
Enkele weken geleden schreven wij een kritisch stuk over onderwijsdoelen, dat op dit forum verscheen en op de site van de Vereniging Vlaamse Lerarenopleiders (VELOV). We pleitten ervoor om literatuur te gebruiken als ingang om met leerlingen te werken rond hun wereld- en mensbeeld. In dit blogbericht gaan we daar concreter op in.
We schrijven 1996 of 1997, in volle adolescentie. Zowat heel de plaatselijke jeugdbibliotheek had ik uitgelezen. De volwassenenafdeling was nog verboden terrein voor deze boekenwurm: daar rondsnuisteren, mocht niet van sommige plaatselijke bibliotheekmedewerkers, laat staan een boek ontlenen. Gelukkig zorgden mijn ouders – mogelijk onbedoeld – voor het nodige leesvoer: tijdens de gestolen momenten vlak na school, wanneer er verder niemand thuis was, verslond ik stiekem de door hen ontleende boeken. Gretig las ik ze, al zittend onder de keukentafel, met boven mij de boekenstapel om het exemplaar in kwestie snel terug te leggen en vooral niet betrapt te worden. Inkijk krijgen in anderen hun leven zorgde voor nog meer spanning. Een van de boeken die ik me tot op vandaag herinner, is Ik wil rode rozen op mijn graf, van Markus Commerçon. Ik dook mee in het leven van de man in kwestie, zijn jeugd, zijn leven als homo, het leven met aids. Net die onbekendheid lokte tal van gedachten, ideeën en reflecties uit. Vooral: het opende een andere blik op de wereld, het leven, existentiële vragen. En toch…, het is niet meteen het boek dat de boekenlijst van de secundaire school haalt, laat staan dat het een aantrekkelijke titel draagt…
Els
De leerlingen en boeken van vandaag
Plaats Leerschool van Tara Westover alvast op jouw literatuurlijst. In haar autobiografie beschrijft ze haar jeugd in een problematische gezinssituatie, ergens in het hol van het Amerikaanse Pluto. Het weinige thuisonderwijs dat ze geniet, reflecteert het extremistische gedachtengoed van haar vader. Zich bevrijden van dit juk en het met vallen en opstaan ontgroeien, vormt de rode draad.
Je verwacht misschien dat we de jongeren die vandaag de schoolbanken in Vlaanderen en Nederland bevolken een andere spiegel willen voorhouden, want Tara’s leefwereld is zo bizar dat andere Mormoonse meisjes in Idaho zelfs grote ogen trekken.
Maar neen, want het werkt net omgekeerd. De ‘vreemde’ wereld die de lezer leert kennen, bevrijdt hem van de oppervlakkige herkenning en het snelle oordeel. Het is net onmogelijk om het verhaal als bekend te etiketteren en het zelf in te vullen. Mocht Tara met beide voeten in de lagelandenklei staan, haar familie hier tot een minderheid behoren of dysfunctioneel zijn door – zeer stereotiep – bijvoorbeeld het alcoholisme van de vader, dan zou de lezer in de verleiding komen om zijn sluimerende vooroordelen ten overstaan van bepaalde groepen erin bevestigd te zien en met het verhaal aan de haal gaan. Dat kan dus niet bij dit boek.
Naast dat quasi onherkenbare in het oog springende vreemde leven komt het impliciete universele ook aan bod in het boek. Tara heeft ouders en broers die op hun manier van haar houden. Bovendien wil Tara eerst leeftijdsgenoten ontmoeten, later leren hoe de wereld er uitziet en er dan een eigen leven in opbouwen. Hoewel het hobbelige pad er naartoe uniek is, kan je als lezer de wegen van haar hart en verstand volgen. Net daar ligt de identiteitsvormende waarde: Tara nodigt te lezer uit om vragen stellen en zichzelf in vraag te stellen. Waar wil ik voor gaan? Wat ben ik bereid om op te geven voor mijn droom? Bij wie kan ik steun vinden om de hindernissen op mijn pad op te ruimen of wie wil ik steun bieden?
