Van topschool naar zorgenkindje

Op dinsdagochtend 16 april stond er in De Limburger een artikel met de titel ‘Van topschool naar zorgenkindje”. Het ging over het Stella Maris College in Meersen. Sinds die school koos, zonder aanwijsbare redenen voor de Kunskapskolan-methode (gepersonaliseerd leren naar Zweeds model)
– behalve misschien dat het hip klonk – zien ze “fors minder aanmeldingen, klagende ouders en een opgestapte directeur. Hoe het Stella Maris College in Meerssen van topschool tot lijdend voorwerp van een lopend inspectie-onderzoek werd.”

Er is een beroemde Amerikaanse gezegde: If it ain’t broke, don’t fix it (als het niet kapot is moet je het ook niet repareren). Stella Maris College in Meerssen stond bekend bij ouders en kinderen als goede, zeer gewilde school. De kinderen kregen goed onderwijs, de resultaten waren uitstekend, de leerkrachten waren bekwaam en ouders van heinde en ver stuurde hun kinderen naar die school. Terwijl er niets aan de hand was (d.w.z. niets was gebroken) besliste men daar om het onderwijs tocht stevig te veranderen (d.w.z. repareren)! De hippe Kunskapsskolan-methode uit Zweden moest zo nodig worden ingevoerd. Ik had heel veel van deze methode gehoord, maar mijn laatste bezoek aan Zweden leerde mij dat veel mensen daar grote problemen hebben met die wondermethode en zijn die scholen liever kwijt dan rijk. Cijfers daar gaan achteruit, kinderen ontberen de nodige basiskennis, enzovoorts. Maar voor de Nederlander is het sexy, vernieuwend en innovatief, dus…Goed getrainde docenten worden coaches, er worden geen standaardlessen meer gegeven maar ‘gepersonaliseerd’ onderwijs op leerpleinen waar leerlingen eigenaren van hun eigen leerproces worden en zelf hun eigen leertempo bepalen (de inhoudsloze maar hip-klinkende kreten van onderwijsgoeroes en hun volgelingen vliegen je hier om de oren), het advies van de toenmalige directie die stevige vraagtekens had werd genegeerd, en dit ‘hippe’ onderwijsconcept werd ingevoerd. En nu zijn de rapen gaar. Ouders en leerlingen zijn ontevreden en lopen weg, betrokkenen zeggen dat het chaos is op de school en een hoog aangeschreven school is een zorgenkindje geworden. En wat horen wij? In ieder geval niet dat het een domme onnodige zet was om de school te herinrichten, maar dat “we hadden ons curriculum niet op orde”, er “een strakke leiding is nodig is”…

Ik heb een andere nieuwe kreet , naast ‘If it ain’t broke, don’t fix it’, die ik zou willen toevoegen aan discussies over het al dan niet vernieuwen van het onderwijs, namelijk: Stilstaan is niet achteruitgang maar een gelegenheid voor reflectie’. In het Engels zegt men misschien zeggen ‘stop and smell the roses’. Neem de tijd om goed te kijken naar wat je al hebt. In Nederland hebben (of hadden) wij uitstekend onderwijs waar er af en toe wat aan te merken viel, maar… Voor dat je iets nieuws gaat bedenken of doen, kijk eerst goed naar wat je hebt, ga na wat er echt mis en verbeterd kan/moet worden en als je dat allemaal hebt gedaan, dan doe iets maar met beleid.

Tot slot: Het is de hoogste tijd dat wij ophouden met het uitvoeren van zulke ingrijpende experimenten in het onderwijs. Twee van de belangrijkste conclusies van de Commissie Dijsselbloem waren dat: (1) de analyse van problemen tekort schoot en (2) er grote risico’s werden genomen met kwetsbare leerlingen Leerlingen zijn geen proefdieren! De schade die je hen aanbrengt blijft hun leven lang,

