Waarom mogen leraren hun kleinkinderen niet knuffelen?

Deze blog staat ook op de NRC-website als onderwijsblog. Hierin leg ik uit waarom ik meen dat er onrust is ontstaan onder leraren over het openen van de basisscholen, kinderdagverblijven en bso’s.

„Uit hoofd van hun beroep zullen ze andermans kinderen moeten troosten.”

Laat ik vooraf zeggen dat ik hier geen standpunt inneem over of het de juiste keuze was de basisscholen, kinderdagverblijven en bso’s maandag te openen. Ik heb wel een mening, maar die is niet relevant. Ik wil het daar dan ook niet over hebben.

Waar ik het wél over wil hebben, is de communicatie vanuit de regering. Al zeven weken horen wij, burgers, dat wij fysieke afstand van elkaar moeten houden. Wij horen steeds dat oudere mensen – zeg maar grootouders – afstand moeten houden van, bijvoorbeeld, hun kleinkinderen. Wij (ik ben ook lid van die groep) hebben ons daar keurig aan gehouden. Wij hebben verjaardagen van hen gemist en zij van ons. Wij hebben niet kunnen of mogen oppassen, niet met hen mogen wandelen, enzovoorts. Dat deden wij trouw, en misschien graag, om onze gezondheid te waarborgen en die van de rest van Nederland. Díe boodschap werd zeer luid en duidelijk aan ons gecommuniceerd. Maar…

Aanstaande maandag gaan de scholen open. Op de dag dat dit bekend werd vertelde u ons, meneer Rutte, dat naast het openen van de basisscholen, kinderdagverblijven en buitenschoolse opvang, er nog steeds geen ruimte was voor het verruimen van de andere maatregelen. Wij moesten nog steeds anderhalve meter afstand van elkaar houden, wij moesten nog steeds zo veel mogelijk thuis blijven en zo min mogelijk zomaar onze vrienden en familie opzoeken. En hier zit het communicatieprobleem.

Veel mensen in het onderwijs snappen weinig van de schoolopening. Een blik naar de leeftijdsopbouw van de leerkrachten in het basisonderwijs laat zien dat 35 procent van hen vijftig jaar of ouder is. Als wij kijken naar de gemiddelde leeftijd waarop mensen oma worden, is dat 52 jaar; bij opa is 54 jaar. Met andere woorden: meer dan een derde van de leerkrachten in het basisonderwijs krijgt te horen dat zij aan de ene kant kun kleinkinderen nog steeds moeten vermijden, hen niet mogen knuffelen of troosten, omdat dit een gevaar is voor hen en de samenleving. Aan de andere kant krijgen diezelfde mensen te horen dat zij wel voor de klas moeten staan waardoor zij andermans kinderen met geen mogelijkheid kunnen vermijden en uit hoofd van hun beroep die kinderen misschien zullen moeten troosten of zelfs knuffelen.

Vindt u het raar dat mensen in het onderwijs hier weinig van snappen en dat sommige dan ook zeer ongerust zijn? Misschien had u beter kunnen of zelfs moeten communiceren dat deze leeftijdsgroep (50-66 jaar) niet zo’n gevaar liep, en dat zij hun kleinkinderen wél mochten zien, of op hen konden passen, zodat hun kinderen (de ouders) rustiger thuis konden werken. Als het echt zo is dat het weinig gevaar oplevert voor leerkrachten om tien tot vijftien schoolkinderen tegelijkertijd in een klas te zien, dan leveren twee of drie kleinkinderen ook weinig gevaar op. Misschien had u die boodschap even sterk moeten overbrengen als u de boodschap overbracht dat wij onze handen moesten wassen, wij niet met elkaar mochten ‘samenscholen’ en wij anderhalve meter uit elkaar moesten blijven.

