Tekstarm…

De auteur uit zorgen over de trend van tekstarme methodes voor wereldoriëntatie in het basisonderwijs. Steeds meer methodes vervangen rijke teksten door filmpjes en zelfstandige verwerking op devices. Dit terwijl onderzoek aantoont dat betekenisvolle teksten essentieel zijn voor leesvaardigheid, kennisopbouw en woordenschat. Begrijpend lezen wordt vaak als apart vak behandeld, maar zou juist geïntegreerd moeten worden in vakken zoals geschiedenis en aardrijkskunde.

De auteur bekritiseert de argumenten van uitgevers, zoals het idee dat filmpjes beter worden onthouden dan teksten en dat zwakkere lezers gedemotiveerd raken door teksten. Dit blijkt vaak gebaseerd op twijfelachtige uitgangspunten, zoals de mythe van de leerpiramide. Bovendien negeren deze methodes het belang van voorkennis en de rol van de leerkracht als expert. Zelfstandig werken met devices kan leiden tot fragmentarische kennis en vergroot de kloof tussen sterke en zwakke lezers (het Mattheuseffect).

Digitale geletterdheid is belangrijk, maar vereist sterke taal- en leesvaardigheden. Laaggeletterdheid vormt een barrière voor het kritisch omgaan met online informatie. De auteur pleit daarom voor tekstrijke methodes die leerlingen voorbereiden op een wereld vol teksten. Het is zorgelijk dat uitgevers deze trend zetten en dat scholen hier kritiekloos in meegaan. Er is meer tegengas nodig om ervoor te zorgen dat leerlingen niet laaggeletterd de basisschool verlaten.

Lees het volledige artikel op Wij-leren.nl via deze link:  https://wij-leren.nl/tekstarm.php 

 

Admin's avatar

Over Admin

Leerkracht basisonderwijs, Master SEN Specialist leren, Bachelor fysiotherapie

11 Reacties naar “Tekstarm…”

  1. Onbekend's avatar

    Zeer interessant artikel! Hierbij is tegelijkertijd het belang van ervaringskennis van leraren aangetoond!!

    Like

  2. Onbekend's avatar

    Goed stuk, ik vraag me af of hier niet iets zit “Er mag wel meer tegengas gegeven worden tegen de werkwijzen die uitgevers bedenken hoe wij zouden moeten lesgeven.”
    Mijn ervaring als educatief auteur is dat auteurs vaak meer willen maar dat vanuit het veld andere geluiden komen.
    Methodemakers stemmen af op de grote gemene deler. Ik kom zelf van oorsprong uit de ‘biologiehoek’. Hoe vaak zie je nog echt ‘biologieonderwijs’ of natuur en techniek, met bijbehorende proefjes etc. (Denk aan de oude leefwereld bijvoorbeeld)? Ik zelden want ‘alleen het voorbereiden van dergelijke lessen was al veel werk, daar is echt geen tijd meer voor’. Ik zie een wisselwerking en een systeem dat nu zichzelf in stand houdt?

    Like

  3. Onbekend's avatar

    Hear, hear! Het kan niet genoeg benadrukt worden dat een heleboel basisvaardigheden en basiskennis moet verworven worden vooraleer iemand werkelijk begrijpend kan lezen (d.w.z kan “lezen om te leren”).
    Neem dit eenvoudig stukje: “Mijn kinderen moeten eens leren dat een bed geen trampoline is. De conciërge heeft ons al aangemaand dat we beter naar de benedenverdieping zouden verhuizen.”
    Om dit te kunnen begrijpen moet je het niet alleen technisch kunnen lezen en over een behoorlijke woordenschat beschikken (trampoline, conciërge, benedenverdieping). Bovendien moet je kennis hebben van de wereld en begrijpen dat er hier verwezen wordt naar de geluids- en trillingsoverlast die springen op een bed kan veroorzaken voor onderburen. Zonder die kennis kun je er geen touw aan vastknopen. En je kunt het zeker niet “even opzoeken op internet”.
    Maar tussen begrijpend lezen van een tekst op papier en digitale geletterdheid ligt nog een hele afstand. Om die te overbruggen, is heel wat meer nodig dan de juiste zoektermen intypen of websites beoordelen op betrouwbaarheid. Goed technisch lezen, een grote woordenschat, veel basiskennis en tekstbegrip zijn uiteraard noodzakelijk. Maar een bijkomende noodzakelijke vaardigheid is het integreren van informatie uit verschillende bronnen / teksten die elk een deeltje van de puzzel geven. Een andere belangrijke vaardigheid is het omgaan met tegenstrijdige informatie uit verschillende bronnen over eenzelfde onderwerp. Is de zon gezond omdat ze zorgt voor de productie van vitamine D in onze huid of is ze gevaarlijk omdat ze het risico op huidkanker verhoogt? Pas als je deze zaken (integreren uit verschillende teksten en omgaan met tegenstrijdigheden) behoorlijk beheerst, kun je beginnen denken aan leren op basis van het “zelf opzoeken van informatie op internet”. Merkwaardig genoeg heb je voor het verwerven van al deze vaardigheden helemaal geen digitale omgeving nodig, terwijl ze gerust als noodzakelijke voorwaarde kunnen beschouwd worden om te kunnen leren in een digitale omgeving.

