Reflecties bij Geert Kelchtermans’  Leraar zijn, leraar worden

Een goed boek over leraarschap voor een breed publiek verdient een recensie. En in plaats van me te beperken tot een onderbouwd oordeel voeg ik er paar extra reflecties aan toe.

Wetenschappers publiceren in de eerste plaats in academische tijdschriften die gelezen worden door hun peers. Het siert Geert Kelchtermans dat hij zich met ‘Leraar zijn, leraar worden’ richt tot de professionals in de onderwijspraktijk. Professoren die zich nog niet aan een publieksboek waagden, zouden kunnen inroepen dat hun onderzoeksniche minder sexy is dan de zijne. Toegegeven, het leraarschap in al zijn dimensies, waar dit boek over gaat, zou leraren per definitie moeten aanspreken. Toch biedt de auteur niet waar de meeste leraren die vakliteratuur raadplegen, naar op zoek zijn: bruikbare ideeën waarmee ze onmiddellijk aan de slag kunnen in de les. Als ‘Leraar zijn, leraar worden’ al gesneden brood is, dan voor lerarenopleiders. Toch zullen meerwaardezoekende leraren er meer inspiratie uit putten dan uit een lijstje do’s en don’ts die abstractie maken van de specifieke praktijkcontext waarin ze werken.

‘Leraar zijn, leraar worden’ biedt een conceptueel kader om het leraarschap in zijn volle breedte en diepte te benaderen. De auteur legt sleutelbegrippen als professioneel zelfverstaan, subjectieve onderwijstheorie en micropolitieke geletterdheid helder uit. Daarmee herinnert hij de lezers eraan dat leraren meer zijn dan een noodzakelijk instrument in een effectief en efficiënt leerproductieproces. Langs zijn neus weg waarschuwt Kelchtermans daarmee beleidmakers dat kwaliteitscontrolesystemen die al te zeer de nadruk leggen op rendement en verantwoording, leraren tot zo’n instrument daartoe herleiden.

“We do not learn from experience. We learn from reflecting on experience” (Dewey)

Tegen die rijke begrippen-achtergrond probeert Kelchtermans leraren te overtuigen zowel van de nood om stil te staan bij hun eigen loopbaanverhaal en bij kritische incidenten in hun praktijk als van de kracht en schoonheid van reflectie. Hij weet nochtans ongetwijfeld dat veel leraren en leraren in spe er een haat-liefde verhouding mee hebben. Wie het genoegen had deel te nemen aan sterke supervisie- of intervisierondes ervaarde hoe deugddoend het is om begrepen te worden door peers en daardoor ook zichzelf beter te begrijpen. Dat neemt niet weg dat reflecteren zelfs bij hen net zo goed andere associaties oproept:

  • roeren in de shit (ik voel me depri van al dat onnodig lang geëmmer over wat fout liep)
  • bandwerk (ik moet nog twee reflecties schrijven, terwijl ik veel werk heb voor mijn stage morgen)
  • schrik (schrijf ik wat mij beroert en wat tegen mij gebruikt kan worden of schrijf ik strategisch wat de ander nu best leest van mij?)

De goede oefeningen die Kelchtermans beschrijft, staan veraf van de praktijken die reflectie aversie oproepen, al gaan ze vrij licht over de basisvoorwaarden om tot kwaliteitsvolle reflecties te komen. Het valt te betwijfelen of een docent daar in een grote groep mee aan de slag kan. Ervoor zorgen dat simultaan meerdere gesprekken in trio’s voldoende diepte en breedte krijgen, is verre van evident. De morele dimensie of onderliggende overtuigingen bovenbrengen, is uitdagend, zelfs als alle deelnemers zich psychologisch veilig voelen bij elkaar en de docent en als alle partijen al een groei- of professionaliseringspad op het vlak van reflectie gevolgd hebben.

Mag het iets meer zijn?

