Met wat verbeelding zouden we alle manieren waarop leraren leren op een lijn kunnen zetten. Aan het ene uiteinde zetten we de minst inspannende en goedkoopste vorm, het lezen van blogs zoals deze. Aan het andere uiteinde plaatsen we de meest intensieve en kostelijke variant, het volgen van een professionaliseringstraject met het hele team onder leiding van een expert. Dit blogbericht wil aantonen dat de twee uiteinden zinvol zijn en vaak interessanter dan wat er in het midden van het continuüm valt, de in Vlaanderen klassieke jaarlijkse pedagogische studiedag. Ik illustreer dit met het project Zet je EF-bril op en wat er zoal gebeurt in Vlaanderen rond Executieve Functies van kleuters. De kernboodschap is evenwel voor alle onderwijsniveaus relevant. En de titel, die is kras, bevat een grond van waarheid, maar verdient meer dan een relativerend woordje uitleg.

 

Leraren leren al lezend en pratend

Over de opbrengst en geneugten van informeel leren schreef ik eerder al. We leren vaak spontaan door met collega’s te praten bij de koffie. Een blog leent zich daar uitstekend toe. Een bericht als dit van Sanne Feryn om vanuit rollenspel zelfsturing te ontwikkelen is gauw gedeeld of gelezen aan het prikbord. Iets minder spontaan voor veel kleuteronderwijzers is feedback geven en bij elkaar gaan observeren. Veel leerkrachten voelen zich er de eerste keer wat ongemakkelijk bij. Wat zal de ander denken van mij? Doe ik het wel goed genoeg? Maar een keer bezig voelen ze zich doorgaans snel veilig bij elkaar.

Een extra voordeel van deze vorm van leren is dat hij nabij is. Je kan er nog eens op terugkomen. De ander is per slot van rekening je collega en die kent jouw beginsituatie goed, kan op elke kleuter die je vernoemt een gezicht kleven en weet wat er bij jou aan de muur hangt en in de kasten ligt. Niet toevallig geven veel leraren aan dat ze deze vorm van professionaliseren de leerrijkste en leukste vinden (Cidree, 2011).

 

Iets nieuw inoefenen vergt oefening en begeleiding

Hoe leuk informeel leren ook is, niemand leert autorijden door te luisteren of te kijken naar andere chauffeurs. Je zal zelf achter het stuur moeten kruipen. Een professionele instructeur of een familielid leidt je. Als de ander zijn taak goed doet, stuurt hij je voortdurend bij. Kijk niet alleen in je zijspiegel, neem je bocht breder, schakel wat sneller.

In haar boek Zet je EF-bril op bespreekt Sanne naast activiteiten en organisatorische richtlijnen ook negen interactievormen om aan de Executieve functies van kleuters te EF2werken. Geloof me vrij, die complexe vaardigheden onder de knie krijgen voelt voor veel ervaren leerkrachten aan als leren autorijden vroeger. Geen enkele van de handelingen is moeilijk op zich, maar je moet ze vlot leren stellen op het juiste moment. De stop-denk-doe strategie toepassen vlot niet bij iedereen onmiddellijk. Soms laat je na het kind erop te wijzen dat het impulsief handelde zonder eerst gedragsalternatieven te overwegen en laat je een mooie leerkans liggen. Je past je nieuwe professionele gedrag nog niet spontaan toe omdat het nog niet tot je handelingsrepertoire behoort. Omgekeerd, als je het toch bewust inzet, oog je soms houterig en onzeker. Je stop klinkt scherp als het fluitsignaal van een politieagent. De moraal hiervan is niet dat je er dan maar beter voor past als je niet als kluns te kijk wil worden gezet. De boodschap is net dat de noodzaak om nieuw professioneel gedrag te leren stellen de constante is. Je professioneel gedrag is wat verandert. Als je als leraar je job goed wil doen zal je levenslang blijven leren wat de wetenschap jou aan nieuwe inzichten levert. Maar je verdient daar professionele hulp bij. Gewoon gaan observeren bij je collega die ook niet weet hoe eraan te beginnen helpt niemand vooruit.

 

Zet je EF-bril op verbindt de twee uiteinden van het continuüm

Informeel leren en een professioneel uitgedokterd leertraject volgen met demonstraties, momenten van co-teaching, videofeedback en intervisiegesprekken kunnen hand in hand gaan. Leren van een expert en van je collega’s sluiten elkaar niet uit. Hogergenoemd project begeleidt lerarenteams die zowel leren van de expert die langskomt als van elkaar. De verschillende leervormen versterken elkaar en tonen dat leraren nooit te oud zijn om te leren, zelfs niet op verschillende manieren.

