Deze blog verscheen in een iets andere vorm in het novembernummer van Didactief.

Een aantal van mijn columns en blogs van dit najaar gingen over bewezen leerstrategieën die leerkrachten maar vooral leerlingen en hun ouders kunnen gebruiken. Deze keer een zeer effectieve en efficiënte aanpak voor leerkrachten om leerlingen te helpen problemen te leren lossen.

Een van de beste manieren om een probleem te leren oplossen – zo niet de beste – is door gebruik te maken van een uitgewerkt voorbeeld: een probleem of taak die we hebben opgelost of uitgewerkt, en waarvan elke stap volledig uitgelegd en helder is. Ik durf bijna te zeggen dat het onomstotelijk bewezen[1] is dat leerlingen die proberen te leren problemen op te lossen door problemen op te lossen slechter presteren en minder leren dan leerlingen die leren door uitgewerkte voorbeelden te bestuderen.

Een uitgewerkt voorbeeld is een stapsgewijze demonstratie van hoe je een taak uitvoert of een probleem oplost. Met andere woorden, de volledige oplosprocedure wordt gedemonstreerd/gemodelleerd. Het doel is om de principes onder het oplossen van een probleem of uitvoeren van een taak bloot te leggen voor de leerling en deze te illustreren. Uitgewerkte voorbeelden richten de aandacht op de structurele aspecten van problemen/taken en hun oplossingen en helpen leerlingen zo te begrijpen wat ze aan het doen zijn en waarom.

Enkele voorbeelden (van Marcel Schmeier) van uitgewerkte rekenvoorbeelden:

Zulke voorbeelden zijn uitermate geschikt bij het leren, omdat ons werkgeheugen beperkt is en snel overvol raakt. Omdat leerlingen, bijna per definitie, de concepten en procedures die zij nodig hebben om het probleem op te lossen missen, moeten zij zonder uitgewerkte voorbeelden ‘blind’ zoeken naar de weg van probleem naar oplossing. Bij iedere stap in het proces moeten zij een heleboel dingen tegelijkertijd vasthouden in hun werkgeheugen: hoever ze zijn (Waar ben ik nu? Hoe ver ben ik op weg naar een oplossing?); wat het doel is (Waar moet ik naar toe? Wat is de oplossing?); of zij op de goede weg zijn (Helpt deze stap? Ben ik dichter bij de oplossing?); en hoe ze verder moeten (Wat is de volgende stap? Zou ik het anders kunnen/moeten doen?). Dit belast hun werkgeheugen enorm en belemmert daarmee het opslaan van informatie in het langetermijngeheugen. Met andere woorden, leerlingen zijn heel druk bezig (ze zijn wel ‘engaged’) maar ze leren en onthouden weinig.

Een uitgewerkt voorbeeld belast het werkgeheugen veel minder, omdat de oplossing(sprocedure) alleen maar gevolgd en begrepen, en niet ontdekt, hoeft te worden. Hierdoor is er ruimte in het werkgeheugen voor het opslaan in het langetermijngeheugen van de essentiële informatie, stappen en verbanden tussen ‘stappen’ bij het probleem oplossen. Leerlingen leren herkennen welke ‘zetten’ nodig zijn voor het oplossen van een bepaald soort problemen, wat de basis is van het ontwikkelen van kennis en vaardigheden als probleemoplosser.

En hoe maak je een uitgewerkt voorbeeld? Eerst, natuurlijk, stel je een probleem. Daarna werk je de procedure om het probleem op te lossen in stappen uit. Het is zinvol om het aan een aantal collega’s te laten zien en aan hen te vragen of je iets vergeten bent. Denk eraan, als leerkracht, ben jij de expert en zodoende zul je de neiging hebben om stappen over te slaan!

Als je een voorbeeld hebt uitgewerkt, moet je vervolgens zoeken naar andere vergelijkbare problemen die kunnen worden opgelost (dit is nodig voor de volgende stap).

Een uitgewerkt voorbeeld is de eerste stap voor het leren oplossen van een probleem of voor het leren uitvoeren van een taak. De volgende stap is het gedeeltelijk uitgewerkte voorbeeld (partially worked out problem). Hiervoor neem je een of meer vergelijkbare problemen of taken, je maakt er uitgewerkte voorbeelden van, maar je laat één van de stappen open. Nu moet de leerling die stap zelf ‘bedenken’ en uitvoeren. Als dit lukt ga je verder met het weglaten van meer stappen tot je eindigt bij een ‘gewoon’ probleem of taak. In dit proces herken je misschien het begrip scaffolding: het stapsgewijs verminderen van de ondersteuning totdat de leerling die niet meer nodig heeft.

