Krompraten wat recht is?
Hier volgt een klein vakantieblogje als reactie op twee artikelen in Dagblad De Limburger van 1 augustus.

Mens, wat oneerlijk! Te gek voor woorden! De pabo eist dat leraren in het basisonderwijs fatsoenlijk Nederlands kunnen spreken en schrijven (en misschien zelfs ook de regels van grammatica en syntaxis kennen), in staat zijn om te rekenen op het niveau van groep 8 of hoger, en boven op dat alles iets weten van de Nederlandse geschiedenis. En omdat ze dat niet kunnen haken studenten van de opleiding af of beginnen ze zelfs er niet aan. Absurd! Wat een betutteling! [Is er een sarcasme emoji?]
Volgens Henk Verheijde, secretaris van het Landelijk Overleg Lerarenopleiding Basisonderwijs, zo “winnen wij de strijd tegen het lerarentekort niet”. Charlotte Stekketee. die leerkracht in het basisonderwijs wil worden zegt: “Ik vind het maar krom. Er staan door het lerarentekort zelfs ouders voor de klas, en ik moet stoppen alleen omdat ik de rekentoets niet haal”.

Maar welke strijd winnen wij als wij leerkrachten hebben die geen fatsoenlijk Nederlands kunnen spreken en schrijven maar Nederlands aan onze kinderen moeten leren, met leerkrachten die niet kunnen rekenen op het niveau van groep 8 maar rekenonderwijs aan die kinderen moeten geven, en met leerkrachten die ons vaderlandse geschiedenis niet kennen maar burgerschapsonderwijs moeten verzorgen? Waarom is het krom dat wij verwachten dat een aanstaande leerkracht kan rekenen?
Houd nou een keertje op met dat gezeuren pak het probleem aan waar het eigenlijk ligt. Zorg dat afgestudeerde havisten en mbo’ers taal, rekenen, geschiedenis en natuur/techniek kennen en kunnen. Als wij dit doen, dan zijn toelatingstoetsen niet meer nodig en is de kans ook groot dat het onderwijs aan onze kinderen beter wordt.