    Like

  4. Onbekend's avatar

    Fijn verhaal. Ik heb me vaak afgevraagd of het niet zou helpen als de makers van – de teksten van – lesmethodes minder anoniem zouden zijn. Waarom krijgen lesmethodes geen recensies en worden ze niet besproken net als de boeken in de boekwinkel? Waarom kunnen auteurs en uitgevers van lesmethodes zich verstoppen achter concurrentie afspraken terwijl zij onze jeugd opvoeden? Van leraren wordt – terecht – meer kwaliteit verwacht, maar waarom blijven lesmethodes buiten schot van het publieke debat? Dit inhoudelijke verhaal van Marjolein Zwik biedt een uitgangspunt om de monopolies waarin lesmethodes zich veilig wanen eens aan de kaak te stellen. Mogelijk zijn zij zelf de eerste die daar wat in zien.

    Like

  5. Onbekend's avatar

    Dit is inderdaad echt schrikken. Die methodemakers moeten nodig bijgepraat worden. Mag ik twee dingen aanvullen bij je blog? Je schrijft dat geoefende lezers geen strategieën meer gebruiken. Ik lees dit vaker, maar dat is niet zo. De aandacht voor leesstrategieën in het onderwijs is juist gekomen doordat uit onderzoek bleek dat geoefende lezers deze strategieën gebruiken. Je kunt dit bijvoorbeeld lezen op https://www.esc15.net/cms/lib/TX07001386/Centricity/Domain/14/Paraprofessional/TRI-Comprehension_Instr.pdf, blz. 6 (pdf). Ook merk je, als je een moeilijke tekst leest, in een andere taal bijvoorbeeld, dat je echt wel betekenissen van onbekende woorden probeert op te helderen, jezelf vragen stelt enzovoort. Verder noem je het onderzoek van Recht en Leslie, waarvan je schrijft dat slechte lezers met meer voorkennis beter presteerden (de tekst begrepen) dan goede lezers met weinig voorkennis. Maar ze presteerden niet beter in dat onderzoek, ze presteerden bijna net zo goed.

    Like

  6. Onbekend's avatar

    Interessant maar ik heb nog enkele vragen.

    Ik mis een sociale context, wat zou de sociografie er mee te maken kunnen hebben?

    Zou het te maken kunnen hebben met de enorme toestroom van NT2 leerlingen in het PO en VO?

    Als je ziet hoe taalarm de meeste leerlingen worden opgevoed en hoe slecht ze zich verbaal kunnen uiten, snap ik wel dat commerciële organisaties hun producten aanpassen ‘aan de markt’om toch de ‘gewenste’ resultaten te halen.

    Uitholling van het onderwijs nummer zoveel..

    En leerkrachten? die zuchten… zien het zelf scherp, maar zijn zo overwerkt dat ze zich alleen nog maar bezighouden met ‘de klas’ en de rest schiet er dan bij in.

    Like

    • Onbekend's avatar

      Dank voor je vragen. Ik hoop dat de sociografie er niets mee te maken heeft en deze reden werd mij ook niet gegeven. Het zou niet goed zijn als de eventuele toestroom van NT2 leerlingen de reden zou zijn om hele methodes tekstarm te maken. Het is juist de taak van een leerkracht om leerstof aan leerlingen zo aan te bieden dat ze het goed begrijpen, niet van een methodemaker. Natuurlijk houden methodemakers rekening met de lezer/gebruiker (basisschool of voortgezet onderwijs), maar de lessen zo rigoureus aan passen door deze geheel tekstarm te maken, heeft een ander uitgangspunt. Bovendien dient dat ook de zwakker lezende of taalzwakkere leerlingen niet. Je ziet het helaas gebeuren bij teksten voor het vmbo. Deze bestaan vaak onterecht uit korte zinnen zonder voeg- en verwijswoorden, waardoor een tekst juist samenhang mist en daardoor moeilijker te begrijpen is. Ik pleit dan ook voor betekenisvolle, rijke teksten. Methodemakers zouden leerlingen en dus ook hun leraren niet moeten onderschatten. Worden leerlingen taalarm opgevoed, dan worden ze niet taalvaardiger door hen korte teksten en filmpjes aan te bieden. Dit wordt dan een vicieuze cirkel of een selffulfilling prophecy. De resultaten zijn wat mij betreft dan ook niet ‘gewenst’. Ik hoop van harte dat methodemakers dit ook gaan inzien. Nogmaals, het is niet de reden die mij verteld werd. De redenen die wel werden aangegeven: filmpjes zouden beter aansluiten bij de huidige eeuw en de manier van leren en zwakke lezers krijgen zo geen hekel aan wereldoriëntatie. Ook zouden leerlingen meer onthouden van beeldmateriaal dan van tekst. Dat uitgangspunt is onwaar.

      Like

Trackbacks/Pingbacks

  1. Tekstrijk | Blogcollectief Onderzoek Onderwijs - 6 april 2020

    […] tijd geleden schreef ik een blog over het gemis van betekenisvolle teksten in het leerlingmateriaal van verschillende methodes voor […]

    Like

  2. Tekstarm II (een vervolg) | Blogcollectief Onderzoek Onderwijs - 26 augustus 2020

    […] op verschillende oude en nieuwe methodes én hun teksten voor de wereldoriënterende vakken. Eerder schreef ik mijn zorgen al op over het gebrek aan betekenisvolle en contextrijke teksten. De aanleiding was toen een andere. Nu […]

    Like

  3. Tekstarm III | Blogcollectief Onderzoek Onderwijs - 12 april 2024

    […] en om een gezamenlijke vocabulaire te hebben in onze democratische samenleving. In eerdere blogs (Tekstarm en Tekstarm II) spreek ik daarom mijn zorgen uit over de methodes voor de zaakvakken die […]

    Like

Geef een reactie op Luc Kumps Reactie annuleren