Deze blog verscheen als column in het januarinummer van Didactief in een verkorte vorm. Hier de uitgebreide versie daarvan.

OK; Ik heb zowel aantekeningen maken op de laptop en ook leren van papier of scherm behandeld. Deze blog is blijkbaar de derde in een onbedoelde trilogie.

Vooraf: 1) Ja, ik weet dat gebruikmaken van een computer (e.g., laptop, tablet, smartphone) effectief kan zijn in bepaalde leersituaties, dus dit is geen pleidooi voor het afschaffen van laptops in scholen. 2) Ja, er zijn zelfs situaties waar het noodzakelijk kan zijn om een laptop in de klas te gebruiken. 3) Ja, sommige leraren/docenten en hun lessen kunnen heel saai zijn, maar dat is geen reden om iets anders te doen dan proberen om iets te leren.

Laten we beginnen met een analogie. Je rookt niet en je gaat uit eten in een restaurant, carpoolen met anderen, of naar een sportwedstrijd en iemand aan de tafel, in de auto of in de stoel naast je gaat roken. De kans is groot dat je dit niet op prijs stelt omdat hun roken niet alleen jouw ervaring bederft, maar ook omdat het actief roken van die persoon zorgt dat jij passief rookt en dit is, zoals iedereen inmiddels wel weet, schadelijk voor je gezondheid. In het verleden, waren veel mensen – inclusief onze volksvertegenwoordigers – ervan overtuigd dat je als volwassen mens vrij was om te kiezen wat je wel of niet deed en de ene persoon mocht die vrije keus van een ander niet belemmeren of beperken. Gelukkig, zowel de publieke opinie als de wetten zijn in veel landen veranderd en we realiseren ons hoe schadelijk meeroken is en dus hebben veel landen roken in openbare gelegenheden verboden.

Wat heeft dit nu met laptops in de klas te maken? Ik werd een maand of twee geleden geïnterviewd voor een tv-programma over het gebruik van laptops in de klas / collegezaal. Mijn uitgangspunt, ondersteund door veel empirisch onderzoek, is dat het gebruik van laptops – ook voor het maken van aantekeningen – nadelig was voor het leren. Een collega van mij beaamde dit, maar vond dat zijn studenten volwassen waren en zelf mochten kiezen. Tot op zekere hoogte heeft hij gelijk, al meen ik dat ik als docent en onderwijsontwerper de plicht heb om mijn leerlingen / studenten te behoeden voor het doen van dingen die leren belemmeren en hen te sturen richting de dingen die leren bevorderen. Ik ben de expert op dit gebied en ik weet het beter (op dezelfde wijze als een arts dat weet voor haar/zijn patiënten). Echter, daarnaast rijst de vraag of hun keuze voor een laptop alleen hun leren belemmert of dat het ook een invloed heeft op het leren van anderen. Begin je de parallellie te zien?

Om te beginnen, als je iets wilt leren moet je je aandacht richten (focussen) op wat je wilt of moet leren. Ons vermogen om te focussen op een taak is afhankelijk van twee verschillende neurale processen, namelijk het (1)  richten van onze aandacht op taakgerelateerde activiteiten en (2) blokkeren van irrelevante afleidingen. Een laptop in de klas kan veel invloed hebben op het tweede proces.

In de beste van alle mogelijke werelden[1], gebruiken leerlingen en studenten hun laptops uitsluitend om te leren. Helaas leven wij niet in deze ‘ideale’ wereld. Bijvoorbeeld, Ravizza, Uitvlugt en Fenn (2017), vonden dat mensen weliswaar laptops meenamen naar de klas om online leermaterialen te bestuderen, echter wat zij deden was iets heel anders. In een interview in Scientific American over haar onderzoek vertelde Susan Ravizza dat,computergebruik in de klas de illusie van verhoogde betrokkenheid (enhanced engagement) creëert, echter meestal gaat het om betrokkenheid met sociale media, YouTube video’s, instant messaging, e-mails checken en schrijven, shoppen, chatten, nieuwssites bezichtigen, spelletjes spelen en andere niet ter zake doende bezigheden. Deze zelf veroorzaakte afleiding brengt kosten met zich mee omdat lerenden 40% van de tijd ‘zoned out’ zijn; d.w.z. heel ergens anders mee bezig zijn, met slechte leerresultaten als gevolg.

Sana, Weston, en Cepeda (2013) keken naar de (nadelige) gevolgen van multitasken[2] op een laptop op het leren in de klas. Zij vonden dat, als iemand bezig was te multitasken op een laptop in de klas, diegene dan slechter leerde dan als iemand dat niet deed.

