Elk nadeel heb z’n voordeel: Positieve effecten van Covid-19?

Ik las vanochtend in Dagblad De Limburger het volgende over SVOPL-scholen in Parkstad, Limburg: “…’s morgens als de schoonmaakdienst aanwezig is en ’s avonds als ze opnieuw aan het werk zijn, dan staan alle ramen tegen elkaar open. Ook tussendoor kan er nog gespuid worden. Op verzoek van docenten zijn bovendien CO2-meters aangeschaft om de hoeveelheid kooldioxide in de klaslokalen te meten…” Dit zette mij aan het denken omdat ik herinnerde een aantal artikelen over CO2 en leren.

Normale buitenlucht bevat kooldioxide (Carbon Dioxide; CO2) op een niveau van rond de 400 ppm (parts per million; deeltjes per miljoen of ppm). Het geaccepteerde standaard CO2-niveau in een klaslokaal is 1000 ppm. Dat niveau is gemakkelijk vast te houden als een klaslokaal leeg is. Vul de klas met een studenten en het CO2-niveau stijgt dramatisch. Dat komt omdat koolstofdioxide een deel uitmaakt van elke ademhaling die je uitademt, waardoor de niveaus stijgen naarmate meer mensen samenkomen. Een studie van klaslokalen in het Californische schoolsysteem (2013) vond CO2-gehaltes zo hoog als 2200 ppm, meer dan tweemaal het aanbevolen niveau en bijna driemaal het niveau dat je zou verwachten in een kantooromgeving. Een studie uitgevoerd in Texas (2002) vond een CO2-gehalte van meer dan 3000 ppm in 21% van de geteste klaslokalen! Dat zijn geen niveaus die bevorderlijk zijn voor efficiënt leren!

Als de ramen in een klasselokaal de hele dag dicht zijn of als er slechte ventilatie in het lokaal is wordt het niveau van CO2 in het lokaal verhoogd. In dat onderzoek ging het over CO2 concentraties en het nadelige effect op lessen later op de dag. Bij lessen aan het begin van de dag, en dus waar het lokaal de hele nacht kon luchten, bleken het leren en de leerresultaten beter dan bij lessen later in de dag. Men schreef die resultaten toe aan de toename in CO2 gedurende de dag. Op zoek naar dat artikel kwam ik, o.a. de volgende onderzoeksresultaten van Wargocki, Porras-Salazar, Contreras-Espinoza, en Bahnfleth (2020) tegen. In een voorstudie bepaalden zij dat het verlagen van “de CO2-concentratie van 2.100 ppm naar 900 ppm zou de prestatie van psychologische tests en schooltaken met 12% verbeteren met betrekking tot de snelheid waarmee de taken worden uitgevoerd en met 2% met betrekking tot gemaakte fouten. Deze relaties laten zien dat het verlagen van de CO2-concentratie van 2.300 ppm naar 900 ppm de prestaties van de tests die worden gebruikt om de voortgang van het leren te beoordelen met 5% zou verbeteren en dat het verminderen van CO2 van 4.100 ppm naar 1.000 ppm ziekteverzuim met 2,5% zou verlagen. Deze resultaten suggereren dat het verbeteren van de ventilatie(snelheid) in klaslokalen aanzienlijke voordelen kan opleveren in termen van leerprestaties en aanwezigheid van leerlingenDe resultaten vormen een sterke stimulans om de luchtkwaliteit in klaslokalen te verbeteren en kunnen worden gebruikt in kosten-batenanalyses.”

Petersen, Jensen, Pedersen, en Rasmussen (2016) vonden dat bij voldoende ventilatie “het aantal juiste antwoorden significant was verbeterd in vier van de vier prestatietests, optellen (6,3%), getalsvergelijking (4,8%), grammaticaal redeneren (3,2%) en lezen en begrijpen (7,4%), toen de toevoer van buitenlucht werd verhoogd. Resultaten van vragenlijsten met betrekking tot de perceptie van de leerling van het binnenmilieu, rapporteerden symptomen van het Sick Building Syndrome en motivatie suggereerde dat de lucht in het klaslokaal stiller werd waargenomen en dat de leerling minder pijn in de ogen ervoer in de recirculatieconditie in vergelijking met de frisse lucht.

