Bang voor de toets, dus vaker toetsen? Het klinkt tegenstrijdig, maar het werkt: met oefentoetsen help je leerlingen over hun angst heen.

Je hoort en leest regelmatig hoezeer leerlingen gebukt gaan onder de vele toetsen waaraan ze onderworpen worden. Op scholieren.com citeerde Chard van den Berg eind maart een leerling uit 3 vwo: ‘Minstens drie toetsen op een dag is wel lastig en geeft ook stress. Zeker als er twee talen bij zijn.’ Het AD opende op 8 april: ‘Middelbare scholen willen paal en perk stellen aan de “doorgeslagen toetscultuur”. Ze zien te veel gestreste leerlingen die alleen in actie komen als hun leerwerk voor een cijfer telt.’

Leerlingen zijn dus angstig en gestrest door toetsen. En dan blijken ze nog extra angstig te worden van rekenen en wiskunde. Jo Boaler, hoogleraar Maths Education aan de Stanford-universiteit (die door sommigen als een profeet wordt gezien en door anderen als een fraudeur; zie hier en hier en hier), laat geen kans liggen om te vertellen hoe erg het is gesteld met rekenangst onder kinderen, niet op z’n minst door de proefwerken die zij – onder tijdsdruk – moeten maken.

Niet lang geleden publiceerden Pooja Agarwal en haar collega’s een artikel over hoe oefentoetsen in de klas (retrieval practice) een middel kunnen zijn om toetsangst en de daarmee samenhangende stress te verminderen. Ja, je leest het goed: angst en stress voor toetsing kun je verminderen juist door te toetsen. De vraag van de onderzoekers: heeft het gebruik van oefentoetsen invloed op de toetsangst die leerlingen in het basis- en voortgezet onderwijs ervaren? Er deden 1.408 leerlingen aan het onderzoek mee, een deel van hen kreeg oefentoetsen in de les en een ander deel niet. De onderzoekers stelden ook vragen aan de leerlingen, bijvoorbeeld of zij gestrest raakten door de oefentoetsen, of deze oefentoetsen invloed hadden op hun stress bij de echte toetsen, of ze vonden dat de oefentoetsen effect hadden op het leren voor de echte toetsen, en welke leerstrategieën ze buiten de les gebruikten (denk aan herhalen of opnieuw lezen van de stof, mnemonische technieken (‘geheugensteuntjes’) en zelftoetsen). De resultaten waren verbluffend.

In de klassen waarin de oefentoetsing plaatsvond, rapporteerde 92% van de leerlingen dat de oefentoetsen hielpen bij het leren van de stof. 72% meldde door de oefentoetsen minder nerveus te zijn voor de echte toetsen en tentamens, 22% zei geen verschil te hebben gemerkt. Slechts 6% vond dat extra oefentoetsen tot meer stress leidden. Meer toetsing leidde dus bij bijna alle leerlingen tot minder stress en angst! En een mooie uitsmijter – als je de meningen van de leerlingen mag geloven – is dat 70% van hen zich ook beter voorbereid achtte op de echte toetsen.

Hoe positief de leerlingen ook waren over oefentoetsen, ze omarmden dit middel gek genoeg niet massaal (en dit komt overeen met onderzoek van Kim Dirkx aan de Open Universiteit): thuis deed slechts een derde van de leerlingen aan zelftoetsing of toetsing door een ander. De meest gebruikte strategieën waren de stof meerdere malen doornemen (45%) en feitjes herhalen (42%) .

In een vergelijkbaar onderzoek vonden Rachel Pizzie en David Kraemer dat leerstrategieën als oefentoetsen, gespreid oefenen (spaced practice) en gevarieerd oefenen (interleaving) leidden tot minder angst voor rekenen/wiskunde én betere toetsresultaten. Dit bleek succesvoller dan een aanpak die rechtstreeks gericht was op het verminderen van de angst voor rekenen/wiskunde (emotieregulatie).

Moeten we minder toetsen? In het licht van de genoemde onderzoeksresultaten is het de moeite waard om daarnaast leerkrachten aan te moedigen om oefentoetsen in hun klassen te gebruiken om toetsangst te verminderen en het leren te bevorderen.

Deze blog verscheen eerder in het juninummer van Didactief.