Wij lazen Educated, de Engelstalige pocketversie van deze bestseller. Deze bevat pagina’s met citaten uit lovende recensies en commentaren van beroemde Amerikanen. In functie van ons pedagogisch doel voegt hun lezing een extra dimensie toe, namelijk dat dit boek gaat over een samenleving. Hoe andere Amerikanen en wijzelf de interactie tussen de sleutelpersonages en de samenleving lezen en interpreteren, is an sich heel leerrijk. Is er überhaupt sprake van een samenleving of niet meer dan een groot maatschappelijk decor waarin het dramatische leven van het hoofdpersonage en enkele familieleden zich afspeelt? Maakt Tara het dankzij of ondanks die samenleving? Is Tara’s verhaal het bewijs dat talent maal doorzetting succes garandeert, of lezen we tussen de lijnen het omgekeerde, namelijk dat ook een bijzonder getalenteerd persoon met veel doorzettingsvermogen veroordeeld is tot de situatie waarin hij of zij opgroeit en er slechts uitzonderlijk aan kan ontsnappen dankzij een serie van toevalligheden of van juiste mensen die op cruciale momenten het pad kruisen? Lezen we een heldenepos, het verhaal van een door goede mensen geredde persoon of lezen we de blindheid en doofheid van overheidsdiensten die ontiegelijk lang in gebreke blijven door de niet-registratie van sociale, medische, onderwijskundige en andere alarmsignalen?
De rijkdom van de leegte
Westover beschrijft enkel haar leven, wat ze daarbij denkt en voelt, apolitiek en wars van referenties naar grote kaders zoals mensenrechten en burgerschap. Leerlingen kunnen haar verhaal spontaan vanuit hun persoonlijke of ideologische interpretatiekaders duiden, net zoals de commentatoren, recensenten en wij dat doen. Lezers vormen zich een eigen mening over Tara’s keuzes, die van anderen rondom haar, alsook over de overheid en de samenleving. Tegelijkertijd kunnen leerlingen zichzelf en hun actuele context een spiegel voorhouden dankzij dergelijk boek, waarbij leraren dan weer andere kaders kunnen aanreiken om te contrasteren. Als de leerlingen het zelf niet spontaan benoemen, zijn verwijzingen naar mensenrechten, inclusief het recht op onderwijs en (on)gelijkheid zeker op hun plaats. Zo komen we zoetjesaan bij het benoemen van hun achterliggende impliciete wereld- en mensbeeld.
Die kaders kan de leraar meteen aanbrengen, op het gevaar af sommige leerlingen daarmee hun leesgoesting te ontnemen. Deze concepten in een latere fase aanreiken, kan ook, al dan niet door middel van didactische werkvormen zoals een stellingenspel. Door te faseren en aan verschillende boeken andere kaders te koppelen, brengt de leraar meerdere perspectieven in beeld. Die niet-invulling is met andere woorden pedagogisch waardevol in functie van reflectie over het eigen interpretatiekader, de eigen positie en toekomst.
Ik daarentegen ben niet als lettervreter geboren. Boeken las ik omdat het moest voor school, en zelfs dat was relatief. In de vroeger jaren ‘80 van vorige eeuw kon je geen boekrecensies vinden op het internet, maar je kon ze wel schrijven op basis van het begin, het einde en de flaptekst. De goesting om te lezen begon op de dag dat mijn leraar Nederlands in het derde jaar van het voortgezet onderwijs haar pagina’s lange, gestencilde boekenlijst uitdeelde en toelichtte. Ik hoorde tientallen redenen om het ene na het andere boek te lezen. Ik moest er maar drie lezen maar had er zeker tien aangekruist. In mijn geval was er sprake van l’embarras du choix en ik repte me zowaar naar de bibliotheek om meteen enkele boeken weg te kapen. Die avond lag Heinrich Böll op mijn nachtkastje: Biljarten om half 10, die titel alleen al. Ik werd voorgoed door het letterenvirus besmet. De boeken die me werkelijk gevormd hebben, volgden pas later. Maar, ik weet niet of het ooit zover was gekomen zonder de passie die mevrouw Van de Cloot met ons deelde.
Johan
Wat als…?
Stel dat Tara bijvoorbeeld van Afrikaanse origine is, minder in het oog springt met haar talenten of als vluchteling haar ervaringen neerpent? Zou het dan ook zo’n bestseller zijn? Zouden we dan even hard meeleven, verontwaardiging tonen en figuurlijk de barricades willen opspringen? Zouden we onze vingers evenzeer aflikken en het boek als een trein uitlezen?
