en na te denken. Amsterdam: LannooCampus. ISBN 9789401474740

Howard Becker 1998, Tricks of the Trade. How To Think About Your Research While You’re Doing It. Chicago: The University of Chicago Press.

0 0 votes
Article Rating
Abonneren
Abonneren op
guest

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

0 Reacties
Inline Feedbacks
View all comments

About Rineke van Daalen

I am a sociologist, who worked at the Department of Sociology of the University of Amsterdam. My field of interest is broad: children and how they develop by playing, learning and working; the middle classes and their work; changes in the model of home birth in the Netherlands; letters of complaint to government instititutions in relation to the welfare state; informal lunches as a collective arrangement at Dutch primary schools. My theoretical approach is a combination of interaction reserarch and figurational sociology. I work in the tradition of Norbert Elias, Johan Goudsblom, Abram de Swaan, Erving Goffman. My site: rinekevandaalen.nl. For some of my publications see: https://uva.academia.edu/rinekevandaalen

Category

onderwijs