Maar daar bleef het niet bij. Als iemand het multitasken van een ander kon zien, leerde diegene ook slechter! Hun resultaten lieten zien dat niet alleen de actieve gebruikers hierdoor benadeeld werden,(vgl. de roker) maar ook de passieve gebruikers (’mee’ gebruikers) nadeel ondervonden in de les. Zij worden afgeleid van wat de docent zegt en dus leren ze minder van de les!

Dit is geen eenmalig gevonden resultaat. Ook Zhu, Kaplan, Dershimer, en Bergom (2012), vonden dat 75% van de mensen die deelnamen aan hun studie toegaven dat zij veel tijd besteedden aan activiteiten die niets met leren te maken hadden, zoals het checken van hun email of bezig zijn op sociale media. Ook hier rapporteerde meer dan 40% dat zij gedeeltelijk of helemaal afgeleid waren door het online gedrag van anderen die op hun laptops bezig waren.

Fried (2008), die dit fenomeen bestudeerde lang voordat sociale media, streaming video enzovoorts zo prominent aanwezig waren, vond dat van de mensen die laptops in de klas gebruikten, 81% ook bezig was met email, 68% met instant messaging, 43% met ‘gewoon’ surfen van het internet voor dingen die niets met de les te maken hadden en 25% met spelletjes. En weer was het zo dat zelfs laptopgebruikers zeiden meer afgeleid te worden door andere laptopgebruikers dan hun eigen laptopgebruik! Fried, evenals Sana et al., vond ook een negatieve relatie tussen laptops in de klas en prestaties, aandacht en begrijpen van het lesmateriaal.

Terugkijkend naar de tweede factor die het focussen beïnvloedt, schrijven Gazzely en Rosen in hun boek The Distracted Mind: Ancient Brains in a High-Tech World (2016) dat onze vaardigheid om doelen te stellen en daarop te focussen botst met onze beperkingen om afleiding te negeren. Zij stellen: “We have not evolved far enough to suppress distraction, an ability which is seemingly being degraded by our constant exposure to multiple information sources”.

Is er een gulden middenweg tussen laissez-faire en laptops verbieden? De Harvard econoom David Laibson heeft een interessante aanpak voor zijn klassen. In een recente Freakonomics podcast zei hij:

The web offers instant gratification that undermines our very good intentions to get the most out of class, and that’s all about present bias. We go into the classroom and we are convinced, “I am going to be a good student.” Suddenly, other things become very appealing and very tempting. We’re distracted by those other very gratifying opportunities. Suddenly, we’ve lost 45 minutes of the 50-minute lecture. We could have a laissez-faire policy. Students are adults when they reach college age. Let them decide. We could have an educational intervention. We could explain all these issues. We could ban laptops. I’ve thought about all these. I don’t really love any of these options. Let me offer a different alternative, one that we could actually as a group test or think about testing.

In my class, at Harvard, we have an opt-in laptop policy. We have two sections in class. One section is for people who don’t want to use a laptop and don’t want to be around others using a laptop. Then we have another section which is the laptop section. Our view is that different students should choose one or the other section. Our concern is that if we just let students, in real time, make the choice — sitting down, “What do you want to do right now?” — a lot of people would flip open their laptop because the temptation is overwhelming.

What we do is tell our students at the start of this semester, “It’s up to you. Tell us if you want to be in the laptop section and we’ll assign you to that section. There’s a deadline for making that decision and once you make the decision, it’s final.” For everyone else who doesn’t opt into the laptop section, they’re defaulted into this no-laptop section. What we find is that about 80% of our students stay with the default of being in a non-laptop section.

When we survey our students at the end of the year and say, “Did this policy of having these two sections facilitate your learning?” On a zero-to-ten scale, the average rating is a little over 8. It’s about letting people choose for themselves, but letting them choose in a deliberative, thoughtful, careful way at the start of the semester. Then, once they’ve committed to one path or the other, letting that decision have its consequences.

Right now, we’ve got an anecdote. It should be replicated across dozens of courses and there should be much more careful efforts to actually measure whether it’s affecting learning, whether students value this, or whether students feel that this is inappropriate paternalistic behavior on our part.

Zoals Sana c.s. zeggen (blz. 25) dat “[H]et ontwrichten van je eigen leren is een individuele keuze; het beschadigen van het leren van een andere in de klas is respectloos. Afleiding veroorzaakt door bewegende beelden of wat op een scherm staat en multitaskende activiteiten veroorzaken onvrijwillige verschuivingen van aandacht bij anderen die dichtbij de laptopgebruiker zijn. Onderzoek laat zien dat anderen zich ergeren aan en afgeleid worden door het gebruik van de laptop”

Met andere woorden, laptopgebruik in de klas is het nieuwe meeroken!

 

[1] Professor Pangloss in Candide van Voltaire.

[2] Wij kunnen niet multitasken (2 of meer informatieverwerkende processen tegelijk uitvoeren). Wij kunnen hooguit schakelen tuseen taken (EN: task switching).

