Laatst werd ik geïnterviewd over de zoveelste moderne, progressieve, kindvriendelijke en vooral innovatieve onderwijsvorm. Vanzelfsprekend verafschuwt deze nieuwe aanpak het opdoen van kennis en vaardigheden omdat zoiets ouderwets is, afstompend is, op een slaafs fabrieksmodel gestoeld is en ten slotte geestdodend werkt. De nieuwe aanpak verheerlijkt het eigen initiatief van kinderen om zelf te bepalen wat zij willen leren. Zo leren is het vernieuwend, bevrijdend, en vooral motiverend. Onderwijs gebaseerd op deze eigen initiatief is tenslotte in lijn met de wereld van de toekomst en zorgt voor het ontwikkelen van de talenten van kinderen.

Ik hoor de bedenkers vertellen over wat er allemaal mis is met het huidige onderwijs. Niet alleen is het leren van feiten en concepten overbodig (houdbaarheid van verse vis, alles staat al op het Internet) maar feiten leren belemmert zelfs het creatief kunnen oplossen van problemen en het divergent kunnen denken. Voor deze onderwijshervormers moet het allemaal gaan over het: (1) motiveren van kinderen (spoiler 1: motivatie leidt niet tot succesvol leren; succes ervaren motiveert tot verder leren), (2) verwerven van generieke vaardigheden (spoiler 2: die bestaan niet omdat vaardigheden domeinspecifiek zijn) en (3) verlenen van prioriteit aan het aanleren van flexibiliteit, nieuwsgierigheid, doorzettingsvermogen en ga zo maar door (spoiler 3: dit zijn persoonskenmerken [traits] die niet aan te leren zijn!).

Deze – meestal – goed opgeleide mensen verkondigen dat het huidige onderwijs niet voldoet aan de eisen van vandaag laat staan van morgen. Daardoor verwerven kinderen 21e-eeuwse vaardigheden niet. Volgens hen moet het onderwijs radicaal veranderen omdat we anders burgers krijgen die niet kunnen samenwerken, niet creatief zijn, ict-ongeletterd zijn (wat ik vreemd vind omdat diezelfde mensen Marc Prensky c.s. citeren die riep dat diezelfde kinderen zeer geletterde digital natives zijn), moeilijk / niet goed kunnen communiceren (…huh? Die digitale natives en homos zappiëns kunnen volgens dezelfde mensen nou juist uiterst vaardig met elkaar communiceren en samenwerken via sociale media). Het huidige onderwijs zou er daarbij ook voor zorgen dat onze kinderen problemen niet kunnen oplossen, noch kritisch kunnen denken en de nodige sociale en culturele vaardigheden missen. Kortom, één doffe ellende.

Verbazing

Ik verbaas me al lang niet meer over hun gebrek aan wetenschappelijke en theoretische kennis over de onderwerpen waarover zij het hebben. Daarover heb ik meerdere blogs geschreven, presentaties gegeven en zelfs de term ‘expertise-generalisatie syndroom’ daarvoor gelanceerd. Dat stadium ben ik allang voorbij. Ik begrijp heel goed dat je tegenwoordig geen verstand van zaken hoeft te hebben om als deskundige te worden gezien en dat het expertise-generalisatie syndroom wijdverspreid is. Als je ergens beroemd voor bent of ergens voor geleerd hebt, mag je blijkbaar over alles een mening hebben én deze mening verkondigen alsof die de waarheid is. Ik heb zelfs een komiek die Nederlands heeft gestudeerd de onderwijsdeskundige zien uithangen op een populair praatprogramma en door de gastheer ook als zodanig behandeld zien worden!

