Verlengde Instructie
In mijn rubriek in Van Twaalf tot Achttien (paul) heb ik in het juni-nummer een vraag gekregen over “Verlengde Instructie” van Nora, docente Geschiedenis uit Leiden.
Zij schreef:
Beste Paul,
Het toepassen van de methodiek van verlengde instructie vind ik voorstelbaar bij het vak Wiskunde of bijvoorbeeld bij de talen. Maar hoe pas ik verlengde instructie toe in zaakvakken? Ik heb daar toch moeite mee. Ik heb de gewoonte om alle leerlingen gewoon de stof goed te laten lezen en daarna met vragen en coaching de stof samen te verwerken. Hoe kan ik bijvoorbeeld bij mijn eigen vak (geschiedenis) verlengde instructie inzetten en wat win ik ermee?
Nora, docente Geschiedenis uit Leiden
Hier mijn antwoord:
Beste Nora,
Mooie vraag! Ten eerste: Wat is verlengde instructie? Verlengde instructie (VI) is een aanvullend lesaanpak op het ‘normale’ lesgeven (d.w.z. instructie aan de hele klas) en die vooral bedoeld is voor kinderen die niet goed mee kunnen. Voor zo ver ik weet is het de Nederlandse vertaling van wat in de VS ‘intensive instruction’ heet.
In Nederland vindt VI meestal plaats in kleine groepjes waar aandacht besteed wordt aan het herhalen van wat al werd aangeboden aan de klas, voorbereiden van wat er in de komende les aangeboden zal worden, oefenen met de lesstof en – waar nodig – aanpakken van geconstateerde leerproblemen. McLeskey en Waldron stellen dat intensieve instructie (1) in kleine groepen aan kinderen met vergelijkbare instructiebehoeftes wordt gegeven, meestal door (2) een (remedial) leerkracht (een onderwijsassistent houdt zich dan bezig met de rest van de klas) aan de hand van (3) goed gestructureerde / expliciete instructie (met goed gedefinieerde vaardigheden en concepten) (4) in een aan de groep aangepast tempo waarbij (5) leerlingen voldoende tijd hebben om de stof te oefenen en beheersen en waar (6) vooruitgang en eventuele problemen goed in de gaten wordt gehouden (monitoren).
Voor de ouderen onder ons, zou je deze aanpak – een beetje oneerbiedig – een geüpdatete versie van het BHV-model kunnen noemen. In de 70er en 80er jaren van de vorige eeuw werden vooral taal- en rekenmethoden door uitgevers voorzien van Basisstof voor alle leerlingen, Herhalingsstof voor langzame leerlingen en Verrijkingsstof voor snelle. Alleen daar werkten kinderen individueel en hier vooral in kleine groepen begeleid door docent(e), assistent(e) of remedial leerkracht.
Wij zien – zoals jij zelf zegt – VI vooral bij taal en rekenen omdat het daar het makkelijkste is. Taal en rekenen zou je instrumentele vakken kunnen noemen met veel basisvaardigheden die hiërarchisch opgebouwd zijn, waar herhaald moet worden om basiskennis en vaardigheden te verwerven / automatiseren, waar problemen vaak goed te diagnosticeren zijn en waar er specifieke les-/leerstrategieën voor het oplossen van de problemen. Zelf zie ik geen didactische reden om het in groepen te doen. Wat ik in de literatuur vind is dat men zegt dat in groepen wordt gewerkt om interactie tussen leerkracht en leerlingen te krijgen evenals om leerlingen te activeren en stimuleren. M.i. zou dit even goed individueel kunnen of juist met behulp van specifieke ICT-oefenprogramma’s. Werken in groepen maakt de methodiek vooral meer hanteerbaar voor de leerkracht.
Kan het ook bij andere vakken? Het antwoord is gewoon JA, maar het vereist een diepe kennis van de inhoud en structuur van het vak; het vraagt dus om expert-docenten met veel domeinkennis en veel vakdidactische kennis (zie John Hattie over het verschil tussen een ervaren en een expert leerkracht). De docent moet kunnen kijken voorbij oppervlakteproblemen om te kunnen constateren wat de dieperliggende leerproblemen zijn en dus waar het om conceptuele problemen en/of te automatiseren kennis en vaardigheden gaat (iets minder voor de hand liggend in aardrijkskunde, geschiedenis of de natuurwetenschappen). Als aan die voorwaarde is voldaan, moeten er vaak aanvullende instructie en oefeningen ontwikkeld worden (hier is het verschil met taal en rekenen duidelijk!) die de zwakkere leerlingen kunnen uitdagen, waar de voor hen moeilijke leerstof anders uitgelegd wordt en waar goed gediagnosticeerd kan worden of het probleem is opgelost. Bij zulke vakken is VI vooral intensieve instructie voor de docent!
paul
McLeskey, J., & Waldron, N. L. (2011). Educational programs for elementary students with learning disabilities: Can they be both effective and inclusive? Learning Disabilities Research and Practice, 26(1), 48-57.
Heb je ook een vraag voor mij? Stel die op
http://www.van12tot18.nl/archief/verschenen-nummers/2-ongecategoriseerd/279-vragen-aan-paul
Volg mij ook op Twitter: @P_A_Kirschner