Evidence-based: De nieuwe heilige graal?

Ik begin deze stream-of-consciousness (en mogelijk foutenvolle) blogpost na een gesprek met een wetenschapsjournaliste over een radioprogramma over ‘evidence-based onderwijs’. Haar uitgangspunt was dat ik een tegenstander van evidence-based was. Ik probeerde haar uit te leggen dat ik echte problemen heb met evidence-based, maar niet met handelen op basis van solide bewijs. Ook niet met het idee dat je keuzes in het onderwijs moet maken op basis van het best beschikbare bewijs. Wij bespraken het verschil tussen ‘alledaagse waarnemen ’ en ‘wetenschappelijk waarnemen’ (Ton Derksen), het verwarren van doel (bv. competentiegericht onderwijs) en middel (bv. het studiehuis), en hoe epistemologie en didactiek door elkaar lopen waarbij men vaak de eerste probeert te gebruiken als de laatste. Ik legde ook uit dat mijn standpunt was: Wat je in wil invoeren in het onderwijs moet gebaseerd zijn op goed wetenschappelijk onderzoek. In het gesprek – trouwens een zeer goed gesprek – kwam zij een paar keer terug met “maar het klinkt alsof jij eigenlijk een voorstander bent van evidence-based”. 

Ik probeerde uit te leggen dat het geen kwestie van voor of tegen is. Dat het anders / subtieler is. Men wil al te snel de discussie simplificeren naar voor en tegen: “If you’re not with us, then you’re against us!” Dit werd gebruikt door Nixon bij de tegenstanders van de oorlog in Vietnam en door Bush bij welk kritisch geluid dan ook over zijn beleid. Men vindt het makkelijk en ook overzichtelijk om meningen en mensen in kampen in te delen. Helaas!

Maar wat is het dan? Waar sta ik op deze kwestie?

Ik ben een voorstander van het doen van goed onderzoek (lees: onderzoek dat op theorie gebaseerd is en volgens wetenschappelijke methoden uitgevoerd wordt) en het handelen naar de resultaten daarvan (lees: op basis van hard bewijs). Waar ik geen voorstander van ben is het gebruik van evidence-based als een keurmerk; als een soort heilige graal voor het onderwijs. “If it’s evidence-based, then it works!” Zo’n keurmerk willen politici, bestuurders, en beleidsmakers al te graag. Als je iets dat evidence-based is invoert, dan zal het werken. Als het niet werkt is het de schuld, dus, van een andere. Maar dat is echt te simpel.

Onderwijs is geen farmacie en doceren is niet doseren. Hoe een pil werkt en of die werkt is afhankelijk van veel dingen (bv. leeftijd, gewicht, wanneer en hoe vaak je de pil slikt, of je die slikt op een nuchtere maag of niet…) maar niet wie de pil aan je geeft. Hoe en of het evidence-based onderwijs werkt is ook afhankelijk van veel dingen (bv. leeftijd, klas, domein…) maar OOK van wie het onderwijs verzorgt. De beste didactiek ter wereld kan vernietigd worden door een slechte docent(e) en een krakkemikkige didactiek kan tot leren leiden overgebracht door een goede docent(e).

En hier ligt de crux. Evidence-based geeft niet de garantie die men zoekt. Goede docenten daarentegen wel. Maar wat is een goede docent(e)? In mijn ogen is een goede docent(e) iemand die:

