Kunnen en durven we ons oordeel over een kind, een leerling uit te stellen en zo de ruimte en de tijd te creëren voor iets wat we niet voor mogelijk hadden gehouden? Zijn we ons bewust van hoe wij in onze praktijk ten opzichte van kinderen staan: geduldig en vasthoudend of ongeduldig en daarmee vluchtig en oppervlakkig? Joop Berding schrijft over zijn nieuwe boek Opvoeding en onderwijs tussen geduld en ongeduld.

Wouter Pols gaat in vogelvlucht door de geschiedenis van de pedagogiek, die de laatste tijd weer voorzichtig terugkomt in het onderwijs. Pedagogiek heeft jaren in de verdrukking gezeten tussen het geweld van ‘evidence-based’ en resultaatgericht onderwijs in een cultuur van meetbaarheid en afrekening (Lees ‘Het Alternatief’ van René Kneyber en Jelmer Evers). Langzaam zien we weer een weg terug naar de centrale plaats die pedagogiek in het onderwijs en onderwijsonderzoek verdient.

iPabo-lector Annerieke Boland opende in november de jaarlijkse Jenaplanconferentie met haar keynote over de wereldverkenningen van het jonge kind. Die vroege stappen in de wereld – van het ontdekken van je schaduw tot het samen bedenken van spelregels – zet een kind al spelend. Anneriekes boodschap: maak van een kleuter niet te vroeg een schoolkind: ‘Er is niks mis met kijken naar taal en rekenen, maar dat zit allemaal al ín het spel van jonge kinderen. Als je goed kijkt naar hun spel, zie je dat dáár het leren gebeurt.’