Schijnargumenten en Drogredeneringen

Er zijn veel schijnargumenten/drogredeneringen [EN: logical fallacies] die gebruikt worden om een discussie te vertroebelen en feiten tegen te werken. Hieronder vindt de lezer een mooie afbeelding van twintig daarvan:

Neem “anecdotal” [anekdotisch]. Anekdotisch ‘bewijs’ is gebaseerd op een enkel voorval van iets dat soms/vaak door de persoon zelf ervaren. Het maakt, bijvoorbeeld, niet uit hoe vaak er empirisch wetenschappelijk bewezen is dat leerstijlen pure onzin zijn, het standaardantwoord van sommige ouders en docenten (die beter moeten weten): “…maar bij mijn kind / bij die en die leerling werken beelden veel beter dan woorden”.

Een andere vaak gebruikte drogredenering is de ‘strawman’ [stropopredenering / een stroman is een vogelverschrikker] waarbij men niet het werkelijke standpunt van de tegenstander weerlegt maar een (karikaturale) variant daarvan. Koploper hier is het wegzetten van directe instructie als uitsluitend klassikaal frontaal onderwijs (waarbij de leerkracht praat en de leerling slechts luistert).

En laten wij de ‘appeal to authority’ [ beroep op autoriteit of argumentum ad verecundiam (Latijn voor ‘argument uit respect’)] die uitvoerig hier behandeld is, niet vergeten. Hier gaat het over een wijze van redeneren waarbij een bewering berust op de autoriteit of de geloofwaardigheid van degene die de bewering doet. Neem het papegaaien van de ideeën van Sir Ken Robinson, Sugata Mitra, Amy Chua en andere eduquacks als voorbeeld hiervan. Diegenen die hen nablaten, vragen zich geen moment af waarop de ideeën van deze mensen precies gebaseerd zijn. Dat is natuurlijk, om het zacht uit te drukken, reuze jammer.

Wat wij ook vaak zien en ervaren, is wat je zou kunnen noemen een variatie van de ‘ad hominem’ redenering. Ad hominem is Latijn voor “argument op de mens” en is een logische drogreden die “de positie van de opponent in diskrediet brengt; een tegenwerping die betrekking heeft op de persoon die een bewering doet, niet op de bewering zelf[1].

Hier wordt gesteld, bijvoorbeeld, omdat een onderzoek(st)er zelf geen docent is of is geweest, kan haar/zijn standpunt niet kloppen. Klinkt logisch, maar…

Neem, bijvoorbeeld, de volgende twee onderzoekers. Louis Pasteur ontdekte dat microben veel ziekten veroorzaakten en was uitvinder van vaccins voor o.a. hondsdolheid en antrax. Jonas Salk was de uitvinder van het poliovaccin. Beide heren hebben veel bijgedragen aan de medische wetenschappen om niet te spreken van ons aller gezondheid , doch beidewaren geen artsen.

    

Louis Pasteur (1822-1895)                                        Jonas Salk (1914-1995)

Pasteur studeerde scheikunde en biologie en heeft nimmer als arts gewerkt terwijl Salk wel medicijnen studeerde maar na zijn afstuderen onderzoeker geworden is. Moeten hun theorieën, uitvindingen enzovoorts verworpen worden omdat zij geen artsen waren en nooit met patiënten zijn omgegaan?

Het onderwijs zit hier ook vol van. Enkele voorbeelden van mensen die weliswaar geen leerkracht zijn, maar zeer waardevolle bijdragen aan (inzicht in wat al dan niet effectief is in) het onderwijs hebben geleverd, zijn:

  • Henry Roediger en Jeffrey Karpicke: retrieval practice oftewel de effecten van (zelf)toetsen aan het leren;
  • Richard Mayer: onderwijspsycholoog en bedenker van de cognitieve theorie van multimedia leren;
  • Ernst Rothkopf: onderzoeker bij Bell Laboratories die de (mathemagenische) effecten van toegevoegde vragen aan het leren duidelijk maakte; ja en zelfs
  • Jean Piaget: een Zwitsers psycholoog die de cognitieve psychologische ontwikkeling van kinderen bestudeerde

Ik zou zeggen: Denk erover na!