Literatuur

Fried, C. B. (2008). In-class laptop use and its effects on student learning. Computers & Education, 50, 906–914.

Gazzaley, A. & Rosen, L. D. (2016). The distracted mind:  Ancient brains in a high-tech world. Cambridge, MA: The MIT Press.

Ravizza, S. M., Uitvlugt, M. G., & Fenn, K. M. (2017). Logged in and zoned out: How laptop internet use relates to classroom learning. Psychological Science, 28(2), 1-10.

Sana, F., Weston, T., & Cepeda, N. J. (2013). Laptop multitasking hinders classroom learning for both users and nearby peers. Computers & Education, 62, 24–31.

Schillaci, S. (20XX). Integration of technology into classrooms: Benefits and concerns. Available at https://www.academia.edu/9343737/Integration_of_technology_into_classrooms_Benefits_and_Concerns

Zhu, E., Kaplan, M., Dershimer, R. C., & Bergom, I. (2011). Use of laptops in the classroom: Research and best practices (No. 30). CRLT Occasional Papers. Center for Research on Teaching and Learning: University of Michigan.

0 0 votes
Article Rating
Abonneren
Abonneren op
guest

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

8 Reacties
nieuwste
oudste meest gestemd
Inline Feedbacks
View all comments

About Paul Kirschner

Nederlands: Prof. dr. Paul A. Kirschner, dr.h.c. is Universiteishoogleraar en hoogleraar Onderwijspsychologie aan de Open Universiteit. Hij is ook Visiting Professor Onderwijs met een leerstoel in Leren en Interactie in de Lerarenopleiding aan Oulu University (Finland) waar hij ook een Eredoctoraat heeft (doctor honoris causa). Hij is een internationaal erkende expert op zijn gebied en heeft zitting gehad in de Onderwijsraad in de periode 2000-2004 en is lid van de Wetenschappelijk Technische Raad van SURF. Hij is Fellow of the American Educational Research Association (AERA; NB de eerste Europeaan aan wie deze eer werd toegekend), de International Society of the Learning Sciences (ISLS) en van de Netherlands Institute for Advanced Study in the Humanities and Social Science of the Royal Dutch Academy of Sciences (NIAS-KNAW). Hij was President van de International Society for the Learning Sciences (ISLS) in de periode 2010-2011. Hij is Hoofdredacteur van de Journal of Computer Assisted Learning en Commissioning Editor van Computers in Human Behavior, en hij is auteur van Ten steps to complex learning (Routledge/Erlbaum). Hij schrift ook regelmatig voor Didactief (de kolom KirschnerKiest over wat docenten kunnen met wetenschappelijke resultaten). Hij is ook medeauteur van het boek Jongens zijn slimmer dan meisjes XL (EN: Urban Myths about Learning and Education). Hij wordt gezien als expert op veel gebieden en vooral computerondersteund samenwerkend leren (CSCL), het ontwerpen van innovatieve, elektronische leeromgevingen, mediagebruik in het onderwijs en het verwerven van complex cognitieve vaardigheden. English: Paul A. Kirschner (1951) is Distinguished University Professor and professor of Educational Psychology at the Open University of the Netherlands as well as Visiting Professor of Education with a special emphasis on Learning and Interaction in Teacher Education at the University of Oulu, Finland where he was also honoured with an Honorary Doctorate (doctor honoris causa). He was previously professor of Educational Psychology and Programme Director of the Fostering Effective, Efficient and Enjoyable Learning environments (FEEEL) programme at the Welten Institute, Research Centre for Learning, Teaching and Technology at the Open University of the Netherlands. He is an internationally recognised expert in the fields of educational psychology and instructional design. He is Research Fellow of the American Educational Research Association and the Netherlands Institute for Advanced Study in the Humanities and Social Science. He was President of the International Society for the Learning Sciences (ISLS) in 2010-2011, member of both the ISLS CSCL Board and the Executive Committee of the Society and he is an AERA Research Fellow (the first European to receive this honour). He is currently a member of the Scientific Technical Council of the Foundation for University Computing Facilities (SURF WTR) in the Netherlands and was a member of the Dutch Educational Council and, as such, was advisor to the Minister of Education (2000-2004). He is chief editor of the Journal of Computer Assisted Learning, commissioning editor of Computers in Human Behavior, and has published two very successful books: Ten Steps to Complex Learning (now in its third revised edition and translated/published in Korea and China) and Urban Legends about Learning and Education (also in Dutch, Swedish, and Chinese). He also co-edited two other books (Visualizing Argumentation and What we know about CSCL). His areas of expertise include interaction in learning, collaboration for learning (computer supported collaborative learning), and regulation of learning.

Category

onderwijs, onderzoek

Tags

, , ,