Paul A. Kirschner's avatar

Over Paul A. Kirschner

Nederlands: Paul A. Kirschner (1951) is Emeritus hoogleraar Onderwijspsychologie aan de Open Universiteit (Nederland), eredoctor (doctor honoris causa) aan Oulu University (Finland), Gastprofessor aan de Thomas More Hogeschool (België) en eigenaar van kirschner-ED. Hij was eerder Universiteitshoogleraar en hoogleraar Onderwijspsychologie aan de Open Universiteit, Visiting Professor Onderwijs met een leerstoel in Leren en Interactie in de Lerarenopleiding aan Oulu University, hoogleraar Onderwijswetenschappen aan de Universiteit Utrecht, hoogleraar Contact- en Afstandsonderwijs aan de Universiteit Maastricht en Visiting Professor aan de Open University of Catalonia (Spain). Hij is een internationaal erkende expert op zijn gebied met meer dan 350 wetenschappelijke publicaties. Hij heeft zitting gehad in de Onderwijsraad in de periode 2000-2004 en de Wetenschappelijk Technische Raad van SURF van 2009-2019. Hij is Fellow van de American Educational Research Association (NB de eerste Europeaan aan wie deze eer werd toegekend), de International Society of the Learning Sciences en de Netherlands Institute for Advanced Study in the Humanities and Social Science of the Royal Dutch Academy of Sciences (NIAS-KNAW). Hij was president van de International Society of the Learning Sciences in de periode 2010-2011. Hij is hoofdredacteur van de Journal of Computer Assisted Learning en commissioning editor van Computers in Human Behavior. Hij heeft veel boeken (mede)geschreven, o.a. Ten steps to complex learning (Routledge/Erlbaum), Op de Schouders van Reuzen en Wijze Lessen: Twaalf Bouwstenen voor Effectieve Didactiek (beiden gratis verkrijgbaar op het web), twee boeken over mythes in het onderwijs Jongens zijn Slimmer dan Meisjes XL en Juffen zijn Toffer dan Meesters (beiden ook in het Engels verschenen), Evidence Informed Learning Design, and How Learning Happens: Seminal Works in Educational Psychology and What They Mean in Practice. Hij schrift ook regelmatig voor Didactief (de kolom KirschnerKiest over wat docenten kunnen met wetenschappelijke resultaten). Hij wordt gezien als expert op veel gebieden en vooral het ontwerpen van effectief, efficiënt en bevredigend onderwijs, computerondersteund samenwerkend leren (CSCL), mediagebruik in het onderwijs en het verwerven van complex cognitieve vaardigheden. English: Paul A. Kirschner, dr.h.c. (1951) is Emeritus Professor Educational Psychology at the Open University of the Netherlands, Guest Professor at the Thomas More University of Applied Science in Mechelen, Belgium, Honorary Doctor (Doctor Honoris Causa) at the University of Oulu, Finland, and owner of kirschner-ED which carries out educational consultancy, masterclasses for teachers, school heads and educational policy makers, and keynotes/presentations at conferences and other educational get-togethers. He is a Research Fellow of the American Educational Research Association, the International Society of the Learning Sciences, and the Netherlands Institute for Advanced Study in the Humanities and Social Science. He is a past President (2010-2011) of the International Society of the Learning Sciences and former member of the Dutch Educational Council and the Scientific Technical Council of the Foundation for University Computing Facilities (SURF WTR). He is chief editor of Journal of Computer Assisted Learning and commissioning editor of Computers in Human Behavior. He has also published more than 350 scientific articles as well as many popular articles for teacher journals. As for books, he is co-author of How Learning Happens: Seminal Works in Educational Psychology, Evidence Informed Learning Design, Urban Myths about Learning and Education and More Urban Myths about Learning and Education as well as of the highly successful book Ten Steps to Complex Learning, and editor of two other books (Visualizing Argumentation and What we know about CSCL). He is seen as an expert in many areas and in particular the design of effective, efficient and enjoyable education, computer-supported collaborative learning (CSCL), media use in education, and the acquisition of complex cognitive skills.

