Deze blog van Monique Marreveld en mij is ook op Didactief te lezen.

In een Opiniestuk in Het Parool van afgelopen donderdag (20 september j.l.) stond dat leerkrachten vrije toegang moeten krijgen tot de online databestanden van wetenschappelijke artikelen om hun lessen te verrijken. Daar zijn wij niet tegen. Integendeel. Iedereen zou toegang moeten hebben tot die artikelen, niet op de laatste plaats omdat ze meestal tot stand zijn gekomen met publieke (lees overheids)financiering van het onderzoek en omdat het reviewproces wordt gedaan door mensen (medewetenschappers van de onderzoekers) die aan universiteiten werken en dus ook betaald worden uit publieke middelen. Toch willen wij vier kanttekeningen plaatsen bij de onderliggende aanname, namelijk dat leerkrachten de artikelen zullen lezen en daardoor beter onderwijs zullen geven.

Kanttekening 1: De meeste docenten die wij tegenkomen (we hebben dit niet wetenschappelijk onderzocht dus we kunnen het verkeerd hebben) zullen die, vooral moeilijk geschreven en Engelstalige, artikelen niet lezen. Als we tot nu toe zulke artikelen aan leerkrachten aanbieden, worden zij of niet aangenomen of vragen leraren of er geen Nederlandse vertalingen zijn omdat zij moeite hebben met het lezen en begrijpen van zulk Engels. Het is dan ook niet het Engels dat men misschien in een roman zou lezen, maar specialistische taal met een eigen grammatica en syntaxis. Dit brengt ons naar…

Kanttekening 2: Leerkrachten begrijpen de gebezigde vaktaal (denigrerend kan je ook spreken van vakjargon van de schrijvers) niet. Zij begrijpen de taal niet, niet omdat zij dom zijn, maar omdat zij de broodnodige vakkennis missen om de artikelen te lezen. Die artikelen worden immers geschreven door wetenschappers voor hun vakzusters en -broeders en zij gaan er, dus, van uit dat die kennis gewoon aanwezig is. En ook al zou de inhoud bekend zijn….

Kanttekening 3: Het uitvoeren van onderzoek, maar ook het kunnen beoordelen van de waarde van wat er in een wetenschappelijk artikel staat, vereist kennis van en inzicht in de gebruikte methodologie en statistiek. Het gaat hier om zaken als gebruikmaken van controle condities (en zo welke?), de vergelijkbaarheid tussen de interventie- en controlegroepen, de grootte van de proefpopulaties, de gebruikte toetsen, enzovoorts. Bijvoorbeeld: Mag je een ANOVA of MANOVA gebruiken van een onderzoek naar samenwerkend leren of moet je een multilevel analyse gebruiken en door de nesting van variabelen hoeveel respondenten per level moet je hebben? Vergeef ons dit vakjargon, maar als een lezer deze zin niet begrijpt of een antwoord niet kan geven, kan die ook niet de methodologie doorgronden en niet beoordelen of de resultaten enige geldigheid hebben. Dit brengt ons naar…

Kanttekening 4: Het pleidooi in het Parool begon met een anekdote (ook geen wetenschappelijk bewijs toch?). Over een (1) Engelstalige leerkracht die dus de wetenschappelijke artikelen in haar moedertaal leest (2) die minstens een universitaire bachelor heeft (nodig, bijvoorbeeld in de staat New York voor het verkrijgen van een tijdelijk lesbevoegdheid) en meestal zelfs een masterdiploma in onderwijskunde en/of de discipline waarin zij onderwijs geeft (eis in New York voor een permanent lesbevoegdheid). Dit is net iets hoger dan wat we van leerkrachten in Nederland eisen om les te mogen geven.

Kunnen we dan niets doen om leerkrachten te laten profiteren van wetenschappelijk onderzoek? Ja, wel degelijk. Wat vind je van de eis dat alle wetenschappelijk onderzoek, in ieder geval onderzoek dat gedaan wordt in en gefinancierd door Nederland, voorzien moet worden van een (liefst) Nederlandstalige publieksvriendelijke samenvatting? En dan niet die samenvatting zoals je die aantreft in proefschriften of de abstract voorafgegaan aan een wetenschappelijk artikel, maar een speciaal voor het veld geschreven samenvatting. Zoiets zouden de universiteiten en overheidsfinancierders kunnen eisen! En als die publieksvriendelijke samenvattingen er zijn, kunnen ze worden geplaatst in een open database die iedereen gratis kan raadplegen.