 

Is de studiedag dood?

Het is als hogeschool altijd fijn om vast te stellen dat je initiatief interesse opwekt in het werkveld. We krijgen veel aanvragen om EF-workshops te begeleiden. Meestal passen we om de eenvoudige reden dat we niet geloven in het leereffect van een enkele workshop. We kiezen op zijn minst voor mini-trajecten van een studiedag met opvolging. Dan komt een van onze projectmedewerkers leerkrachten die met EF aan de slag gaan in hun eigen klassen coachen.

Kwatongen zouden durven beweren dat we geldkloppers zijn die dure trajecten verkopen. Toch niet, want niets is zo makkelijk als je tientallen of honderden keren laten betalen voor een zelfde pedagogische studiedag. De scholen horen wat ze menen niet te mogen missen en de aanbieder leeft ervan en genereert middelen om weer iets nieuws te ontwikkelen. Tevreden zijn we daar niet mee, want zoiets brengt geen zoden aan de dijk. In het beste geval weten leraren op het einde wat ze zouden moeten kunnen, zonder het in de vingers te hebben.

 

De meest klassieke vorm van professionalisering is dus tijd- en geldverspilling?

Het hangt ervan af wat we onder de studiedag verstaan, maar vaak geldt dat ze nutteloos zijn in de zin dat ze niet bijdragen tot een verandering van het onderwijs, laat staan leiden tot een verbetering van leerresultaten van kleuters of leerlingen in brede zin.

Van Veen, Zwart, Meirink en Verloop publiceerden in 2010 een reviewstudie over kenmerken van effectieve professionalisering. Het rapport en zeker de kenmerken die zij presenteerden, duiken sindsdien nog regelmatig op. Laat ons eerst focussen op de elementen die het meest problematisch zijn voor veel studiedagen:

  • de duur. Een one-shot benadering beklijft niet… hoe vroeg de studiedag ook begint en hoe laat hij ook eindigt.
  • het actief aan de slag gaan met de inhoud. Vaak is dat onmogelijk omdat de kleuters / leerlingen er niet zijn. Probeer dan maar interactievaardigheden met kleuters te oefenen.
  • de afwezigheid van een theory of improvement. Er is geen expliciete redenering over hoe de interventie, de studiedag, tot de gewenste resultaten zal leiden. Anders gezegd, men gaat er impliciet van uit dat al wie een hele dag geluisterd heeft vervolgens gemotiveerd en in staat zal zijn al het geleerde juist toe te passen in de gewone onderwijspraktijk, niet gehinderd door storende randvoorwaarden.

Als we horen welke thema’s aan bod komen op pedagogische studiedagen kunnen we daarbovenop soms nog vragen stellen bij:

  • de kwaliteit van de studiedag an sich. Is wat beweerd wordt onderbouwd? In bepaalde gevallen vrees ik dat zelfs de kerngedachte geen steek houdt.
  • de samenhang met het beleid. Als een directie in de praktijk beslist een spreker te vragen omdat een collega-directie vertelde dat haar leerkrachten het best leuk vonden, weet je eigenlijk ook genoeg, al zal niemand toegeven zo een onderwerp te kiezen.

Is de studiedag dan echt dood?

Studiedagen met het hele team kunnen een teambuildingsdimensie hebben en dat is waardevol an sich. Van Veen e.a. geven trouwens aan dat aandacht voor groepsdynamica een van de kenmerken van effectieve professionalisering is.

Zelfs een studiedag waar je alleen aan deelneemt, kan waardevol zijn, als er aan een aantal voorwaarden voldaan wordt. Wie weet heb je je vooraf ingelezen en is de studiedag een startpunt van de voorbereiding op een teamtraject dat je volgend schooljaar willen implementeren. Trouwens, in ons EF-traject steekt ook standaard een studiedag om het schoolteam op gang te trekken. We geven er theoretische achtergrondinfo, laten Executieve Functies op eigen niveau ervaren en verkennen het materiaal.

 

De pedagogische studiedag en verder niets, dat is het probleem

Wie de professionalisering van Vlaamse leraren onderzoekt, stelt vast dat er amper mensen voor de klas staan die geen lerarendiploma hebben. Maar die hooggeschoolde leraren professionaliseren zich minder dan hun Europese collega’s (UA, 2013, 25). Nederland scoort “beter” maar nog altijd minder dan het gemiddelde. Dit is een van de vaststellingen van het Talis onderzoek van 2013 dat weliswaar geen statistieken bevat voor het kleuteronderwijs.