Het doctoraatsonderzoek van Niels van der Baan leert ons dat veel studenten in de eindfase van hun opleiding en startende werknemers meer nodig hebben om goed te kunnen reflecteren. Ze willen een coach. Een goede coach die hen één-op-één begeleidt, hen helpt om dieper te reflecteren en zorgt  dat ze zich de gewoonte eigen maken om te reflecteren op hun professioneel handelen. Een geïnterviewde zei: “Ik stel mezelf nu de vragen zoals mijn coach dat zou doen.” Het zou nog een mooie ambitie kunnen zijn voor supervisoren. Maar hoe goed zij ook zijn in het begeleiden van hun groep, ze zullen niet komen tot de volgende stap, namelijk het begeleiden van de persoon die tot beter professioneel inzicht is gekomen. De grootste meerwaarde van een coach ligt net daar, in het ondersteunen van iemands autonomie. Als vertrouwd en te vertrouwen luisterend oor helpt de coach nieuwe doelen bepalen, er een pad voor uittekenen, volhouden. Naargelang de context zal de coach meer de rol van motivator, uitdager of aanbieder van een troostende schouder op zich nemen, zonder dat het afbreuk doet aan de professionaliteit van de coach.

Belletjes rinkelen

Zoals reflectie negatieve associaties kan oproepen, zo kan dat ook zijn voor coaching. Sommige coachinggesprekken vallen ongetwijfeld onder ‘gewauwel van goeroes dat geen zoden aan de dijk zet’ of ‘domme peptalk die ondoordachte risicovolle stappen forceert’. Maar ook dat kan anders zoals we uitlegden in het boek ‘Coaching op de grens van opleiding en werk’ dat ik met drie co-auteurs, waaronder Niels van der Baan, schreef.

Bij het lezen van ‘Leraar zijn, leraar worden’ dacht ik evenwel nog vaker aan mijn boek ‘De startende leraarLeraar worden en blijven’ dat in 2020 uitkwam. Niet enkel Kelchtermans’ titel en mijn ondertitel zijn verwant. Het moet zijn dat Kelchtermans mijn denken over onderwijs meer beïnvloedt dan ik dacht. Hij compenseert mijn zuinige referentie aan zijn eerder werk ruimschoots. Zijn uitgekiende opbouw en uitstekende pen voorkomen dat de lezer zich daar al te veel aan stoort. Deze samenvatting van zijn oeuvre verdient een plek op menig nachtkastje en in de tassen van zij die zich binnenkort naar (regerings)onderhandelingstafels zullen reppen.

Bronnen

De Wilde, Johan; Nuis, Wendy; van der Baan, Niels & Beausaert, Simon (2023) Coaching op de grens van opleiding en werk. Gefundeerd begeleiden doe je zo. Lannoo Campus.

Kelchtermans, Geert (2023) Leraar zijn, leraar worden. Pelckmans. van der Baan, N. A. (2024).

Facilitating the education-to-work transition: coaching for employability unravelled. [Doctoral Thesis, Maastricht University]. Maastricht University. https://doi.org/10.26481/dis.20240129nb

johandewilde's avatar

Over johandewilde

Docent in de professionele Bacheloropleiding Kleuteronderwijs Odisee, staflid van de Dienst Onderwijs en Kwaliteit van de hele hogeschool en coördinator van www.MyCompass.be breed geïnteresseerd in onderwijskundige thema's, maar bijzonder in startende leraren en informeel leren. werkte voorheen in binnen- en buitenland als leraar, vormingswerker, projectcoördinator en onderwijsadviseur.

