Het artikel benadrukt het belang van formatief toetsen in het onderwijs en de verwarring die ontstaat over wat wel en niet formatief is. Formatieve toetsen zijn bedoeld om het leren te sturen door continue feedback te geven en leerlingen te helpen hun voortgang te begrijpen, terwijl summatieve toetsen aan het eind van een onderwijsperiode bedoeld zijn om te evalueren of leerdoelen zijn bereikt. Echter, toetsen die gericht zijn op het rangschikken van leerlingen, zoals gestandaardiseerde toetsen die vergelijken met een normgroep, vallen niet onder formatieve of summatieve toetsen. Deze toetsen zijn niet ontworpen om leren te verbeteren of onderwijs te evalueren, maar om leerlingen te selecteren en te rangschikken. Het artikel pleit ervoor om de focus te leggen op toetsen die direct bijdragen aan de groei van leerlingen en de kwaliteit van het onderwijs, en minder op toetsen die slechts een relatieve rangorde geven.
Lees het volledige artikel op Wij-leren.nl via deze link: https://wij-leren.nl/van-rangschikken-groei-je-niet.php

21 september 2016 


Prima stuk, Karin.
Een goede summatieve toets geeft aan of het doel behaald is. Voor de korte termijn dan.
Als docent zou ik graag willen dat de toets een beklijvende waarde meet en me daar inzicht in geeft . Vooral bij kennistoetsen is het maar zeer de vraag of een behaalde toets -dus behaald doel- na bepaalde tijd nog steeds met hetzelfde resultaat behaald wordt. Binnen een leerlijn is dat een kleiner probleem dan binnen leerdoelen die op zich staan.
LikeGeliked door 1 persoon
Interessant! Wat ‘toetsen’ is wordt daardoor wel een steeds grotere vraag. Zijn er ook antwoorden? Als leerlingen een leerkracht een multimediaal leerbewijs toesturen, op welke wijze kan deze leerkracht dat filmpje dan beoordelen als een relevante vordering op een doorlopende leerlijn? Voor het maken van en beschikken over duidelijke en toepasselijke toetsingscriteria (rubrics) is in een drukke en zeer dynamische leeromgeving immers (nog)geen tijd en (nog) geen geld. Welke kansen en mogelijkheden ziet u? [vgl Ledoux e.a. meetinstrumenten voor sociale competenties, metacognitie en advanced skills, Kohnstamm Instituut 2013, Rapport 900]
LikeLike
Rake karakterschets, Karen! Rangschikken doen we al vanaf de middeleeuwen. Humanistische idee: prijs de besten, dat is beter dan fouten te bestraffen met de roede of met vernedering. Uitzicht op een prijs (prijsboek, prebende) werkt motiverend voor de betere leerlingen/studenten. Maar het is ook al eeuwen als nadeel gesignaleerd dat de overigen er allesbehalve door gemotiveerd raken.
@ Theo Er is een eenvoudig alternatief: summatief toetsen op absolute norm, formatief toetsen gericht op betekenisvolle terugkoppeling naar leerling en leerkracht. Voorbeeld: de rekentoets bij examens zou een pure summatieve toets moeten zijn, waar vrijwel iedereen voor slaagt, met geringe verschillen tussen de kandidaten, dus ook met in beginsel een (klassieke) betrouwbaarheid die in essentie nul is. Prachtig om hierover te discussiëren met uitvoerders van die rekentoets (het Cito weigert de discussie aan te gaan).
LikeLike
Dag Karen
ik wil je verhaal in je blogpost graag aannemen, maar…
– ik mis een wetenschappelijke fundering voor je basisstelling: met name dat groepsgenormeerde’ proeven niet bijdragen tot ontwikkeling. En gaat dit over de ontwikkeling van de leerling of de onderwijspraktijk? Alleszins wat dat laatste betreft, zie ik wel veel ontwikkeling in mijn praktijk. (Als onderwijsinspecteur in Vlaanderen loop ik veel scholen binnen.)
– Van Peteghem, P. en Van Hoof, J. (2002) vermelden in hun boek ‘Evaluatie op de Testbank’, Mechelen: Wolters-Plantyn dat evalueren het vergelijken is van prestaties met:
– de eigen vorderingen: persoonsgericht: eerder formatief, (zie je verwijzing naar Hattie)
– de vorderingen van anderen: groepsgenormeerd (op schoolniveau ontworpen door ontwikkelaars van leerlingvolgsystemen en onderwijsnetten)
– de gestelde (finale) doelen: prestatiegericht genormeerd: (tussentijds) summatief.: dat vraagt inderdaad om een zorgvuldig toetsontwerp. (In Vlaanderen zijn er de parallelproeven, (parallel aan de officiële peilproeven) die geijkt zijn op de eindtermen – kerndoelen, maar die weinig gebruikt worden, helaas…
Ik begrijp je betoog en denk dat de eerste en laatste vorm inderdaad de beste zijn, maar in praktijk wordt de tweede vorm ook vaak zinvol ingezet, dus in in die zin wil ik ook graag je bronnen kennen waaruit je afleidt dat de groepsgenormeerde niet zouden bijdragen tot de ontwikkeling van leerlingen, klasgroepen of scholen.
Bart De Bie
LikeLike
Dit is op X, Y of Einstein? herblogden reageerde:
Mooie nieuwe bijdrage op de collectieve OnderzoekOnderwijs-blog, waar zoals steeds ook de commentaren de moeite waard zijn om te lezen.
LikeLike