  1. beschikt over zeer veel en zeer diepgaand kennis van het domein dat zij/hij doceert. Een goede docent(e) beheerst het domein waarin zij/hij doceert op een conceptueel / abstract niveau. Dit geldt niet alleen op VWO-niveau maar op alle niveaus. Realistisch rekenen is niet per definitie goed of slecht, maar het kan alleen goed werken (hier parafraseer ik collega Theo Wubbels bij het afscheid van Koeno Gravemeijer van de UU) als de leerkracht de wiskundige concepten die onder het rekenen zitten beheerst. Als de leraar niet snapt waarom delen door een fractie gelijk is aan vermenigvuldigen met de inverse daarvan, kan zij/hij nooit zorgen voor kernvragen waardoor het kind kan reflecteren op zijn eigen handelen (Realistisch Rekenprincipe 3: Reflectie op eigen producties) laat staan een adviserende en ondersteunende rol spelen bij het uitvoeren en oplossen van de rekenopdrachten (Realistisch Rekenprincipe 4: Interactieve karakter van het leerproces).
  2. beschikt over een uitgebreide eigen persoonlijk professionele theorie (PPT; met dank aan Harmen Schaap voor deze term) van pedagogisch-didactisch handelen die bijna dagelijks geüpdate wordt. Deze PPT is gebaseerd enerzijds op onderwijskundige en onderwijspsychologische kennis en inzichten opgedaan in de opleiding en het bijhouden van het vak (i.e., levenlang leren) en anderzijds op het wetenschappelijk waarnemen, analyseren en interpreteren van haar/zijn dagelijks handelen in de klas en de resultaten daarvan. Alleen met een goed ontwikkelde PPT en een wetenschappelijke houding tegenover wat je ziet en ervaart is het mogelijk om goed na te gaan waarom iets dat “had moeten werken” niet werkte of waarom het niet werkte bij bepaalde leerlingen of in jouw situatie. Het voorkomt ook attributie; dat wil zeggen: Als zij het hebben geleerd heb ik goed lesgegeven en als zij het niet hebben geleerd hebben zij niet goed opgelet!
  3. in staat is deze eigen PPT van pedagogisch-didactisch handelen toe te passen in haar/zijn handelen in de klas. Met andere woorden, het toepassen van kenmerken 1 en 2 in het onderwijs/lesgeven.

Om een einde te breien aan deze meanderende blogpost het volgende. Evidence based is geen keurmerk. Evidence-based (in de geneeskunde) houdt in “het expliciet, oordeelkundig en consciëntieus gebruikmaken van het beste beschikbare bewijs bij het maken van een keuze”. En dit bewijs hoort verkregen te worden door goed wetenschappelijk onderzoek. Dat wil zeggen onderzoek met duidelijke onderzoeksvragen, echte hypothesen die getoetst kunnen worden, een goed gecontroleerd interventie met een zinvolle controle conditie, duidelijke verwachtingen die objectief gemeten kunnen worden, enzovoorts. Goed onderwijsbewijs is een hulpmiddel om een degelijke keuze te maken en niet een garantie voor onderwijssucces!