3 Reacties naar “Reflecties bij Geert Kelchtermans’  Leraar zijn, leraar worden”

  1. Onbekend's avatar

    Beste Johan,

    Graag zou ik willen reageren op jouw recensie over het boek van Geert Kelchtermans. Ik heb je recensie een paar keer gelezen omdat ik niet zo goed wist wat je nu precies wilde zeggen rondom reflectie.
    Je geeft enerzijds aan dat studenten meerwaarde kunnen ervaren als ze zinvolle reflectiepraktijken hebben ervaren, anderzijds noem je ook drie aspecten die maken dat de reflectie als niet zo zinvol ervaren kan worden.
    Jammer dat je hiermee juist inzoomt op de minder goede associaties en dat je de positieve associaties hiermee als het ware minder podium geeft.
    De reden dat ik reageer is dat ik werk als lerarenopleider en supervisor op de HAN. Ook al is supervisie een verplicht onderdeel van de opleiding, waardoor supervisie als bandwerk kan worden ervaren of roeren in de shit. Als gecertificeerd supervisor kan ik stellen dat wij als beroepsgroep juist voortdurend actief op zoek zijn in de supervisie naar goede zelfzorg, vitaliteit, weerbaarheid. Roeren in de shit kan, maar even zo goed kijken we expliciet naar dat wat goed gaat en wat werkt om op die manier je eigen manier van doen verder te versterken.
    Je noemt tevens bandwerk, dit is juist een prachtige ingang om het te hebben over keuzes maken in je leer en werkproces. Ook als leerkracht moet je voortdurend keuzes maken, hoe ga je daarmee om etcetera. Met andere woorden, vanuit de veiligheid van de supervisiesetting zijn de thema’s die jij noemt mooie ingrediënten om deze juist lerend te maken. En dat is wellicht de kern van reflectie, hoe kun je meer professioneel kijken, denken en ontwikkelen door juist te kijken naar hoe jij als mens reageert.
    De zin die jij noemt dat supervisoren mensen niet verder kunnen helpen in hun professionele ontwikkeling is dan ook het tegengestelde wat ik ervaar in mijn supervisiepraktijken. Waar baseer jij dat op?

    Hartelijke groeten, Susanne van Lent

    Like

    • Onbekend's avatar

      Dag Suzanne, dank voor je reactie.
      Ik hou ook van goede reflectie en supervisie en geloof net als jij in de kracht ervan. Dat neemt niet weg dat ik de spontane associaties waar ik aan refereer vaak hoor als ik ernaar peil bij studenten en leraren. Als ik bij een presentatie van de tool MyCompass (www.mycompass.be) deze associaties zelf vermeld en vervolgens aangeef dat we ze willen weerleggen, dan krijg ik overal herkenning. De beste ervaringen met reflectie hebben studenten doorgaans aan het einde van hun opleiding, lijkt mij. Het valt me ook op dat ze heel vaak de persoon van de supervisor als een belangrijke succesfactor vermelden. De formulering ‘roeren in de shit’ hoorde ik voor het eerst uit de mond van Fred Korthagen, die het op zijn beurt gehord had van een Nederlandse leraar in spe.

      Like

      • Onbekend's avatar
        Susanne van Lent 4 maart 2024 bij 11:41

        Dag Johan,

        Dank voor je reactie.
        Ik doe nu een poging supervisie als onderdeel te krijgen in de opleiding. Het is helaas zo dat in andere praktijken zoals Pedagogiek en Social Work supervisie in de jaarstage een vast onderdeel is van het curriculum. Binnen het domein Educatie is dit helaas heel vaak niet het geval. In mijn ogen is dit een gemiste kans. En dit heeft ook effect op hoe er naar reflectie wordt gekeken. Ik denk dat in het onderwijs reflectie een besmette term is omdat dit niet constructief en professioneel wordt aangepakt. Het goed begeleiden van reflectieprocessen vraagt scholing. En we hebben in het onderwijs de reflectie er vaak een beetje bij gedaan. Hierdoor hebben de lerarenopleiders die nu reflectie begeleiden onvoldoende bagage en ik denk ook vaak te weinig zicht in hun eigen reflectieve vaardigheden waardoor dit aspect niet goed kan worden gedoceerd aan de studenten. En zo rommelen we maar wat aan en komen er makkelijk associaties zoals roeren in de shit.
        Dit zou ik zo graag doorbreken. Maar de urgentie om supervisie als vast onderdeel van een curriculum te krijgen wordt niet als zodanig ervaren omdat men het niet kent (onbekend maakt onbemind). Praktische overwegingen als duur en organisatorisch niet haalbaar helpen dan om er überhaupt niet over na te denken.
        De traditie van reflectie binnen zorg en welzijn is veel ouder en is daar veel meer ingebed waardoor daar ook meer kans is dat het positief wordt ontvangen.
        Hopelijk helpt de boodschap van Kelchtermans ons, mij, om te laten zien waarom dit zo’n waarde(n)vol onderdeel zou kunnen zijn in de opleiding. Want ik geloof er heilig in dat juist door een stevige basis te leggen in de opleiding startende leerkrachten ook makkelijker op zoek gaan naar hulp in hun professionele ontwikkeling en dit op een andere manier kan bijdragen aan werkgeluk, plezier en vitaliteit wat ze zo nodig hebben in deze tijd.
        groeten, Susanne van Lent

        Like

Geef een reactie op johandewilde Reactie annuleren