Interactievaardigheden zijn cruciaal in de omgang met kleuters. Carolien Frijns werpt er een talige blik op.
‘Waar uitstappen?’
De trein nadert het station en het raden is begonnen.
‘Ja’, antwoord ik, ‘waar denk je?’
‘Hier!’ roept de kleuter. Hij is een jaar of vijf, schat ik, en heeft Afrikaanse roots, vertelt zijn mama.
‘Hier, denk je? En waarom denk je dat?’ vraag ik.
‘Hier steentjes en daar ijzer!’ fonkelen zijn ogen.
Hij had gelijk, die kleuter.
Over het perron.
En over gesprekken voeren met kinderen ook.
Want hij begon.
Bovenstaand tafereel maakte ik enkele weken geleden mee, op weg van Leuven naar Antwerpen. Vlak voor mijn neus, terwijl ik op weg was naar een vergadering, vatte een kleuter een van de belangrijkste resultaten van mijn doctoraatsonderzoek in levenden lijve samen: voer actief-productieve gesprekken met ons. Treingesprekken, keukentafelgesprekken, straatfeestgesprekken, … al dat soort gesprekken, maar dan in de klas. Met “ons” verwijs ik naar kinderen, en in het bijzonder kleuters met een niet-Nederlandstalige achtergrond.
Wat we in…
View original post 674 woorden meer

28 augustus 2017 


Nog geen reacties ... Wees de eerste die een reactie plaatst!