Karel Verhoeven beleed deze week in een hoofdartikel van De Standaard zijn geloof in het primaat van de politiek, of liever van verkozen politici. Hij deed dat in de aanloop naar onze regionale, federale en Europese verkiezingen van 26 mei en hij deed dat naar aanleiding van beleidsaanbevelingen die een aantal Belgische klimaatexperts deden aan alle nieuw te vormen regeringen van België.

De rol van de experts beperkt zich wat Verhoeven betreft tot het aandragen van wetenschappelijke feiten. In deze blog bekritiseer ik zijn visie, maar ik switch daarvoor naar een ander netelig dossier in een ander beleidsdomein, namelijk dat van de startende leraren in het onderwijs.

Deze blog stelt zich tot doel de onderwijspraktijk te informeren vanuit onderzoek, zonder die te willen leiden. De vraag die ik hier opwerp is in wezen of het onderwijsbeleid informeren over onderwijsonderzoek en over wat er leeft in het onderwijs voldoende is voor experts en ander niet  gehoorde onderwijsactoren? Worden experts er niet ten onrechte van verdacht het onderwijsbeleid te willen leiden? Hoewel niet Amerikaanse maar Vlaamse toestanden me in mijn pen deden kruipen, lijkt de grondgedachte me ook relevant voor Nederland. 

Primaat van de politiek, ja maar

Hoewel ik een pleitbezorger ben van meer burgerparticipatie volg ik Verhoeven dat we verkozen politici nodig blijven hebben om namens de gemeenschap wetten te stemmen en beleid te voeren. Ik haak af waar hij experts beschuldigt de rol van beleidsmaker te willen overnemen om een technocratie te installeren. Van een journalistieke autoriteit verwacht ik een scherpere en bredere blik.

Of het nu over klimaat, sociale zekerheid of onderwijs gaat, Belgische experts ergeren zich aan twee zaken: aan het feit dat politici tekortschieten en aan het feit dat er naar hen en naar bepaalde andere relevante stemmen onvoldoende geluisterd wordt.

In fundamentele beleidsdomeinen die overeenstemmen met hun expertise loopt het fout. Grote delen van het volk vinden net zo goed dat in urgente kwesties politici te traag vooruitgaan en dat ze in andere gevallen zelfs achteruitboeren. Experts trekken aan de alarmbel om hun bezorgdheid te uiten en ze schrijven memoranda om perspectief te bieden. Ze willen niet nog eens regeringen die vijf jaar pappen en nathouden. Hun initiatief is een uitgestoken hand om de verkozenen van het volk te helpen een krachtdadig beleid vorm te geven. Meer nog, ze willen een beter beleid mee legitimeren en er waar nodig het draagvlak voor helpen opbouwen. Wie er een uppercut voor  politici in leest, die leest niet goed. Experts willen de macht niet overnemen.

Experts hebben juist geleerd dat gewoon informeren niet volstaat  

Veel onderzoekers zouden wellicht niet liever hebben dan dat een onderzoeksrapport schrijven zou volstaan. Experten weten dat hun rapporten, als ze al gelezen worden, al te vaak terzijde geschoven worden ofwel partijpolitiek geïnterpreteerd. Partijen filteren eruit wat in hun kraam past en gieten dat in argumenten pro of contra regeringsmaatregelen, gebruiken het als staving voor eigen verkiezingsbeloften en als weerlegging van die van anderen. Voor een auteur is zulke selectieve lezing vaak nog erger dan dat het rapport compleet genegeerd wordt, want wie wil nu dat zijn onderzoek verkeerd gebruikt wordt voor verkeerde doeleinden?

Experts gaan ook daarom publiek.    

Look who’s talking

Achter de publieke claims van experts schuilt nog iets anders. De klassieke overlegstructuren tussen politiek en samenleving zijn verouderd. Politici dialogeren voortdurend formeel en informeel met werkgevers – in ons geval, de zogenaamde onderwijskoepels- en vakbonden. De structuurfout bestaat erin dat de sociale overlegpartners inzake onderwijs niet alle relevante belangengroepen vertegenwoordigen. De leerlingen, de ouderverenigingen en de lerarenopleidingen, om maar die te noemen, hebben geen vinder de pap. De CAO met betrekking tot de starters die in maart 2018 getekend werd tussen deze actoren getuigt daarvan. Het lerarenplatform dat gelanceerd werd diende meer de directies en de vakbonden dan de starters. Directies zouden namelijk de eerste maanden van het schooljaar makkelijker vervangers vinden, de vakbonden verkregen een loonverhoging voor mensen met tientallen jaren ervaring en de starters, ja de starters… die kregen werkzekerheid van 1 oktober – 1 maand na de start van het schooljaar – tot 30 juni, terwijl ze sowieso met te weinig zijn.  