[1] https://nl.wikipedia.org/wiki/Argumentum_ad_hominem

Paul A. Kirschner's avatar

Over Paul A. Kirschner

Nederlands: Paul A. Kirschner (1951) is Emeritus hoogleraar Onderwijspsychologie aan de Open Universiteit (Nederland), eredoctor (doctor honoris causa) aan Oulu University (Finland), Gastprofessor aan de Thomas More Hogeschool (België) en eigenaar van kirschner-ED. Hij was eerder Universiteitshoogleraar en hoogleraar Onderwijspsychologie aan de Open Universiteit, Visiting Professor Onderwijs met een leerstoel in Leren en Interactie in de Lerarenopleiding aan Oulu University, hoogleraar Onderwijswetenschappen aan de Universiteit Utrecht, hoogleraar Contact- en Afstandsonderwijs aan de Universiteit Maastricht en Visiting Professor aan de Open University of Catalonia (Spain). Hij is een internationaal erkende expert op zijn gebied met meer dan 350 wetenschappelijke publicaties. Hij heeft zitting gehad in de Onderwijsraad in de periode 2000-2004 en de Wetenschappelijk Technische Raad van SURF van 2009-2019. Hij is Fellow van de American Educational Research Association (NB de eerste Europeaan aan wie deze eer werd toegekend), de International Society of the Learning Sciences en de Netherlands Institute for Advanced Study in the Humanities and Social Science of the Royal Dutch Academy of Sciences (NIAS-KNAW). Hij was president van de International Society of the Learning Sciences in de periode 2010-2011. Hij is hoofdredacteur van de Journal of Computer Assisted Learning en commissioning editor van Computers in Human Behavior. Hij heeft veel boeken (mede)geschreven, o.a. Ten steps to complex learning (Routledge/Erlbaum), Op de Schouders van Reuzen en Wijze Lessen: Twaalf Bouwstenen voor Effectieve Didactiek (beiden gratis verkrijgbaar op het web), twee boeken over mythes in het onderwijs Jongens zijn Slimmer dan Meisjes XL en Juffen zijn Toffer dan Meesters (beiden ook in het Engels verschenen), Evidence Informed Learning Design, and How Learning Happens: Seminal Works in Educational Psychology and What They Mean in Practice. Hij schrift ook regelmatig voor Didactief (de kolom KirschnerKiest over wat docenten kunnen met wetenschappelijke resultaten). Hij wordt gezien als expert op veel gebieden en vooral het ontwerpen van effectief, efficiënt en bevredigend onderwijs, computerondersteund samenwerkend leren (CSCL), mediagebruik in het onderwijs en het verwerven van complex cognitieve vaardigheden. English: Paul A. Kirschner, dr.h.c. (1951) is Emeritus Professor Educational Psychology at the Open University of the Netherlands, Guest Professor at the Thomas More University of Applied Science in Mechelen, Belgium, Honorary Doctor (Doctor Honoris Causa) at the University of Oulu, Finland, and owner of kirschner-ED which carries out educational consultancy, masterclasses for teachers, school heads and educational policy makers, and keynotes/presentations at conferences and other educational get-togethers. He is a Research Fellow of the American Educational Research Association, the International Society of the Learning Sciences, and the Netherlands Institute for Advanced Study in the Humanities and Social Science. He is a past President (2010-2011) of the International Society of the Learning Sciences and former member of the Dutch Educational Council and the Scientific Technical Council of the Foundation for University Computing Facilities (SURF WTR). He is chief editor of Journal of Computer Assisted Learning and commissioning editor of Computers in Human Behavior. He has also published more than 350 scientific articles as well as many popular articles for teacher journals. As for books, he is co-author of How Learning Happens: Seminal Works in Educational Psychology, Evidence Informed Learning Design, Urban Myths about Learning and Education and More Urban Myths about Learning and Education as well as of the highly successful book Ten Steps to Complex Learning, and editor of two other books (Visualizing Argumentation and What we know about CSCL). He is seen as an expert in many areas and in particular the design of effective, efficient and enjoyable education, computer-supported collaborative learning (CSCL), media use in education, and the acquisition of complex cognitive skills.