Tot slot, maar ik zou pagina’s kunnen vullen, onderzoek uitgevoerd door by Harvard University by Allen and colleagues (2016) vonden “statistisch significante dalingen” in cognitieve functiescores wanneer de CO2-concentraties werden verhoogd tot 950 ppm, wat “gebruikelijk is in binnenruimtes”. De studie vond zelfs nog grotere dalingen wanneer CO2 werd verhoogd tot 1.400 ppm.”

Met andere woorden, elk nadeel – hoe groot dan ook – kan ook een voordeel hebben. Hopelijk blijft deze gewoonte kleven als alles ooit weer normaal wordt!

Referenties

Allen, J. G., MacNaughton, P., Satish, U., Santanam, S., Vallarino, J. & Spengler, J. D. (2016). Associations of cognitive function scores with carbon dioxide, ventilation, and volatile organic compound exposures in office workers: A controlled exposure study of green and conventional office environments. Environmental Health Perspectives 124, 6. https://doi.org/10.1289/ehp.1510037

Corsi, R. L., Torres, V. M., Sanders, M., & Kinney, K. A. (20020). Carbon dioxide levels and dynamics in elementary schools: Results of the TESIAS study. In Indoor Air 2002, the 9th International Conference on Indoor Air Quality and Climate, (pp. 74-79). Monterey, Calif. Espoo, Finland: ISIAQ.

Mendell, M. J., & Heath, G. A. (2005). Do indoor pollutants and thermal conditions in schools influence student performance? A critical review of the literature. Indoor Air Journal; 15, 27–32.

Petersen, S., Jensen, K. L., Pedersen, A. L., & Rasmussen, H. S. (2016). The effect of increased classroom ventilation rate indicated by reduced CO2 concentration on the performance of schoolwork by children. Indoor air, 26, 366–379. https://doi.org/10.1111/ina.12210

Wargocki, P.; Porras-Salazar, J.A.; Contreras-Espinoza, S., & Bahnfleth, W. (2020). The relationships between classroom air quality and children’s performance in school. Building Environment, 173, 106749.