Prof. Dr. Paul A. Kirschner, Open Universiteit en Monique Marreveld, Didactief

0 0 votes
Article Rating
Abonneren
Abonneren op
guest

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

10 Reacties
nieuwste
oudste meest gestemd
Inline Feedbacks
View all comments

About Paul Kirschner

Nederlands: Prof. dr. Paul A. Kirschner, dr.h.c. is Universiteishoogleraar en hoogleraar Onderwijspsychologie aan de Open Universiteit. Hij is ook Visiting Professor Onderwijs met een leerstoel in Leren en Interactie in de Lerarenopleiding aan Oulu University (Finland) waar hij ook een Eredoctoraat heeft (doctor honoris causa). Hij is een internationaal erkende expert op zijn gebied en heeft zitting gehad in de Onderwijsraad in de periode 2000-2004 en is lid van de Wetenschappelijk Technische Raad van SURF. Hij is Fellow of the American Educational Research Association (AERA; NB de eerste Europeaan aan wie deze eer werd toegekend), de International Society of the Learning Sciences (ISLS) en van de Netherlands Institute for Advanced Study in the Humanities and Social Science of the Royal Dutch Academy of Sciences (NIAS-KNAW). Hij was President van de International Society for the Learning Sciences (ISLS) in de periode 2010-2011. Hij is Hoofdredacteur van de Journal of Computer Assisted Learning en Commissioning Editor van Computers in Human Behavior, en hij is auteur van Ten steps to complex learning (Routledge/Erlbaum). Hij schrift ook regelmatig voor Didactief (de kolom KirschnerKiest over wat docenten kunnen met wetenschappelijke resultaten). Hij is ook medeauteur van het boek Jongens zijn slimmer dan meisjes XL (EN: Urban Myths about Learning and Education). Hij wordt gezien als expert op veel gebieden en vooral computerondersteund samenwerkend leren (CSCL), het ontwerpen van innovatieve, elektronische leeromgevingen, mediagebruik in het onderwijs en het verwerven van complex cognitieve vaardigheden. English: Paul A. Kirschner (1951) is Distinguished University Professor and professor of Educational Psychology at the Open University of the Netherlands as well as Visiting Professor of Education with a special emphasis on Learning and Interaction in Teacher Education at the University of Oulu, Finland where he was also honoured with an Honorary Doctorate (doctor honoris causa). He was previously professor of Educational Psychology and Programme Director of the Fostering Effective, Efficient and Enjoyable Learning environments (FEEEL) programme at the Welten Institute, Research Centre for Learning, Teaching and Technology at the Open University of the Netherlands. He is an internationally recognised expert in the fields of educational psychology and instructional design. He is Research Fellow of the American Educational Research Association and the Netherlands Institute for Advanced Study in the Humanities and Social Science. He was President of the International Society for the Learning Sciences (ISLS) in 2010-2011, member of both the ISLS CSCL Board and the Executive Committee of the Society and he is an AERA Research Fellow (the first European to receive this honour). He is currently a member of the Scientific Technical Council of the Foundation for University Computing Facilities (SURF WTR) in the Netherlands and was a member of the Dutch Educational Council and, as such, was advisor to the Minister of Education (2000-2004). He is chief editor of the Journal of Computer Assisted Learning, commissioning editor of Computers in Human Behavior, and has published two very successful books: Ten Steps to Complex Learning (now in its third revised edition and translated/published in Korea and China) and Urban Legends about Learning and Education (also in Dutch, Swedish, and Chinese). He also co-edited two other books (Visualizing Argumentation and What we know about CSCL). His areas of expertise include interaction in learning, collaboration for learning (computer supported collaborative learning), and regulation of learning.

Category

English, onderzoek

Tags

, , ,