Wie Dina Nayeri’s non-fictieboek De ondankbare vluchteling leest na Educated stelt misschien dezelfde vragen. Nayeri beweert dat Amerikaanse immigratiediensten niet alleen tuk zijn op dramatiek maar ook op vluchtelingen waar ze potentiële Amerikaanse succesverhalen in waarnemen, met andere woorden mensen die ze kunnen ‘redden’. Als we hoger genoemde commentaren over Educated lezen, dan kan Nayeri wel eens gelijk hebben. De strijdlust van Tara om haar meelijwekkende situatie te overstijgen, de weg naar het succes, haar moed en de redding door enkele weldoeners resoneren veel sterker dan waar ze op basis van haar menszijn normaal gezien automatisch recht op heeft. Niet-staatsburgers zoals vluchtelingen valt dat perspectief wellicht nog meer op, net vanwege de positie die ze toebedeeld krijgen. Het feit dat zij dit benoemen, wordt hen ongetwijfeld niet in dank afgenomen. Dat getuigt van weinig dankbaarheid, toch? Maar net die perspectieven zijn waardevol om de blik van leerlingen open te trekken, andere standpunten te verkennen, af te tasten en te overwegen, om zo het eigen verhaal vorm te geven.
Wereldbeeld of wereldbeelden?
We schrijven hierboven over wereld- en mensbeelden alsof het eenvoudige en door en door gekende concepten zijn. We hebben ze daarmee ook impliciet vereenvoudigd tot een persoonlijk begrip van onszelf, andere mensen en de wereld in zijn geheel. Volgens Apostel (2002) zoekt een wereldbeeld antwoorden op de vraag welke beelden van de mens, de maatschappij, de geschiedenis, het leven, de planeet aarde en het heelal passend zijn. Niet iedereen zal spontaan aan de geschiedenis en de kosmos denken wanneer hij voor de uitdaging staat om de samenhang tussen alles en iedereen te verwoorden.
Tara’s vader heeft een heel uitgesproken wereldbeeld, een waarin God centraal staat als bron van alle leven en zin. Het lijkt goed mogelijk dat bepaalde andersgelovigen zich daar meer in herkennen dan het deel van de gedoopte Christenen bij ons die zichzelf inmiddels als randkerkelijk, agnost of ongelovig zouden definiëren. Tara zelf evolueert volgens de lezing van het boek naar een mensbeeld waarin de mens centraal staat. Als verschillende wereldbeelden een centrale tegenstelling omvatten, dan zullen deze voor haar eerder vrijheid versus onvrijheid of rijk tegenover arm zijn, dan geloof versus ongeloof of het eigene tegenover het vreemde. Vanuit die zogenaamde tegenstelling kunnen we niet alleen de personages in Educated bevragen, maar ook bepaalde commentatoren, onszelf of de vluchteling die we op het werk, als buur of via onze kinderen op school leren kennen. Ook valt de vraag te stellen hoe toekomstige vaders en moeders hun geloof kunnen matchen met de invulling van hun ouderschap en in welke mate de strijd of het streven van hun kinderen hen zal nopen tot bijsturing van hun wereldbeeld. Zo kunnen we nog even verdergaan.
Als je het bovenstaande herleest, merk je heel wat vraagtekens op. Boeken als basis voor de ontwikkeling van een mens- en wereldbeeld leidt vooral tot vragen. De zoektocht naar een antwoord – of net geen antwoord – draagt bij aan een open blik op de mens en de wereld waarin hij vertoeft, het oog hebben voor andere perspectieven en nodigt uit om de eigen standpunten verder te onderbouwen. Dit geeft de dynamische kant aan: een mens- en wereldbeeld is geen vaststaand gegeven. Mooi toch, dat boeken dit teweeg kunnen brengen?
Welke boeken hebben jou vroeger getriggerd? Welke genereren nu tot existentiële vragen? Welke literaire werken wil je met jouw leerlingen delen? In welke mate kunnen populaire boeken ook in dergelijk effect resulteren. Ook het samenstellen van een must read en de onderliggende motivatie om leerlingen te teasen, laat stilstaan bij het eigen perspectief – het persoonlijke mens- en wereldbeeld van de leraar – en de invloed daarvan op leerlingen.
Veel succes, gidsen, welk vak je ook geeft.
Apostel, Leo (2002). Wereldbeelden en ethische stelsels. Opstellen. Universiteit Gent. VUB Press – Brussel.
Nayeri, Dina (2019). De ondankbare vluchteling. Volt – Amsterdam.
Westover, Tara (2018). Educated. Windmill Books – London.
Els Tanghe lerarenopleider en onderzoeker, Universiteit Antwerpen
Johan De Wilde, lerarenopleider en onderzoeker, Odisee