
“En wat als we nu weer eens gewoon gingen lesgeven?” Onder deze merkwaardige, en intrigerende, titel schreven Eva Naaijkens en Martin Bootsma twee boeken, een voor het po en een voor het vo. Ik moet bekennen dat ik door deze titel enigszins op het verkeerde been werd gezet. Ik verwachtte een vurig betoog tegen ontdekkend en onderzoekend leren en voor expliciete directe instructie (EDI), maar dat viel mee. Hoewel de auteurs er geen geheim van maken een voorkeur te hebben voor EDI, is hun boek zeker niet alleen daarop van toepassing. Het boek gaat niet zozeer over het hoe van lesgeven, als wel over hoe dat lesgeven mogelijk te maken, welke vorm ook onze voorkeur heeft. Anders gezegd, de boeken geven handreikingen om alles wat het lesgeven in de weg staat, weg te nemen. Daarin slagen ze zonder meer. Dat neemt niet weg dat zowel de titel als de inhoud bij mij vragen oproepen.