10 Reacties naar “Schijnargumenten en Drogredeneringen”

  1. Onbekend's avatar

    Paul, een drogredenering IS een logical fallacy. Jouw ‘EN’ is dubbelop.
    Misschien is het goed je te realiseren dat ‘argumentum ad verecundiam’ ook jou kan betreffen: mensen die jouw argumenten kritiekloos overnemen omdat jij professor bent.
    En termen gebruiken als napapegaaien en andere hyperbolen zijn ook vormen van logical fallacies (drogredenen). Kijk maar in je lijst. Het getuigt bovendien niet van respect voor de mensen die misschien wel heel goede argumenten hebben voor de ideeën die jij afwijst. Een zakelijke discussie gebaseerd op goede argumenten is dan op zijn plaats.
    Verder begrijp ik niet goed tegen wie je stuk zich richt. Misschien kun je een post op deze groepsblog noemen die in jouw ogen drogredenen gebruikt. Dan kunnen we daar een dialoog over hebben.

    Like

    • Onbekend's avatar

      Dick,
      1. De titel is schijnargumenten en drogredeneringen en die zijn niet hetzelfde (in de tekst staat na drogredenering wat de Engelse term is), dus ik begrijp echt niet waar jouw opmerking op slaat
      2. Daarbij, men kan inderdaad mij gebruiken in een ‘argumentum ad verecundiam’ en dat vind ik ook niet goed, Vandaar dat ik altijd wetenschappelijke bronnen gebruik en citeer (mestal met links) in de hoop dat men mij niet op mijn woord ‘geloven’ en naspreken maar dat zij ook betrouwbaar en valide empirisch bewijs gebruiken. Met andere woorden, hier begrijp ik jouw probleem ook niet.
      3. Tot slot, waarom moet mijn blog over een bepaalde persoon gaan? Of voel jij je aangesproken ;-)? In ieder geval, ik had ‘nobody in particular’ voor ogen toen ik het stuk schreef.

      Like

  2. Onbekend's avatar

    Dit stuk bevat meerdere beweringen die niet onderbouwd zijn. Als deze wenken over drogredenen bedoeld zijn om het op deze wijze doen van beweringen te voorkomen, dan zou het Paul sieren wanneer die beweringen alsnog van onderbouwingen worden voorzien. Zo niet, zie: special pleading.

    Koploper hier…luistert). Als deze beweringen betekenisvol is, dan heeft Paul een soort impliciet klassement van het gebruik van de stroman in onderwijsdiscussies voor ogen. Waar is het anders koploper van? Ik zie het klassement graag tegemoet.
    Papegaaien van…gebaseerd zijn. Dit zou een truïsme kunnen zijn in de zin dat papegaaien per definitie uitsluit dat het je interesseert waarom iemand iets vindt. Paul zal vast niet bedoelen iets op te schrijven dat zo irrelevant is. Dus beweert hij dat mensen die hun vertrouwen in de genoemde figuren stellen zich allemaal niet afvragen waarom zij zeggen wat ze zeggen. Veel succes Paul met het nalopen van de opvattingen van elke volgeling. En dan bedoel ik ook elke, want een universele uitspraak van deze vorm kan weerlegd worden door een enkel tegenvoorbeeld.
    Hier wordt gesteld. Wie stelt dit? Zonder enig voorbeeld heb ik geen enkele reden om aan te nemen dat dit überhaupt door iemand wordt gesteld. Of wordt er bedoeld dat het zou kunnen? In dat geval is het op zijn minst slordig geformuleerd.

    Like

  3. Onbekend's avatar

    Bedankt voor deze blog. Het is geen onbekende materie, maar wel goed om er af en toe aan herinnerd te worden. Hier een link naar een leesbare versie van de eerste afbeelding: https://i2.wp.com/simpelentreffend.nl/wp-content/uploads/2014/05/FallaciesPoster.jpg

    Like

Trackbacks/Pingbacks

  1. Ontwerpen van leerinterventies op een evidence-informed manier | Blogcollectief Onderzoek Onderwijs - 7 juli 2018

    […] zij/hij een autoriteit is of een (zelbenoemde?) expert. (Paul heeft een tijdje geleden ook over schijnargumenten en drogredeneringen geblogd en hier ook over Eminence-Based Onderwijs of De Terreur van Overbekende Eduquacks waarin […]

    Like

Geef een reactie op Pedro Reactie annuleren