
Voor de onderwijsavond van het NIVOZ met Joep Dohmen schreef ik een stuk in twee delen over volwassenwording en de opdracht die wij als leraren en opvoeders hebben om jonge mensen daarbij te begeleiden.
‘In een maatschappij die ons tot infantiele consumenten maakt, ligt er een opdracht voor de leraar als opvoeder’
Leraren dragen niet alleen kennis over, maar voeden ook op. Het is een overtuiging die Dick van der Wateren al heeft sinds hij voor de klas staat. Als opvoeden betekent ‘jonge mensen naar volwassenheid begeleiden’, wat bedoelen we dan precies? Bètaleraar Dick dook in het diepe, zocht houvast bij denkers als Biesta, Pols en Neiman, kwam tot praktische ijkpunten en neemt je mee naar zijn klas, waar fouten maken móet, strafwerk onzin is en het er niet toe doet wát zijn leerlingen precies leren (Frans of Chinees, lenzen of radioactiviteit), als het maar véél en diepgravend is.
Al zo lang ik voor de klas sta ben ik ervan overtuigd dat het overdragen van kennis en vaardigheden niet mijn enige taak is. Leraren voeden ook op: door het voorbeeld te geven, door structuur te bieden, doordat ze normen en waarden bewust en onbewust overdragen. En ook door niet alleen naar het werk van leerlingen te kijken, maar ook naar hen zelf: zitten ze goed in hun vel, komt eruit wat ik vermoed dat erin zit? En zo niet: wat is er dan aan de hand?
Zodoende stond ik altijd op het standpunt dat leraren er goed aan deden – of laat ik voor mezelf spreken – dat ík er goed aan deed me van die opvoedende taak bewust te zijn. Want zonder zulk bewustzijn is het lastig er verantwoordelijkheid voor te nemen of fouten op te merken. Als opvoeden inhoudt jonge mensen naar volwassenheid te begeleiden zitten we meteen met de vraag: weten we wat dat precies is, volwassenheid? En concreter: wat betekent dat voor onze onderwijspraktijk? Daarover gaat dit stuk. Het is een verslag van mijn zoektocht, met vooral vragen en weinig antwoorden.
……..
Lees de rest van dit eerste deel hier>>
En dit is deel 2:
‘Waarom moet ik naar school? Waarom moet ik mijn eigen leven vormgeven?’ Goede vragen. Niet met een dooddoener afdoen.
Een goede leraar is een autoriteit maar niet autoritair, lees ik bij zowel Biesta als Meirieu. Wat betekent dat voor mij?’, vraagt bètadocent Dick van der Wateren zich af in dit tweede deel van zijn zoektocht naar hoe het onderwijs kinderen kan begeleiden naar volwassenheid. ‘Autoriteit komt voort uit onze vakkennis, onze pedagogische deskundigheid en onze levenservaring. Wanneer we die (nog) niet bezitten kunnen we daar maar beter eerlijk over zijn in plaats van onze toevlucht te nemen tot autoritair gedrag. Dit was een harde les die ik leerde in mijn eerste jaar voor de klas.’
Hier het vervolg van zijn zoektocht. Tot een sluitende definitie van volwassenheid komt hij niet, wel heeft Dick concrete handreikingen wat een leraar kan doen om kinderen uit te nodigen tot een zelfredzame, autonome, respectvolle houding ten opzichte van de wereld en de ander.
Is het belangrijk dat wij opvoeders leven volgens de morele waarden die we aan onze leerlingen overbrengen? Tieners hebben immers al ervaren dat grote mensen niet alles weten en niet op alle vragen een antwoord hebben. Helpt het hen als wij leraren de pretentie van allesweters dan ook laten varen en eerlijk zijn als we iets niet weten? Mij overkomt het geregeld dat ik het antwoord niet weet op een lastige vraag – over relativiteit, zwarte gaten of tijd. Dat zijn aanleidingen voor interessante lessen waarin ik die vraag samen met mijn leerlingen uitzoek. Die horen tot mijn mooiste lesmomenten.
………
Lees de rest van deel 2 hier>>