7 Reacties naar “Van topschool naar zorgenkindje”

  1. Onbekend's avatar

    Als er meer zorgvuldig onderwijskundig onderzoek mogelijk zou zijn, zoals ook aangegeven in het rapport van de onderwijsinspectie, zouden scholen zich gedegen kunnen oriënteren voordat zij beginnen met goedbedoelde, maar niet bewezen, vernieuwende onderwijsmodellen.
    Leerlingen zijn inderdaad geen proefdieren, daar houden zij de rest van hun leven een achterstand aan over.
    Het verbaast mij dat we met z’n allen in onderwijswereld nou nog niet geleerd hebben van alle ‘vernieuwingen’ sinds de jaren ’80 waarvan de meeste ook onbewezen waren.
    Uiteraard hoort innovatie, met de tijd meegaan, met deze generatie meedenken, ook bij het onderwijs, maar goede reflectie op wat er al staat (bewezen goed is) hoort hier inderdaad bij.
    Kijk eerst eens naar wat werkt, naar de leerlingen en wees daar ook reëel in, wat kunnen leerlingen daadwerkelijk aan?
    En als je echt iets wil veranderen zou dat op een wetenschappelijk verantwoorde manier moeten gebeuren.

    Like

  2. Onbekend's avatar

    Ook onze school, de OSG de Hogeberg op Texel, is twee jaar geleden met het KED programma in zee gegaan. Aan het einde van het lopende schooljaar stoppen we met de methode.
    Hoewel het concept van ‘gepersonaliseerd leren’ op het eerste gezicht zeer aantrekkelijk is, blijkt al heel snel dat van personaliseren hier geen sprake is.
    Een gestandaardiseerd curriculum dat inhoudelijk aan alle kanten rammelt. Veel secties hebben vanaf het begin hun bedenkingen geuit ten aanzien van de vakinhoud. In combinatie met 30 minuten instructie lessen en aansluitende ‘zoek het uit’ studieuren heeft dit geleid tot een enorm verloop onder het personeel en het predicaat zwak voor vwo en vmbo met als topper een zeer zwakke HAVO.
    Er wordt nu met man en macht gewerkt om de schade weer te herstellen want een middelbare school is van vitaal belang voor het eiland Texel.

    Like

  3. Onbekend's avatar

    Bij deze school is gebeurd, wat we veel in onderwijsland zien. Een manager voert een nieuw onderwijsconcept waar hij zich mee probeert te profileren. Als ik het verhaal goed begrijp is deze onderwijsmanager de heer Jacques van Loo geweest. De man is inmiddels met pensioen, maar de leerlingen en docenten zitten met de problemen.
    Ik trek hier de conclusie uit dat we moeten zorgen dat de mensen die het onderwijs geven weer gaan bepalen hoe dit gaat. Zo te lezen waren de docenten goed in de werkwijze die ze hanteerden, anders waren ze geen topschool. Dat mag je dan niet zomaar afpakken en van bovenaf een nieuwe methode opleggen, of dat nu een goede of slechte methode is, je weet dat het dan fout loopt. Dat heeft de praktijk van de afgelopen jaren al aangetoond. Als er nieuwe methodes ingevoerd gaan worden doe dat dan vanuit de mensen die het uitvoeren en in een tempo die bij de organisatie past. Dan heb je ook de tijd om te kijken wat goed werkt en wat niet. Het is de taak van de onderwijskundigen goede ondersteuning te geven aan dit proces.

    Like

  4. Onbekend's avatar

    Een verandering van onderwijsconcept vraagt altijd om een doordachte invoering. Dat is hier nogal duidelijk niet gebeurd. Vervelend incident dit.

    Gelukkig zijn innovatieve scholen over het algemeen doordacht en succesvol bezig. Zie bijvoorbeeld dit artikel van enkele vooraanstaande wetenschappers. https://didactiefonline.nl/blog/blonz/veel-innovatieve-scholen-zijn-succesvol-en-bewust-bezig

