Eigenaarschap is een buzzword in het onderwijs. Intussen is het in de praktijk even problematisch als populair. Het lastigst zijn de paradoxen van eigenaarschap. De paradoxen van eigenaarschap raken kernvragen van de pedagogiek. Ze vormen daarom bruikbare stof voor het oefenen van denken over onderwijs. Dit deel 4 bespreekt de relatie tussen eigenaarschap en neoliberalisme, waarbij ook het eigenaarschap van leraren aan de orde komt.

Eigenaarschap is een buzzword in het onderwijs. Intussen is het in de praktijk even problematisch als populair. Het lastigst zijn de paradoxen van eigenaarschap. De paradoxen van eigenaarschap raken kernvragen van de pedagogiek. Ze vormen daarom bruikbare stof voor het oefenen van denken over onderwijs.
In deel 3 nu vat ik de problemen van eigenaarschap van leerlingen samen in een korte reconstructie die kan helpen teksten, tools en praktijken kritisch te analyseren. Ter toelichting gebruik ik de reconstructie in het kritiseren van de “ontwikkelcirkel”, een instrument dat eigenaarschap van leerlingen heet te bevorderen, en van enkele uitspraken van Sjef Drummen, de man achter het Agora-onderwijs. Zijdelings komt de Self Determination Theory ter sprake.

Eigenaarschap is een buzzword in het onderwijs. In de praktijk is het even problematisch als populair. Het lastigst zijn de paradoxen van eigenaarschap. De paradoxen van eigenaarschap raken kernvragen van de pedagogiek. In deel 2 gaat Piet van der Ploeg wat verder en dieper in op de tegenstelling tussen wat beoogd wordt en wat er gebeurt, tussen de naam en het beestje. Hij doet dat aan de hand van een concreet voorbeeld: de zelfbeschrijving van een daltonschool voor basisonderwijs.