Gisteren vielen tijdens de lezing van Tim Surma bij het afscheidssymposium van Paul Kirschner opeens veel puzzelstukjes die ik de voorbije weken bij elkaar verzamelde in elkaar.

Tim parafraseerde Siegfried Engelmann (een van de ontwikkelaars van Directe Instructie) die stelde:

Time is the big enemy of anything we do while we’re working, particularly with kids who are behind, that every time that clock ticks, we have to teach them more than a clock tick would teach a middle-class kid, or an average performing kid. (bron)

Maar de tijd die effectief naar leren gaat daalt blijkt uit TALIS, hier treffend samengevat in De Morgen:

De TALIS-bevraging peilt leerkrachten ook naar hun tijdsgebruik in de klas. Concreet wordt hen gevraagd hoeveel procent van de tijd ze gebruiken voor administratieve taken (rond de 10 procent), discipline houden in de klas (rond de 15 procent) en het feitelijke lesgeven en leren (rond de 75 procent).

Opvallend aan die cijfers is dat er sinds de start van de TALIS-onderzoeken een duidelijke neerwaartse trend te zien is voor het feitelijke lesgeven en leren. In 2008 zeiden leerkrachten in het secundair nog bijna 78 procent van de tijd les te kunnen geven. Die daling van een paar procenten lijkt miniem, maar is in Vlaanderen meer uitgesproken dan in de rest van Europa.

“Die evolutie heeft een aantal oorzaken: er zijn meer leerlingen met specifieke behoeften, meer taaldiversiteit, meer multiculturaliteit”, zegt Van Droogenbroeck. Het tijdverlies blijkt in Vlaanderen inderdaad groter te zijn in meer diverse klassen – klassen met leerlingen met een migratieachtergrond en leerlingen uit een sociaal-economisch achtergesteld gezin. “Dat zijn toch enkele zaken die voor druk zorgen.”

Dus vrij vertaald: net die kinderen die meer zouden moeten halen uit hun lestijd… zitten in klassen met minder effectieve lestijd. Met het recente nieuws over het stijgende aantal gedragsproblemen in de klas, vermoed ik dat dit momenteel enkel nog erger aan het worden is. Ik maakte zelf van dichtbij mee hoe een klas maanden voor leren quasi stil stond door het gedrag van een paar kinderen.

De voorbije weken kwam ik in verschillende scholen in Vlaanderen en Nederland waar dit al een thema is. Zo beschreven leraren me hoe ze heel veel tijd verliezen in de klas door iets simpels als de spullen nemen voor de les, los van de tijd die ze verloren door het gedrag van sommige leerlingen.

Maar hoe kunnen we dit oplossen? 2 van de drie R’en die onlosmakelijk met klasmanagement verbonden zijn, kunnen alvast helpen. Naast het belang van relatie, heb je namelijk ook nood aan routines en regels.

Routines zijn zaken die quasi geautomatiseerd verlopen in de les. Het hoeft niet zo ver te gaan als in die ene Britse school in Londen waarbij leerlingen in stilte van de ene klas naar de andere moeten raken in exact 2 minuten. Maar maak wel een duidelijke routine van hoe leerlingen in een klas binnenkomen, hun spullen nemen, telefoon wegstoppen,…

Een extra tip hierbij is dat je best dergelijke routines in team afspreekt. Routines die verschillen van leraar tot leraar maken het onnodig moeilijker voor de kinderen. Trouwens, dergelijke gewoontes aanleren kost ook tijd. Harry Fletcher-Wood schreef voor Schoolsweek een column over hoe je leerlingen en studenten kan helpen goede gewoontes aan te leren op school zoals bijvoorbeeld spontaan op tijd je huiswerk maken of gezond een glas water drinken bij je eten ’s middags op school. Eerst en vooral: dit kan veel tijd kosten, een van de onderzoeken – die naar het glas water – die Harry vermeldt heeft het over gemiddeld 66 dagen en zelfs de snelste leerling deed er 18 dagen over. De traagste? 254 dagen. Dat laatst getal overstijgt het aantal schooldagen in een schooljaar. Tegen dat die leerlingen het gewoon zijn, veranderen de routines terug. Hoeveel tijd zou je dan niet winnen als de routines alvast dezelfde blijven?

Regels zijn ook belangrijk, waarbij goede leraren en scholen ook het waarom duiden en deze menselijk, maar consequent toepassen en met passend gevolg indien de regels niet gevolgd worden. Een regel zonder effectieve consequenties, is geen regel. En ook hier helpt het om dit als team eenduidig aan te pakken zowel qua regels als consequenties, om zo gedragsproblemen te voorkomen of te counteren.

Verder moeten we ook zorgen dat de 10% tijd die naar administratie in de klas gaat, daalt door als gehele onderwijsorganisatie ons af te vragen hoeveel echt nodig is. Het helpt misschien ook nog eens de planlast eindelijk echt te verminderen.

Toen ik gisteren met enkele mensen hierover sprak, kwam bij enkele als commentaar dat er nu veel tijd gaat naar zaken die misschien minder met leren te maken hebben zoals klasontbijten. Zelf wil ik niet pleiten dat dergelijke zaken die ook tot opvoeding en leren kunnen leiden geschrapt worden. Ze helpen ook met die cruciale R van relatie. We moeten ons wel blijvend afvragen of alles wat mensen in onderwijs willen stoppen er wel thuishoort (denk aan deze Onderwijs moet-lijst).

Vooral wil ik pleiten om als uitgangspunt leertijd als iets heiligs te zien dat we moeten koesteren. En dit geldt voor iedereen, dus ook voor de ouders door bijvoorbeeld hun kinderen op tijd te laten komen, het ondersteunend personeel ivm administratie, als voor iedereen die denkt dat onderwijs iets moet oplossen.

5 2 votes
Article Rating
Abonneren
Abonneren op
guest

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

1 Reactie
nieuwste
oudste meest gestemd
Inline Feedbacks
View all comments

Category

onderwijs