    Like

  5. Onbekend's avatar
    1. Op de eerste plaats in het onderwijs staat men nooit stil. Of, anders gezegd, het is altijd in ontwikkeling. Iedere docent die zijn les voorbereidt neemt zijn ervaringen m.b.t. inhoud, werkvorm, en de leerlingen zelf, opgedaan in de vorige les, in een parallel klas, in een vorig schooljaar of gedeelde ervaringen van collega’s mee in zijn lesvoorbereiding.
      De tegenstelling stilstaan of vernieuwen is een schijnconstructie.
    2. Dat zelfde geld voor toekomstbestendig of traditioneel onderwijs. Goed onderwijs is, mede omdat het zich uit de aard van de zaak altijd ontwikkelt (zie hierboven onder 1), toekomstbestendig onderwijs.
    3. De door jou beschreven voorbeelden, maar dat geldt ook voor vele andere, kenmerken zich door het gegeven dat het om vanuit het management geïnitieerde initiatieven betreft. Het zijn dus niet de professionals die op grond van hun dagelijkse ervaringen verbeteringen of veranderingen voorstellen. Sterker, verzet, weerstand, twijfels worden genegeerd. En helaas zien we dat de garanties die het onderwijs systeem kent om pedagogische ruimte, de relatieve professionele autonomie die door de leraren ingevuld dient te worden, onvoldoende bescherming bieden. Medezeggenschap wordt genegeerd. Het wettelijk verplichte lerarenstatuut, waarin de verantwoordelijkheden van de leraar beschreven en beschermd worden, komt niet van de grond.
    4. Toen ik ooit Limburg verliet deed ik dat met de gedachte dat als de wereld vergaat ik nog wel terug kan. Want in Limburg gebeurd alles 25 jaar later. De wereld bestaat nog, ik ben weer regelmatig terug maar zie dat de scholen over elkaar heen tuimelen, de een nog innovatiever dan de andere. Onlangs hoorde ik iemand, als verklaring van dit verschijnsel, het woord KRIMPSTRESS gebruiken.
      Dalende leerlingenaantallen motiveren schoolmanagers om initiatieven te ontwikkelen om hun marktaandeel te vergroten (en de aanmeldingen / schoolgrootte op het zelfde niveau te houden). Met als gevolg marketing gecamoufleerd door een pedagogisch verhaal. en, dat verkoopt altijd, of het nu om auto’s of wasmiddelen gaat. onder het motto nieuw, vernieuwend, maatwerk o.i.d.
    5. “Stop and smell the roses”.
      Dat de leraar door bovenstaande zich steeds meer een vreemdeling in zijn klas voelt spreekt voor zich. Lerarentekorten, een groot aantal jonge leraren die snel afhaakt, etc. hangen daar mee samen.
      Als lerarenvereniging ondersteunen we leraren om hun positie als professional weer/meer in te gaan nemen. Om medezeggenschap de rol te geven waar het (door de wetgever) voor bedoeld is en organiseren wij bijeenkomsten (o.a. in kloosters) waar we afstand nemen van de hectiek van de dag, waar we stil staan bij wat ons beweegt, wat ons motiveert.

    Like

  6. Onbekend's avatar

    Helaas staat de huidige toetscultuur en het regeringsbeleid van de laatste jaren haaks op allerlei op zich mooie ontwikkelingen in het onderwijs. Denk bijvoorbeeld aan Passend Onderwijs, een prachtig initiatief, maar helaas uitgevoerd als een verkapte bezuinigingsmaatregel.

    Ik weet te weinig over Kunskapskolon om er een goed oordeel over te geven, maar als docenten er de rol van ‘begeleider’ van onderwijsprocessen moeten aannemen in plaats van het geven van waarvoor ze zijn opgeleid: goed onderwijs, dan zijn we op de verkeerde weg.

    Zou het niet beter zijn om meer te investeren (geld en kennis) in goed onderwijs en rigoreus de toetscultuur (met de rol van de inspectie als waakhond) uit ons land te weren? Niet iedere leerling is gelijk en de ontwikkeling tot excellente school gaat vaak ten koste van een grote groep leerlingen die wel baat zouden hebben bij meer passend onderwijs.

    Like

Geef een reactie of deel je eigen ervaringen. Graag met je volledige naam en achternaam ondertekenen, geen pseudoniemen. Anonieme reacties worden verwijderd.