Daar zijn ook kinderverzorgers aan de slag en hun aandeel zal wellicht toenemen met het dreigende lerarentekort. Toch geldt ongetwijfeld ook voor het kleuteronderwijs dat de overgrote meerderheid van de leraren er over het juiste diploma beschikt. Maar ook het tweede deel van de stelling gaat op voor ons onderwijsniveau: gediplomeerde kleuteronderwijzers volgen in vergelijking met hun Europese collega’s weinig professionalisering. Niet dat ze niets volgen. Bijna iedereen doet het, maar het blijft in de meeste gevallen beperkt tot de jaarlijkse pedagogische studiedagen en wie weet een los creatief aanbod op een woensdagnamiddag. Dat is in het licht van het voorgaande een groot probleem. De weinige professionalisering die veel leraren volgen, behoort tot de minst geschikte soort. Wie pleit voor meer professionalisering van leraren mag dus niet pleiten voor meer van hetzelfde.

talis2

Zowaar toch een EF-studiedag op 15 januari 2019

Spreken we onszelf dan niet tegen door zelf een inspiratiedag te organiseren? Bij nader inzien niet. We richten ons op twee groepen. Voor zij die al met EF aan de slag zijn, bieden we een dag verdieping en uitwisseling. Naast die insiders willen we verruimen naar andere groepen voor wie EF interessant zou kunnen zijn, zonder dat ze meteen aan de slag kunnen met wat wij al ontwikkeld hebben. We denken daarbij onder meer aan het buitengewoon onderwijs en de ruime zorgsector. Hen willen we prikkelen om zelf -al dan niet met ons of andere partners- een vertaalslag te maken naar de eigen realiteit. Dat het kan weten we, daar kunnen meerdere workshopbegeleiders en sprekers met expertise over getuigen. In dat geval zou de studiedag -die inmiddels volzet is- een zaadje zijn van een nieuwe boom.

 

Nederland gidsland?

Wie vanuit Vlaanderen naar Nederland kijkt, krijgt op zijn minst de indruk dat de professionalisering van leraren professioneler aangepakt wordt. Een systeem van school- en instituutbegeleiders faciliteert de begeleiding van stagiairs en de transfer van innovaties; werkplaatsen onderwijsonderzoek zorgen wellicht ook voor professionalisering in scholen en het landelijke project ‘De driejarige Begeleiding van Startende Leraren’ (BSL) zorgde op grote schaal voor inductie arrangementen in het voortgezet onderwijs, inclusief onderzoek daarop. Of zien we dat verkeerd en volgen de middelen de structuren niet? Lijkt het gras alleen maar groener aan de overkant, aan jullie kant?

 

.

Feryn (2017) Zet je EF-bril op. Die Keure – Brugge.

Picard, P & Ria, L. (eds.) (2011) Cidree Yearbook. Beginning teachers: a challenge for educational systems. Lyon, France, Institut français de l’Education.

van Veen, K., Zwart, R. C., Meirink, J. A., & Verloop, N. (2010). Professionele ontwikkeling van leraren: een reviewstudie naar effectieve kenmerken van professionaliseringsinterventies van leraren. ICLON/Expertisecentrum Leren van Docenten.

Vlaamse overheid (2013) Denken, handelen en professionele ontwikkeling van Vlaamse leraren en schoolleiders. Eerste resultaten van TALIS.

Presentatie van Universiteit Antwerpen daarover. https://onderwijs.vlaanderen.be/sites/default/files/atoms/files/plenaire_lezing_2_0.pdf

 

0 0 votes
Article Rating

Docent in de professionele Bacheloropleiding Kleuteronderwijs Odisee, staflid van de Dienst Onderwijs en Kwaliteit van de hele hogeschool en coördinator van www.MyCompass.be breed geïnteresseerd in onderwijskundige thema's, maar bijzonder in startende leraren en informeel leren. werkte voorheen in binnen- en buitenland als leraar, vormingswerker, projectcoördinator en onderwijsadviseur.

Abonneren
Abonneren op
guest

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

2 Reacties
nieuwste
oudste meest gestemd
Inline Feedbacks
View all comments

About johandewilde

Docent in de professionele Bacheloropleiding Kleuteronderwijs Odisee, staflid van de Dienst Onderwijs en Kwaliteit van de hele hogeschool en coördinator van www.MyCompass.be breed geïnteresseerd in onderwijskundige thema's, maar bijzonder in startende leraren en informeel leren. werkte voorheen in binnen- en buitenland als leraar, vormingswerker, projectcoördinator en onderwijsadviseur.

Category

onderwijs