Agarwal, P. K., D’Antonio, L., Roediger, H. L., III, McDermott, K. B., & McDaniel, M. A. (2014). Classroom-based programs of retrieval practice reduce middle school and high school students’ test anxiety. Journal of Applied Research in Memory & Cognition, 3, 131–139. http://dx.doi.org/10.1016/j.jarmac.2014.07.002

Dirkx, K. J. H. (2014, 11 April). Putting the testing effect to the test. Why and when is testing effective for learning in secondary school. Unpublished doctoral dissertation. Heerlen, The Netherlands: Open University of the Netherlands

Pizzie, R. G., & Kraemer, D. J. M. (Submitted). Strategies for remediating anxiety in high school math. Beschikbaar via https://psyarxiv.com/ye526/

0 0 votes
Article Rating
Abonneren
Abonneren op
guest

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

5 Reacties
nieuwste
oudste meest gestemd
Inline Feedbacks
View all comments

About Paul Kirschner

Nederlands: Prof. dr. Paul A. Kirschner, dr.h.c. is Universiteishoogleraar en hoogleraar Onderwijspsychologie aan de Open Universiteit. Hij is ook Visiting Professor Onderwijs met een leerstoel in Leren en Interactie in de Lerarenopleiding aan Oulu University (Finland) waar hij ook een Eredoctoraat heeft (doctor honoris causa). Hij is een internationaal erkende expert op zijn gebied en heeft zitting gehad in de Onderwijsraad in de periode 2000-2004 en is lid van de Wetenschappelijk Technische Raad van SURF. Hij is Fellow of the American Educational Research Association (AERA; NB de eerste Europeaan aan wie deze eer werd toegekend), de International Society of the Learning Sciences (ISLS) en van de Netherlands Institute for Advanced Study in the Humanities and Social Science of the Royal Dutch Academy of Sciences (NIAS-KNAW). Hij was President van de International Society for the Learning Sciences (ISLS) in de periode 2010-2011. Hij is Hoofdredacteur van de Journal of Computer Assisted Learning en Commissioning Editor van Computers in Human Behavior, en hij is auteur van Ten steps to complex learning (Routledge/Erlbaum). Hij schrift ook regelmatig voor Didactief (de kolom KirschnerKiest over wat docenten kunnen met wetenschappelijke resultaten). Hij is ook medeauteur van het boek Jongens zijn slimmer dan meisjes XL (EN: Urban Myths about Learning and Education). Hij wordt gezien als expert op veel gebieden en vooral computerondersteund samenwerkend leren (CSCL), het ontwerpen van innovatieve, elektronische leeromgevingen, mediagebruik in het onderwijs en het verwerven van complex cognitieve vaardigheden. English: Paul A. Kirschner (1951) is Distinguished University Professor and professor of Educational Psychology at the Open University of the Netherlands as well as Visiting Professor of Education with a special emphasis on Learning and Interaction in Teacher Education at the University of Oulu, Finland where he was also honoured with an Honorary Doctorate (doctor honoris causa). He was previously professor of Educational Psychology and Programme Director of the Fostering Effective, Efficient and Enjoyable Learning environments (FEEEL) programme at the Welten Institute, Research Centre for Learning, Teaching and Technology at the Open University of the Netherlands. He is an internationally recognised expert in the fields of educational psychology and instructional design. He is Research Fellow of the American Educational Research Association and the Netherlands Institute for Advanced Study in the Humanities and Social Science. He was President of the International Society for the Learning Sciences (ISLS) in 2010-2011, member of both the ISLS CSCL Board and the Executive Committee of the Society and he is an AERA Research Fellow (the first European to receive this honour). He is currently a member of the Scientific Technical Council of the Foundation for University Computing Facilities (SURF WTR) in the Netherlands and was a member of the Dutch Educational Council and, as such, was advisor to the Minister of Education (2000-2004). He is chief editor of the Journal of Computer Assisted Learning, commissioning editor of Computers in Human Behavior, and has published two very successful books: Ten Steps to Complex Learning (now in its third revised edition and translated/published in Korea and China) and Urban Legends about Learning and Education (also in Dutch, Swedish, and Chinese). He also co-edited two other books (Visualizing Argumentation and What we know about CSCL). His areas of expertise include interaction in learning, collaboration for learning (computer supported collaborative learning), and regulation of learning.

Category

onderwijs

Tags

,