Waar verbaas ik mij dan wel over? Ik verbaas mij dat deze intelligente, ruimdenkende, innovatieve, probleemoplossende, sociaalvaardige en ict-geletterde onderwijshervormers zo out-of-the box kunnen denken over het onderwijs. Ik verbaas mij dat ze zelfs in staat zijn oplossingen te bedenken op een volstrek ander gebied dan het gebied waarvoor zij zelf hebben geleerd (vaste stof fysica, sociale geografie, theaterwetenschappen, sociologie, Nederlands); echt transfer! Maar ik verbaas mij nog meer over het feit dat deze mensen lijken te zijn vergeten dat ze zelf producten zijn van dat afstompende, ouderwetse onderwijs waar zij zich zo tegen keren. Zij zijn allemaal, stuk voorstuk, producten van het soort onderwijs dat zij de grond in boren. Hoe kan dat nou? Hoe zijn zij dan aan al die (vaak 21e-eeuwse) vaardigheden gekomen? Waar komt al die kennis en wijsheid vandaan? Eigenlijk, als je het goed bekijkt, verloochenen / verwerpen zij hun eigen verleden. Als het onderwijs zo slecht is / was, waarom weten zij het dan zo goed en zijn zij dan zo succesvol? Zijn zij zo uniek dat zij aan dat de gevolgen van dat vreselijk slechte onderwijs ontsnapt zijn en als enigen goed terecht gekomen?

Ontkenning

M.i. – als psychopatholoog van de koude grond – lijden deze mensen aan een vorm van wat in de psychologie / psychiatrie ontkenning heet. Ik citeer (uit Wikipedia): Ontkenning is een psychisch afweermechanisme dat optreedt als iemand geconfronteerd wordt met gevoelens of emoties die moeilijk of helemaal niet te accepteren zijn. De persoon spreekt dan de feiten tegen om het negatieve gevoel niet te hoeven confronteren.

Als zij hier aan lijden, dan is dat toch wel triest. Arme mensen, maar ook arme kinderen.

De titel is een citaat van Gert de Ley uit zijn boek Paren en onparen (1973)

0 0 votes
Article Rating

Nederlands: Prof. dr. Paul A. Kirschner, dr.h.c. is Universiteishoogleraar en hoogleraar Onderwijspsychologie aan de Open Universiteit. Hij is ook Visiting Professor Onderwijs met een leerstoel in Leren en Interactie in de Lerarenopleiding aan Oulu University (Finland) waar hij ook een Eredoctoraat heeft (doctor honoris causa). Hij is een internationaal erkende expert op zijn gebied en heeft zitting gehad in de Onderwijsraad in de periode 2000-2004 en is lid van de Wetenschappelijk Technische Raad van SURF. Hij is Fellow of the American Educational Research Association (AERA; NB de eerste Europeaan aan wie deze eer werd toegekend), de International Society of the Learning Sciences (ISLS) en van de Netherlands Institute for Advanced Study in the Humanities and Social Science of the Royal Dutch Academy of Sciences (NIAS-KNAW). Hij was President van de International Society for the Learning Sciences (ISLS) in de periode 2010-2011. Hij is Hoofdredacteur van de Journal of Computer Assisted Learning en Commissioning Editor van Computers in Human Behavior, en hij is auteur van Ten steps to complex learning (Routledge/Erlbaum). Hij schrift ook regelmatig voor Didactief (de kolom KirschnerKiest over wat docenten kunnen met wetenschappelijke resultaten). Hij is ook medeauteur van het boek Jongens zijn slimmer dan meisjes XL (EN: Urban Myths about Learning and Education). Hij wordt gezien als expert op veel gebieden en vooral computerondersteund samenwerkend leren (CSCL), het ontwerpen van innovatieve, elektronische leeromgevingen, mediagebruik in het onderwijs en het verwerven van complex cognitieve vaardigheden. English: Paul A. Kirschner (1951) is Distinguished University Professor and professor of Educational Psychology at the Open University of the Netherlands as well as Visiting Professor of Education with a special emphasis on Learning and Interaction in Teacher Education at the University of Oulu, Finland where he was also honoured with an Honorary Doctorate (doctor honoris causa). He was previously professor of Educational Psychology and Programme Director of the Fostering Effective, Efficient and Enjoyable Learning environments (FEEEL) programme at the Welten Institute, Research Centre for Learning, Teaching and Technology at the Open University of the Netherlands. He is an internationally recognised expert in the fields of educational psychology and instructional design. He is Research Fellow of the American Educational Research Association and the Netherlands Institute for Advanced Study in the Humanities and Social Science. He was President of the International Society for the Learning Sciences (ISLS) in 2010-2011, member of both the ISLS CSCL Board and the Executive Committee of the Society and he is an AERA Research Fellow (the first European to receive this honour). He is currently a member of the Scientific Technical Council of the Foundation for University Computing Facilities (SURF WTR) in the Netherlands and was a member of the Dutch Educational Council and, as such, was advisor to the Minister of Education (2000-2004). He is chief editor of the Journal of Computer Assisted Learning, commissioning editor of Computers in Human Behavior, and has published two very successful books: Ten Steps to Complex Learning (now in its third revised edition and translated/published in Korea and China) and Urban Legends about Learning and Education (also in Dutch, Swedish, and Chinese). He also co-edited two other books (Visualizing Argumentation and What we know about CSCL). His areas of expertise include interaction in learning, collaboration for learning (computer supported collaborative learning), and regulation of learning.