Paul A. Kirschner's avatar

Over Paul A. Kirschner

Nederlands: Paul A. Kirschner (1951) is Emeritus hoogleraar Onderwijspsychologie aan de Open Universiteit (Nederland), eredoctor (doctor honoris causa) aan Oulu University (Finland), Gastprofessor aan de Thomas More Hogeschool (België) en eigenaar van kirschner-ED. Hij was eerder Universiteitshoogleraar en hoogleraar Onderwijspsychologie aan de Open Universiteit, Visiting Professor Onderwijs met een leerstoel in Leren en Interactie in de Lerarenopleiding aan Oulu University, hoogleraar Onderwijswetenschappen aan de Universiteit Utrecht, hoogleraar Contact- en Afstandsonderwijs aan de Universiteit Maastricht en Visiting Professor aan de Open University of Catalonia (Spain). Hij is een internationaal erkende expert op zijn gebied met meer dan 350 wetenschappelijke publicaties. Hij heeft zitting gehad in de Onderwijsraad in de periode 2000-2004 en de Wetenschappelijk Technische Raad van SURF van 2009-2019. Hij is Fellow van de American Educational Research Association (NB de eerste Europeaan aan wie deze eer werd toegekend), de International Society of the Learning Sciences en de Netherlands Institute for Advanced Study in the Humanities and Social Science of the Royal Dutch Academy of Sciences (NIAS-KNAW). Hij was president van de International Society of the Learning Sciences in de periode 2010-2011. Hij is hoofdredacteur van de Journal of Computer Assisted Learning en commissioning editor van Computers in Human Behavior. Hij heeft veel boeken (mede)geschreven, o.a. Ten steps to complex learning (Routledge/Erlbaum), Op de Schouders van Reuzen en Wijze Lessen: Twaalf Bouwstenen voor Effectieve Didactiek (beiden gratis verkrijgbaar op het web), twee boeken over mythes in het onderwijs Jongens zijn Slimmer dan Meisjes XL en Juffen zijn Toffer dan Meesters (beiden ook in het Engels verschenen), Evidence Informed Learning Design, and How Learning Happens: Seminal Works in Educational Psychology and What They Mean in Practice. Hij schrift ook regelmatig voor Didactief (de kolom KirschnerKiest over wat docenten kunnen met wetenschappelijke resultaten). Hij wordt gezien als expert op veel gebieden en vooral het ontwerpen van effectief, efficiënt en bevredigend onderwijs, computerondersteund samenwerkend leren (CSCL), mediagebruik in het onderwijs en het verwerven van complex cognitieve vaardigheden. English: Paul A. Kirschner, dr.h.c. (1951) is Emeritus Professor Educational Psychology at the Open University of the Netherlands, Guest Professor at the Thomas More University of Applied Science in Mechelen, Belgium, Honorary Doctor (Doctor Honoris Causa) at the University of Oulu, Finland, and owner of kirschner-ED which carries out educational consultancy, masterclasses for teachers, school heads and educational policy makers, and keynotes/presentations at conferences and other educational get-togethers. He is a Research Fellow of the American Educational Research Association, the International Society of the Learning Sciences, and the Netherlands Institute for Advanced Study in the Humanities and Social Science. He is a past President (2010-2011) of the International Society of the Learning Sciences and former member of the Dutch Educational Council and the Scientific Technical Council of the Foundation for University Computing Facilities (SURF WTR). He is chief editor of Journal of Computer Assisted Learning and commissioning editor of Computers in Human Behavior. He has also published more than 350 scientific articles as well as many popular articles for teacher journals. As for books, he is co-author of How Learning Happens: Seminal Works in Educational Psychology, Evidence Informed Learning Design, Urban Myths about Learning and Education and More Urban Myths about Learning and Education as well as of the highly successful book Ten Steps to Complex Learning, and editor of two other books (Visualizing Argumentation and What we know about CSCL). He is seen as an expert in many areas and in particular the design of effective, efficient and enjoyable education, computer-supported collaborative learning (CSCL), media use in education, and the acquisition of complex cognitive skills.

3 Reacties naar “Elk nadeel heb z’n voordeel: Positieve effecten van Covid-19?”

  1. Onbekend's avatar

    Behalve van verbetering van de luchtkwaliteit, verwacht ik ook van het meten van de luchtkwaliteit een aanzienlijke en begerenswaardige leerwinst. Ik stel mij voor dat het zelf aanschaffen van de beschikbare sensoren voor het meten van luchtkwaliteit, het bouwen en kalibreren van de meetapparatuur en het verzamelen, uitwisselen en interpreteren van de eigen meetresultaten een bijzondere ervaring is voor alle betrokken leerlingen, leraren, ouders, vrienden en buren. Bovendien kunnen de eigen gegevens gemakkelijk worden vergeleken tussen de verschillende scholen in stad en land. Deze sensoren kosten een paar euro per stuk. Van het zelf maken van een luchtmeter leer je dat je met beschikbare techniek zelf heel directe en bruikbare informatie kunt verzamelen voor het nemen van gefundeerde beslissingen.
    Voor de ontwikkeling van “21e eeuwse vaardigheden” kun je dus ook hele praktische, leerzame en bijzonder inspirerende lessen aanbieden.

    Veel succes!

    https://www.samenmetenaanluchtkwaliteit.nl/citizen-science
    https://waag.org/nl/article/vergeet-corona-apps-erken-de-waarde-van-citizen-science

    Like

  2. Onbekend's avatar

    Dank Paul. Interessante gedachte. Ik kan me niet herinneren dat ik het ergens in een verbeterplan ben tegengekomen. Althans, zelf heb ik het er nooit in opgenomen. Zou het helpen het expliciet te benoemen als interventie? Vraag ik me hardop af.

    Like

    • Onbekend's avatar

      Lijkt mij wel. Als er veel bewijs is dat je minder alert, slaperig enzovoorts wordt of bent als het zuurstofniveau daalt en dat ook het leren daaraan lijdt, lijkt het mij iets waaraan scholen aandacht kunnen besteden.

      Like

Geef een reactie op Theo Mensen Reactie annuleren