Vooral het algemeen belang wordt te weinig recht gedaan in een scheef systeem met enkele sterke politieke insiders en een grote groep van outsiders. Die laatste groep vertoeft net als de experts in de marge van de macht. Om op zijn minst mee de politieke agenda te bepalen rest hen geen andere keuze dan roepen om aandacht. Elke vogel zingt zoals hij gebekt is, de een komt op straat, de ander neemt publiek stelling op een manier die nieuwswaarde heeft: scherp en polemisch. Dat is hun lot, want het staat soms haaks op hun kernboodschap, een vraag om overleg en brede samenwerking.

Vreemd toch dat een politiek commentator en hoofdredacteur van een belangrijke krant in Vlaanderen daar niet bij stilstaat. Zelf maakt hij deel uit van de vierde macht, oefent hij druk uit en doet hij dus meer dan het nieuws brengen en het duiden. Hij mag dat uiteraard doen, maar zijn opgestoken vingertje naar de experts is er voor mij te veel aan. Experts mogen toch meer doen dan opinies ventileren in 450 of 750 woorden in hun kranten?

Wie verdedigt de starter?

Zoals gezegd illustreert het onderwijsdossier van de startende leraar dit democratisch probleem dat tegelijk een onderwijsprobleem is. Negentien organisaties uit de volle breedte van het onderwijsveld ondertekenden een manifest dat een goede startbaan en verdere professionalisering van leraren koppelt aan onderwijskwaliteitsverbetering. De onderwijsvakbonden, die in theorie de starters vertegenwoordigen, tekenden niet. Die mededeling van het gemeenschappelijk vakbondsfront maanden terug valt vandaag nog moeilijker te begrijpen. Maandag bezorgden ze immers nog persoonlijk een eigen memorandum aan alle Vlaamse politieke partijen waarin ze zelf voor goede startbanen en een dito aanvangsbegeleiding pleiten.

Maar wie hun nieuwste tekst van twaalf pagina’s aandachtig leest, stuit niet op een voortschrijdend inzicht van een aanstaande bondgenoot. Het gemeenschappelijk vakbondsfront stelt benoemde leraren centraal als voorwaarde voor kwaliteitsvol onderwijs. Zij moeten als autonome professionals erkend worden en goede arbeidscondities krijgen in stabiele teams. Directies dan weer moeten aan handen en voeten gebonden blijven als ze personeelsbeleid voeren.

Kortom:

Overheid, soigneer de starters, maar vraag de benoemden niet om zich flexibel op te stellen. Anciens zijn zelf ook eerst een aantal jaren door de shit gegaan. De aantrekkelijkheid van het lerarenberoep is belangrijk, maar die moet je maar op een andere manier verhogen.

Zulke kromme onverantwoordelijke redeneringen dwingen experts ook tot actie. Breekt de zwakste schakel dan breekt de ketting. Ons onderwijs is staatszaak en familiezaak. Ons economisch systeem draait erop en nagenoeg iedereen is er permanent persoonlijk bij betrokken als leerling, (groot)ouder of leerkracht. Net omdat belangen van kwetsbare groepen zoals de starters, toekomstige generaties en -bij uitbreiding- het algemeen belang onvoldoende verdedigd worden, claimen experts een plekje onder de zon.

Wie toch verkeerde motieven op de experts projecteert, luistert beter ook eens naar wat insiders in de politieke wandelgangen zeggen en leest kritisch wat ze vrank en vrij op schrift stellen. Onze kwaliteitskranten lezen volgens mij trouwens zelden de rapporten waar ze over berichten. Ze vertrekken van de perstekst. Anders hadden ze bijvoorbeeld zelf toch ook gezien dat in de CAO van maart 2018 niet stond wat de onderhandelaars erover vertelden en dat de starters in de kou bleven staan.

Legitieme gesprekspartner of exclusieve gesprekspartner?

De Vlaamse onderwijsbonden onderlijnen in hun memorandum herhaaldelijk hun rol als volwaardige onderwijspartners. Ze stellen expliciet dat ze de enige legitieme vertegenwoordigers van het onderwijspersoneel zijn. Of de startersgroep die visie deelt, betwijfel ik sterk. Individueel worden ze -als ze zich aansluiten- ongetwijfeld professioneel verdedigd, als groep zijn ze quantité négligeable. Waar ik minder aan twijfel is dat de onderwijsvakbonden tuk zijn op het behoud van hun exclusieve machtspositie naast de onderwijskoepels en het kabinet. Burger- en experteninitiatieven zoals het manifest van de startende leraar stellen deze geprivilegieerde posities in vraag. Wat de 19 vragen snijdt hout, wie het vraagt snijdt nog meer. Dat weten zij met hun dossierkennis en politiek vernuft als geen ander.

