
Mijn collega Helena vertaalt een interessante onderzoeksamenvatting over meertaligheid naar bruikbare richtlijnen voor de kleuterklaspraktijk. Stof tot nadenken en inspiratie voor de actie.
Ik ben soms een bevoorrechte getuige
Een bevoorrechte getuige voel ik me soms als ik op stagebezoek ga. Zo kwam ik ooit binnen tijdens de derde schooldag van Zhong, een Chinese kleuter. Eerst was er gebrul bij het afscheid van zijn moeder. Dan liep Zhong als een hondje zijn klasjuf voortdurend achterna. Ze nam dat fantastisch op: een blik van verstandhouding, uitvoerige gebaren om hem te herinneren dat hij zelf een zakdoekje mocht nemen om een snottebel af te kuisen, én ze toonde hem vol trots het gezichtje van karton dat ze aan het maken was om het over de gevoelens van klaspop Jules te hebben. Ze liet Jules lachen, en Jules wenen. Zhong was geboeid. ‘Jules’, zei hij haar stilletjes na. De motor van de taalontwikkeling was vertrokken.
Als we maar vroeg genoeg beginnen… of is er meer nodig?
Vaak denken we dat een kind zoals Zhong wel zal opgroeien tot een volwassene die sterk is in beide talen, als dat maar vanaf jonge leeftijd gebeurt, liefst nog vanaf de geboorte. Als we maar vroeg genoeg beginnen, dan zou het taalverwervingsproces in beide talen vanzelf wel alle kansen krijgen. Maar klopt dat idee wel?
Lees verder op Kleutergewijs>>