Piek samengevat: Wat is doelgerichte en doelbewuste training? En weg met talenten?
Piek is een interessant boek van Anders Ericsson en Robert Pool en geeft een alternatief voor het bekende boek Outliners van Malcolm Gladwell. En een goed alternatief, want het werk van Ericsson was een belangrijke basis voor Gladwell (die het echter niet zo best begrepen had).
Ericsson stelt dat gewoon herhalen en inoefenen van wat je wil leren weinig effectief is. Noem het een zesjescultuur, je bent blij als je een gemiddeld niveau haalt, noem het een verklaring waarom een leerkracht na jaren niet meer beter wordt.
Tegenover deze naive vorm van training stelt hij doelgerichte training voor met de volgende kenmerken:
- Doelgerichte training heeft duidelijk omschreven, specifiek doelen. Het zijn een groot aantal kleinere stappen om een doel op lange termijn te bereiken.
- Doelgerichte oefening is geconcentreerd.
- Doelgerichte training vraagt om commentaar (zou zelf feedback schrijven). De commentaar kan van een buitenstaander, maar ook van jezelf komen.
- Doelgerichte training eist dat we uit onze comfortzone komen. De lat hoger willen leggen, eventueel anders aanpakken ipv herhalen. Zelf zie ik ook een link met de zone van naaste ontwikkeling.
Maar omdat doelgerichte training nog verschillende resultaten kan opleveren, stelt Ericsson ‘doelbewuste training’ als variant voor:
- Doelbewuste training ontwikkelt vaardigheden waarover anderen al beschikken en waarvoor effectieve trainingstechnieken bestaan.
- Doelbewuste training vindt plaats buiten iemands comfortzone.
- Doelbewuste training gaat uit van een duidelijk gedefinieerde doelstelling en draait om het verbeteren van een bepaald aspect van de beoogde prestatie en niet om een vage algehele verbetering.
- Doelbewuste training is doel-bewust (tja). Dat betekent dat het iemands volle aandacht en bewuste inspanning vergt.
- Commentaar op en bijstelling van de training als reactie op dat commentaar vormen een essentieel kenmerk van doelbewuste training.
- Doelbewuste training leidt tot de ontwikkeling van effectieve mentale voorstellingen.
Het boek van Ericsson en Pool is in feite ook een grote aanklacht tegen talenten. Ericsson probeert duidelijk te maken dat toppresteerders vaak vooral niet uitzonderlijke talenten hebben voor waar ze goed in zijn. Het gaat eerder over mensen die doelgericht trainden en hard werkten. In feite is dat laatste het enige echte talent volgens de auteurs. Als Ericsson het over anti-wonderkinderen heeft, is het vooral een een waarschuwing voor het negatieve effect van zeggen dat iemand er geen aanleg voor zou hebben.
Het is niet dat de auteurs de invloed van ‘nature’ niet erkennen. Het is bijvoorbeeld behoorlijk moeilijk om met een 1 meter 60 een prima basketballer te worden, maar toch lijkt het centrale thema van het boek ‘plus est en vous’ en is het een pleidooi voor de invoering van onderwijs gebaseerd op de doelbewuste trainingsprincipes zoals oa Jump Math dit doet.