Paul A. Kirschner's avatar

Over Paul A. Kirschner

Nederlands: Paul A. Kirschner (1951) is Emeritus hoogleraar Onderwijspsychologie aan de Open Universiteit (Nederland), eredoctor (doctor honoris causa) aan Oulu University (Finland), Gastprofessor aan de Thomas More Hogeschool (België) en eigenaar van kirschner-ED. Hij was eerder Universiteitshoogleraar en hoogleraar Onderwijspsychologie aan de Open Universiteit, Visiting Professor Onderwijs met een leerstoel in Leren en Interactie in de Lerarenopleiding aan Oulu University, hoogleraar Onderwijswetenschappen aan de Universiteit Utrecht, hoogleraar Contact- en Afstandsonderwijs aan de Universiteit Maastricht en Visiting Professor aan de Open University of Catalonia (Spain). Hij is een internationaal erkende expert op zijn gebied met meer dan 350 wetenschappelijke publicaties. Hij heeft zitting gehad in de Onderwijsraad in de periode 2000-2004 en de Wetenschappelijk Technische Raad van SURF van 2009-2019. Hij is Fellow van de American Educational Research Association (NB de eerste Europeaan aan wie deze eer werd toegekend), de International Society of the Learning Sciences en de Netherlands Institute for Advanced Study in the Humanities and Social Science of the Royal Dutch Academy of Sciences (NIAS-KNAW). Hij was president van de International Society of the Learning Sciences in de periode 2010-2011. Hij is hoofdredacteur van de Journal of Computer Assisted Learning en commissioning editor van Computers in Human Behavior. Hij heeft veel boeken (mede)geschreven, o.a. Ten steps to complex learning (Routledge/Erlbaum), Op de Schouders van Reuzen en Wijze Lessen: Twaalf Bouwstenen voor Effectieve Didactiek (beiden gratis verkrijgbaar op het web), twee boeken over mythes in het onderwijs Jongens zijn Slimmer dan Meisjes XL en Juffen zijn Toffer dan Meesters (beiden ook in het Engels verschenen), Evidence Informed Learning Design, and How Learning Happens: Seminal Works in Educational Psychology and What They Mean in Practice. Hij schrift ook regelmatig voor Didactief (de kolom KirschnerKiest over wat docenten kunnen met wetenschappelijke resultaten). Hij wordt gezien als expert op veel gebieden en vooral het ontwerpen van effectief, efficiënt en bevredigend onderwijs, computerondersteund samenwerkend leren (CSCL), mediagebruik in het onderwijs en het verwerven van complex cognitieve vaardigheden. English: Paul A. Kirschner, dr.h.c. (1951) is Emeritus Professor Educational Psychology at the Open University of the Netherlands, Guest Professor at the Thomas More University of Applied Science in Mechelen, Belgium, Honorary Doctor (Doctor Honoris Causa) at the University of Oulu, Finland, and owner of kirschner-ED which carries out educational consultancy, masterclasses for teachers, school heads and educational policy makers, and keynotes/presentations at conferences and other educational get-togethers. He is a Research Fellow of the American Educational Research Association, the International Society of the Learning Sciences, and the Netherlands Institute for Advanced Study in the Humanities and Social Science. He is a past President (2010-2011) of the International Society of the Learning Sciences and former member of the Dutch Educational Council and the Scientific Technical Council of the Foundation for University Computing Facilities (SURF WTR). He is chief editor of Journal of Computer Assisted Learning and commissioning editor of Computers in Human Behavior. He has also published more than 350 scientific articles as well as many popular articles for teacher journals. As for books, he is co-author of How Learning Happens: Seminal Works in Educational Psychology, Evidence Informed Learning Design, Urban Myths about Learning and Education and More Urban Myths about Learning and Education as well as of the highly successful book Ten Steps to Complex Learning, and editor of two other books (Visualizing Argumentation and What we know about CSCL). He is seen as an expert in many areas and in particular the design of effective, efficient and enjoyable education, computer-supported collaborative learning (CSCL), media use in education, and the acquisition of complex cognitive skills.

Eén reactie naar “Waarom mogen leraren hun kleinkinderen niet knuffelen?”

  1. Onbekend's avatar

    Onzin, oudere docenten moeten gewoon thuis blijven van de regering (kwetsbare groep). Die kunnen dus alleen online lesgeven.

    Like

Geef een reactie op Joost Reactie annuleren