Experts zouden voor minder aan politiek doen.

De vraag blijft hoe experts dan aan politiek doen, als ze het doen. Schrijven ze een manifest van het gezond verstand waarmee ze bewust op brede steun mikken, een manifest dus waarvan ze denken dat iedere weldenkende organisatie er zal kunnen achterstaan, ook onderwijskoepels en vakbonden, lerarenopleidingen en hoger onderwijsinstellingen, leerlingen en –studentenkoepels, ouderverenigingen, onderwijsondersteunende en niche organisaties in het brede onderwijsveld?

Of gaan ze actief lobbyen voor een concrete aanpak waarvan ze weten dat niet iedereen die zal onderschrijven, omdat elke concretisering meer of minder bij de concrete belangen van de ene of de andere actor zou aansluiten?

Wij kozen voor de eerste optie, een optie die nog heel veel ruimte liet aan politici om mee hun stempel te zetten op een breed gedragen visie, een optie die politici de leiding laat in het proces van verdere concretisering en operationalisering samen met de onderwijsadministratie, de ondertekenaars en andere andersdenkende actoren.

Gevaar voor de democratie of toppunt van democratie? 

Staan alle verkozen democraten en alle insiders open voor experts die meer doen dan een theory of improvement bedenken voor projecten die misschien nooit in de praktijk gebracht kunnen worden? Tonen ze begrip voor experten en andere outsiders die een theory of change bedenken die hen moet toelaten bij te dragen aan de verandering in plaats van enkel kritiek te spuien op politici van aan de zijlijn?

Ja, die politici bestaan. Sommigen toonden al interesse.

Ja, ook die insiders bestaan. Sommigen tekenden het manifest en vergroten er mee de legitimiteit en slagkracht van.

En ja, ook journalisten hadden er oor naar en gaven mee ruchtbaarheid aan de campagne door er artikels over te schrijven of vrije tribunes te publiceren.

Dank aan allen daarvoor. Maar we zijn er nog niet. Het nieuwe beleid moet nog vorm krijgen en het moet nog geïmplementeerd worden. Dat vergt pas samenwerking.

Noot

Bij het uitdenken van de strategie rond het manifest van de startende leraar vond ik veel inspiratie in een reader van Iskander De Bruycker, politicoloog en docent van het vak Interest Groups aan Universiteit Antwerpen. Nogmaals dank daarvoor.

Aan twee heel inspirerende artikels daaruit refereer ik hierboven impliciet:

Het gegeven dat bepaalde drukkingsgroepen insiders zijn en andere outsiders en dat ze op andere manieren kunnen of moeten lobbyen haalde ik vooral uit dit artikel.   

Beyers, J., Eising, R. and Maloney, W. A. (2008) Researching Interest Group Politics in Europe and Elsewhere: Much we Study, Little we Know? West European Politics 31(6): 1103-28.

Het gegeven dat heel wat landen tot op de dag van vandaag (neo-)corporatistisch georganiseerd zijn, met sterke politieke vertegenwoordiging van werkgevers en vakbonden, ook buiten het sociaaleconomische domein vond ik o.a. in het onderstaande artikel. Lees hier geen pleidooi in om die traditionele machtsgroepen te verdringen, net zomin als deze blog een pleidooi is om politici af te zetten. Het gaat om verruiming van de participatie.

Binderkrantz, A. S., Christiansen, P. M., & Pedersen, H. H. (2015). Interest group access to the bureaucracy, parliament, and the media. Governance, 28(1), 95-112.

0 0 votes
Article Rating
Abonneren
Abonneren op
guest

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

1 Reactie
nieuwste
oudste meest gestemd
Inline Feedbacks
View all comments

About johandewilde

Docent in de professionele Bacheloropleiding Kleuteronderwijs Odisee, staflid van de Dienst Onderwijs en Kwaliteit van de hele hogeschool en coördinator van www.MyCompass.be breed geïnteresseerd in onderwijskundige thema's, maar bijzonder in startende leraren en informeel leren. werkte voorheen in binnen- en buitenland als leraar, vormingswerker, projectcoördinator en onderwijsadviseur.

Category

onderwijs