Paul A. Kirschner's avatar

Over Paul A. Kirschner

Nederlands: Paul A. Kirschner (1951) is Emeritus hoogleraar Onderwijspsychologie aan de Open Universiteit (Nederland), eredoctor (doctor honoris causa) aan Oulu University (Finland), Gastprofessor aan de Thomas More Hogeschool (België) en eigenaar van kirschner-ED. Hij was eerder Universiteitshoogleraar en hoogleraar Onderwijspsychologie aan de Open Universiteit, Visiting Professor Onderwijs met een leerstoel in Leren en Interactie in de Lerarenopleiding aan Oulu University, hoogleraar Onderwijswetenschappen aan de Universiteit Utrecht, hoogleraar Contact- en Afstandsonderwijs aan de Universiteit Maastricht en Visiting Professor aan de Open University of Catalonia (Spain). Hij is een internationaal erkende expert op zijn gebied met meer dan 350 wetenschappelijke publicaties. Hij heeft zitting gehad in de Onderwijsraad in de periode 2000-2004 en de Wetenschappelijk Technische Raad van SURF van 2009-2019. Hij is Fellow van de American Educational Research Association (NB de eerste Europeaan aan wie deze eer werd toegekend), de International Society of the Learning Sciences en de Netherlands Institute for Advanced Study in the Humanities and Social Science of the Royal Dutch Academy of Sciences (NIAS-KNAW). Hij was president van de International Society of the Learning Sciences in de periode 2010-2011. Hij is hoofdredacteur van de Journal of Computer Assisted Learning en commissioning editor van Computers in Human Behavior. Hij heeft veel boeken (mede)geschreven, o.a. Ten steps to complex learning (Routledge/Erlbaum), Op de Schouders van Reuzen en Wijze Lessen: Twaalf Bouwstenen voor Effectieve Didactiek (beiden gratis verkrijgbaar op het web), twee boeken over mythes in het onderwijs Jongens zijn Slimmer dan Meisjes XL en Juffen zijn Toffer dan Meesters (beiden ook in het Engels verschenen), Evidence Informed Learning Design, and How Learning Happens: Seminal Works in Educational Psychology and What They Mean in Practice. Hij schrift ook regelmatig voor Didactief (de kolom KirschnerKiest over wat docenten kunnen met wetenschappelijke resultaten). Hij wordt gezien als expert op veel gebieden en vooral het ontwerpen van effectief, efficiënt en bevredigend onderwijs, computerondersteund samenwerkend leren (CSCL), mediagebruik in het onderwijs en het verwerven van complex cognitieve vaardigheden. English: Paul A. Kirschner, dr.h.c. (1951) is Emeritus Professor Educational Psychology at the Open University of the Netherlands, Guest Professor at the Thomas More University of Applied Science in Mechelen, Belgium, Honorary Doctor (Doctor Honoris Causa) at the University of Oulu, Finland, and owner of kirschner-ED which carries out educational consultancy, masterclasses for teachers, school heads and educational policy makers, and keynotes/presentations at conferences and other educational get-togethers. He is a Research Fellow of the American Educational Research Association, the International Society of the Learning Sciences, and the Netherlands Institute for Advanced Study in the Humanities and Social Science. He is a past President (2010-2011) of the International Society of the Learning Sciences and former member of the Dutch Educational Council and the Scientific Technical Council of the Foundation for University Computing Facilities (SURF WTR). He is chief editor of Journal of Computer Assisted Learning and commissioning editor of Computers in Human Behavior. He has also published more than 350 scientific articles as well as many popular articles for teacher journals. As for books, he is co-author of How Learning Happens: Seminal Works in Educational Psychology, Evidence Informed Learning Design, Urban Myths about Learning and Education and More Urban Myths about Learning and Education as well as of the highly successful book Ten Steps to Complex Learning, and editor of two other books (Visualizing Argumentation and What we know about CSCL). He is seen as an expert in many areas and in particular the design of effective, efficient and enjoyable education, computer-supported collaborative learning (CSCL), media use in education, and the acquisition of complex cognitive skills.

4 Reacties naar “Evidence-based: De nieuwe heilige graal?”

  1. Onbekend's avatar

    Misschien liever praten over evidence-informed ipv evidence-based?

    Gelukkig is hier ook literatuur over! Bijvoorbeeld “The Myth of Evidence-Based Practice: Towards Evidence-Informed Practice”: http://bjsw.oxfordjournals.org/content/early/2011/01/24/bjsw.bcq149

    Like

  2. Onbekend's avatar

    Bedankt. Ik zal het downloaden en lezen.

    Like

Trackbacks/Pingbacks

  1. Evidence-based: De nieuwe heilige graal? | Onderwijs in beweging | Scoop.it - 29 januari 2013

    […] Ik begin deze stream-of-consciousness (en mogelijk foutenvolle) blogpost na een gesprek met een wetenschapsjournaliste over een radioprogramma over ‘evidence-based onderwijs’. Haar uitgangspunt was dat ik een tegenstander van evidence-based was. Ik probeerde haar uit te leggen dat ik echte problemen heb met evidence-based, maar niet met handelen op basis van solide bewijs. Ook niet met het idee dat je keuzes in het onderwijs moet maken op basis van het best beschikbare bewijs. Wij bespraken het verschil tussen ‘alledaagse waarnemen ’ en ‘wetenschappelijk waarnemen’ (Ton Derksen), het verwarren van doel (bv. competentiegericht onderwijs) en middel (bv. het studiehuis), en hoe epistemologie en didactiek door elkaar lopen waarbij men vaak de eerste probeert te gebruiken als de laatste. Ik legde ook uit dat mijn standpunt was: Wat je in wil invoeren in het onderwijs moet gebaseerd zijn op goed wetenschappelijk onderzoek. In het gesprek – trouwens een zeer goed gesprek – kwam zij een paar keer terug met “maar het klinkt alsof jij eigenlijk een voorstander bent van evidence-based”  […]

    Like

  2. Evidence Based Education | Beyond EBM – The Mediation of Knowledge - 4 februari 2013

    […] based’ as a concept crosses disciplinary borders to education, with similar discussions and critiques. Thanks to Tamara Platteel, PhD, for this […]

    Like

Geef een reactie op Paul Kirschner Reactie annuleren