Abonneren
Abonneren op
guest

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

10 Reacties
nieuwste
oudste meest gestemd
Inline Feedbacks
View all comments

About Paul Kirschner

Nederlands: Prof. dr. Paul A. Kirschner, dr.h.c. is Universiteishoogleraar en hoogleraar Onderwijspsychologie aan de Open Universiteit. Hij is ook Visiting Professor Onderwijs met een leerstoel in Leren en Interactie in de Lerarenopleiding aan Oulu University (Finland) waar hij ook een Eredoctoraat heeft (doctor honoris causa). Hij is een internationaal erkende expert op zijn gebied en heeft zitting gehad in de Onderwijsraad in de periode 2000-2004 en is lid van de Wetenschappelijk Technische Raad van SURF. Hij is Fellow of the American Educational Research Association (AERA; NB de eerste Europeaan aan wie deze eer werd toegekend), de International Society of the Learning Sciences (ISLS) en van de Netherlands Institute for Advanced Study in the Humanities and Social Science of the Royal Dutch Academy of Sciences (NIAS-KNAW). Hij was President van de International Society for the Learning Sciences (ISLS) in de periode 2010-2011. Hij is Hoofdredacteur van de Journal of Computer Assisted Learning en Commissioning Editor van Computers in Human Behavior, en hij is auteur van Ten steps to complex learning (Routledge/Erlbaum). Hij schrift ook regelmatig voor Didactief (de kolom KirschnerKiest over wat docenten kunnen met wetenschappelijke resultaten). Hij is ook medeauteur van het boek Jongens zijn slimmer dan meisjes XL (EN: Urban Myths about Learning and Education). Hij wordt gezien als expert op veel gebieden en vooral computerondersteund samenwerkend leren (CSCL), het ontwerpen van innovatieve, elektronische leeromgevingen, mediagebruik in het onderwijs en het verwerven van complex cognitieve vaardigheden. English: Paul A. Kirschner (1951) is Distinguished University Professor and professor of Educational Psychology at the Open University of the Netherlands as well as Visiting Professor of Education with a special emphasis on Learning and Interaction in Teacher Education at the University of Oulu, Finland where he was also honoured with an Honorary Doctorate (doctor honoris causa). He was previously professor of Educational Psychology and Programme Director of the Fostering Effective, Efficient and Enjoyable Learning environments (FEEEL) programme at the Welten Institute, Research Centre for Learning, Teaching and Technology at the Open University of the Netherlands. He is an internationally recognised expert in the fields of educational psychology and instructional design. He is Research Fellow of the American Educational Research Association and the Netherlands Institute for Advanced Study in the Humanities and Social Science. He was President of the International Society for the Learning Sciences (ISLS) in 2010-2011, member of both the ISLS CSCL Board and the Executive Committee of the Society and he is an AERA Research Fellow (the first European to receive this honour). He is currently a member of the Scientific Technical Council of the Foundation for University Computing Facilities (SURF WTR) in the Netherlands and was a member of the Dutch Educational Council and, as such, was advisor to the Minister of Education (2000-2004). He is chief editor of the Journal of Computer Assisted Learning, commissioning editor of Computers in Human Behavior, and has published two very successful books: Ten Steps to Complex Learning (now in its third revised edition and translated/published in Korea and China) and Urban Legends about Learning and Education (also in Dutch, Swedish, and Chinese). He also co-edited two other books (Visualizing Argumentation and What we know about CSCL). His areas of expertise include interaction in learning, collaboration for learning (computer supported collaborative learning), and regulation of learning.

Category

onderwijs, psychologie

Tags

,