Jan Bransen schreef op zijn blog: Onder druk van de coronacrisis buigt het onderwijs zich op dit moment over het toetsen op afstand. Menigeen vraagt zich daarbij af hoe je dat veilig kunt doen, en dan denkt bijna iedereen aan hoe je fraude kunt voorkomen. Toetsen is blijkbaar vooral een kwestie van wantrouwen en veiligheid een kwestie van surveilleren. Ik vind dat vreemd. Waarom staan leraren en leerlingen tijdens het toetsen tegenover elkaar? Een veilig onderwijsklimaat vraagt om wederzijds vertrouwen. Dat zou toch ook voor het toetsen moeten gelden?

Het onderwijs buigt zich op dit moment over de vraag of veilig toetsen thuis mogelijk is. Op het journaal zien we dat het kan. Een docent houdt op een scherm ruim 50 leerlingen in de gaten met behulp van software die de microfoons en de webcams van de leerlingen aftapt. We zien ook één van de leerlingen, alleen op haar zolderkamer achter haar laptop. Haar moeder zit beneden, in spanning.

Ik bekijk het item met stijgende verbazing. Is dát veilig toetsen? Zijn we nu helemaal gek geworden? Zijn we het echt vanzelfsprekend gaan vinden dat veiligheid in het onderwijs alleen betekenis heeft voor de school die zich moet beschermen tegen het risico dat de leerlingen thuis gaan spieken?

In het Leids universiteitsblad vertelt een bezorgde bestuurder dat docenten een voorsprong hebben in dit kat-en-muis-spel en dat ze die voorsprong graag willen behouden. Ik vind het verbijsterend. Gaat dit over onderwijs? Is dat een kat-en-muis-spel tussen leerlingen en leraren?  

Dat er in zo’n wapenwedloop helemaal geen sprake kan zijn van veiligheid merkt de leerling op zolder dondersgoed. Ze wordt door haar eigen laptop bespioneerd. Vreemde ogen inspecteren haar kamer en beoordelen of er sprake is van ongeoorloofd gedrag. Natuurlijk is hier de privacy van de leerling in het geding en die moet uiteraard beschermd worden. Maar dat is voor mij toch de kwestie niet. Veiligheid in het onderwijs is een andere dan de veiligheid die in een koude oorlog nagestreefd kan worden in de vorm van een evenwicht tussen de beschermingsmaat­regelen die iedere partij neemt.

Het onderwijs is geen koude oorlog. Onze samenleving zou dat als geheel ook niet moeten zijn. En juist daarom moeten we in ons onderwijs de eerste stap zetten en fundamenteel blijven benadrukken dat een ander type veiligheid volstrekt vanzelfsprekend hoort te zijn: veiligheid gebaseerd op wederzijds vertrouwen.

Hier is een manier waarop dat kan, ontleend aan wat soms al de praktijk is in beroepsopleidingen. Beschouw leerlingen als beginnende collega’s. Natuurlijk bied je een beginnende verpleegkundige, metselaar of accountant een goede inwerkperiode waarbij je ze vanzelfsprekend het voordeel van de twijfel gunt. Je legt uit hoe de zaken bij jullie werken, houdt een oogje in het zeil, beoordeelt het werk dat ze doen en geeft ze gaandeweg meer zelfstandigheid en meer verantwoordelijkheid, afgestemd op wat ze kunnen en op waar hun talenten en ambities het best tot hun recht komen. Je leert zelf trouwens ook tijdens zo’n inwerkperiode, net als docenten van studenten leren. Wantrouwen is niet aan de orde: je hebt immers te maken met een collega, iemand die net zo graag met jou samenwerkt als jij met hem, omdat jullie een gemeenschappelijk doel hebben dat je niet alleen kunt bereiken. Voor collega’s is dat doel helder genoeg: een bedrijf dat floreert. 

Ook in het algemeen vormend onderwijs is dit doel helder, zeker voor wie oog heeft voor het grotere plaatje: een samenleving die floreert. Natuurlijk kunnen en zullen we twisten over hoe een florerende samenleving eruitziet en over wat daarvoor van haar leden gevraagd mag worden. Maar juist als zo’n twist bij moet kunnen dragen aan het floreren van die samenleving, zal zij gevoerd moeten worden in een sfeer van wederzijds respect en vertrouwen. Vandaar dat wij onze leerlingen als beginnende collega’s vertrouwd moeten maken met wat je in een bedrijf collegialiteit zou noemen. Die kernwaarde komt in een florerende samenleving neer op medemenselijkheid.

Laten we de coronacrisis gebruiken om ons ook in het onderwijs weer te herinneren aan het fundamentele belang van medemenselijkheid. Laten we de gekkigheid – ja, zelfs de verwerpelijkheid – inzien van een toetscultuur die op wantrouwen is gebaseerd en die naar steeds zwaardere middelen van surveillance moet grijpen om de vijand steeds één stap voor te blijven. Zie het onderwijs als een inwerkperiode. Houd een oogje in het zeil, natuurlijk. Maar geef gaandeweg meer ruimte voor verantwoordelijkheid en zelfstandigheid. Help elkaar aan inzicht in elkaars functioneren. Leer van elkaar. Doe dat in een sfeer van wederzijds vertrouwen. Want dat is de enige weg naar een veilige samenleving.

0 0 votes
Article Rating

Als blogger en onderwijsauteur denk ik na over onderwijs en pedagogiek. In 2016 verscheen bij Uitgeverij Ten Brink mijn boek 'Verwondering' waarin ik een lans breek voor onderwijs op basis van vragen die leerlingen zelf bedenken. In 2020 verscheen mijn boek De Denkende Klas bij LannooCampus met praktische aanwijzingen om met leerlingen dieper te denken. Als vo-docent heb ik talentvolle en begaafde leerlingen begeleid die meer uitdaging nodig hebben, en leerlingen gecoacht met diverse problemen - onderpresteren, perfectionisme, levensvragen. Na een lang leven in het onderwijs en de wetenschap ben ik in 2017 een filosofische praktijk begonnen, De Verwondering, in Amsterdam. Daar heb ik gesprekken met volwassenen zowel als jongeren over levensvragen, zingeving, werk, studie, relaties.

Abonneren
Abonneren op
guest

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

3 Reacties
nieuwste
oudste meest gestemd
Inline Feedbacks
View all comments

About Dick van der Wateren

Als blogger en onderwijsauteur denk ik na over onderwijs en pedagogiek. In 2016 verscheen bij Uitgeverij Ten Brink mijn boek 'Verwondering' waarin ik een lans breek voor onderwijs op basis van vragen die leerlingen zelf bedenken. In 2020 verscheen mijn boek De Denkende Klas bij LannooCampus met praktische aanwijzingen om met leerlingen dieper te denken. Als vo-docent heb ik talentvolle en begaafde leerlingen begeleid die meer uitdaging nodig hebben, en leerlingen gecoacht met diverse problemen - onderpresteren, perfectionisme, levensvragen. Na een lang leven in het onderwijs en de wetenschap ben ik in 2017 een filosofische praktijk begonnen, De Verwondering, in Amsterdam. Daar heb ik gesprekken met volwassenen zowel als jongeren over levensvragen, zingeving, werk, studie, relaties.

Category

onderwijs, pedagogiek, toetsen

Tags

,