Voorbeelden van gedeeltelijk uitgewerkte voorbeelden:

Wil je meer weten? Lees, bijvoorbeeld, dit artikel van Marcel Schmeier, over uitgewerkte voorbeelden bij het leren rekenen: http://onderwijsgek.nl/wp-content/uploads/2018/06/TvRT-Leren-van-uitgewerkte-voorbeelden-Marcel-Schmeier.pdf

[1] Zie o.a.:

Atkinson, R. K., Derry, S. J., Renkl, A., & Wortham, D. W. (2000). Learning from examples: Instructional principles from the worked examples research. Review of Educational Research, 70, 181–214

Renkl, A. (1997). Learning from worked-out examples: A study on individual differences. Cognitive Science, 21, 1–29.

Renkl, A. (2002). Learning from worked-out examples: Instructional explanations supplement self-explanations. Learning & Instruction, 12, 149–176.

Renkl, A., Atkinson, R. K., & Große, C. S. (2004). How fading worked solution steps works—a cognitive load perspective. Instructional Science, 32, 59–82

Renkl, A., Atkinson, R. K., Maier, U. H., & Staley, R. (2002). From example study to problem solving: Smooth transitions help learning. Journal of Experimental Education, 70, 293–315.

Tuovinen, J. E., & Sweller, J. (1999). A comparison of cognitive load associated with discovery learning and worked examples. Journal of Educational Psychology, 91(2), 334-341.

0 0 votes
Article Rating
Abonneren
Abonneren op
guest

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

10 Reacties
nieuwste
oudste meest gestemd
Inline Feedbacks
View all comments

About Paul Kirschner

Nederlands: Prof. dr. Paul A. Kirschner, dr.h.c. is Universiteishoogleraar en hoogleraar Onderwijspsychologie aan de Open Universiteit. Hij is ook Visiting Professor Onderwijs met een leerstoel in Leren en Interactie in de Lerarenopleiding aan Oulu University (Finland) waar hij ook een Eredoctoraat heeft (doctor honoris causa). Hij is een internationaal erkende expert op zijn gebied en heeft zitting gehad in de Onderwijsraad in de periode 2000-2004 en is lid van de Wetenschappelijk Technische Raad van SURF. Hij is Fellow of the American Educational Research Association (AERA; NB de eerste Europeaan aan wie deze eer werd toegekend), de International Society of the Learning Sciences (ISLS) en van de Netherlands Institute for Advanced Study in the Humanities and Social Science of the Royal Dutch Academy of Sciences (NIAS-KNAW). Hij was President van de International Society for the Learning Sciences (ISLS) in de periode 2010-2011. Hij is Hoofdredacteur van de Journal of Computer Assisted Learning en Commissioning Editor van Computers in Human Behavior, en hij is auteur van Ten steps to complex learning (Routledge/Erlbaum). Hij schrift ook regelmatig voor Didactief (de kolom KirschnerKiest over wat docenten kunnen met wetenschappelijke resultaten). Hij is ook medeauteur van het boek Jongens zijn slimmer dan meisjes XL (EN: Urban Myths about Learning and Education). Hij wordt gezien als expert op veel gebieden en vooral computerondersteund samenwerkend leren (CSCL), het ontwerpen van innovatieve, elektronische leeromgevingen, mediagebruik in het onderwijs en het verwerven van complex cognitieve vaardigheden. English: Paul A. Kirschner (1951) is Distinguished University Professor and professor of Educational Psychology at the Open University of the Netherlands as well as Visiting Professor of Education with a special emphasis on Learning and Interaction in Teacher Education at the University of Oulu, Finland where he was also honoured with an Honorary Doctorate (doctor honoris causa). He was previously professor of Educational Psychology and Programme Director of the Fostering Effective, Efficient and Enjoyable Learning environments (FEEEL) programme at the Welten Institute, Research Centre for Learning, Teaching and Technology at the Open University of the Netherlands. He is an internationally recognised expert in the fields of educational psychology and instructional design. He is Research Fellow of the American Educational Research Association and the Netherlands Institute for Advanced Study in the Humanities and Social Science. He was President of the International Society for the Learning Sciences (ISLS) in 2010-2011, member of both the ISLS CSCL Board and the Executive Committee of the Society and he is an AERA Research Fellow (the first European to receive this honour). He is currently a member of the Scientific Technical Council of the Foundation for University Computing Facilities (SURF WTR) in the Netherlands and was a member of the Dutch Educational Council and, as such, was advisor to the Minister of Education (2000-2004). He is chief editor of the Journal of Computer Assisted Learning, commissioning editor of Computers in Human Behavior, and has published two very successful books: Ten Steps to Complex Learning (now in its third revised edition and translated/published in Korea and China) and Urban Legends about Learning and Education (also in Dutch, Swedish, and Chinese). He also co-edited two other books (Visualizing Argumentation and What we know about CSCL). His areas of expertise include interaction in learning, collaboration for learning (computer supported collaborative learning), and regulation of learning.

Category

onderwijs, onderzoek

Tags

, , ,