Regelmatig schrijf ik stukken over dat men niet kan multitasken en wat, als men wel probeert dit toch te doen, de gevolgen hiervan kunnen zijn. Meestal gaat het over leren en hoe multitasken tot slechter leren leidt, maar deze keer niet. Bij dezen, dus, mijn excuses hiervoor maar ik vond/vind dit veel te belangrijk om niets te zeggen omdat het volgende ‘incident’ zou een schoolgaand kind kunnen zijn.

Ik werd getriggerd om deze korte blog te schrijven door twee dingen. Enerzijds las ik een bericht in de krant dat het aantal auto-ongelukken en zelfs het aantal doden in het verkeer na jaren van daling weer aan het toenemen is. Anderzijds las ik een interessant artikel  over hoe autobestuurders afgeleid worden door hun smartphones.

Eerst het krantenartikel dat op 12 oktober jl. in Trouw stond. Volgens het artikel, is er in de afgelopen 4 jaar sprake van een 27% toename van het aantal ‘incidenten’, namelijk van 20.458 in 2013 tot 25.963 vorig jaar. Men trekt daaruit geen conclusies over wat precies de oorzaak hiervan is, maar “ziet een verband met het toenemende gebruik van mobiele telefoons in de auto”. Men haalt in het artikel Amerikaans onderzoek aan waaruit blijkt dat “losse handelingen met de telefoon…het risico [van een ongeluk]…3,5 keer zo groot is ”als wanneer men rijdt zonder dergelijke handelingen en als het om texting gaat (bijvoorbeeld SMSen of Whatsappen) is de risico 10 keer zo groot. Mijns inziens is dit ontzettend zorgwekkend en reden genoeg om de telefoon uit te zetten als je gaat rijden.

En nu het wetenschappelijke artikel. Choudhary en Velaga modelleerden de effecten van afleiding door het gebruik van een mobieltje op de reactietijd van de bestuurder. Hieronder zie je wat zij vonden, namelijk een grote toename in reactietijd.

Als wij ervan uitgaan dat een bestuurder 130 km/uur rijdt (36,11 m/s), betekent dit dat gewoon kletsen (wat zij noemen simpel telefoneren) zorgt dat bestuurders een halve seconde later reageren (zoals remmen, of uitwijkten) dan dat zij reageren als zij niet aan het telefoneren zijn. Een eenvoudige rekensom leert ons dat in die halve seconde de auto 18 meter verder is! Uitgaande van een gemiddelde lengte van 4 meter, is dat 4,5 autolengtes later dan de auto voor je die misschien moet remmen. Als de bestuurder over ‘zaken’ zit te praten (wat zij noemen complex telefoneren), loopt dit op tot 0,85 seconden (en is de auto bijna 31 meter verder; iets minder dan 8 autolengtes). Dit neemt toe bij SMSen of Whatsappen tot bijna 57 meter en 63 meter bij simpel (<10 tekens) resp. complexe (≥10 tekens) berichten.

De volgende grafiek laat zien hoe waarschijnlijk het is dat de bestuurder een gebeurtenis die zich voor haar/hem afspeelt (e.g., iemand die tussen twee auto’s de straat op loop of een auto die de straat op rijdt vanuit een parkeerplek) niet waarneemt als een functie van tijd. Als je gewoon aan het autorijden bent (en dus niets anders erbij aan het doen bent), is de kans 0% dat je niets waarneemt in minder dan 2 seconden (dus 100% dat je binnen 2 seconden van het gebeurtenis het waarneemt). Bij een simpel gesprek is dit meer dan 4 seconden en bij een complex gesprek bijna 6 seconden. Met andere woorden, voor dat je 100% zeker bent dat iemand een gebeurtenis heeft waargenomen ben je 2 resp. 4 seconden verder!

Lieve mensen: Voor jullie eigen veiligheid en die van jullie passagiers, medeweggebruikers en onschuldige buitenstaanders: Houd in vredesnaam op met jullie GSM te gebruiken in de auto!

0 0 votes
Article Rating
Abonneren
Abonneren op
guest

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

5 Reacties
nieuwste
oudste meest gestemd
Inline Feedbacks
View all comments

About Paul Kirschner

Nederlands: Prof. dr. Paul A. Kirschner, dr.h.c. is Universiteishoogleraar en hoogleraar Onderwijspsychologie aan de Open Universiteit. Hij is ook Visiting Professor Onderwijs met een leerstoel in Leren en Interactie in de Lerarenopleiding aan Oulu University (Finland) waar hij ook een Eredoctoraat heeft (doctor honoris causa). Hij is een internationaal erkende expert op zijn gebied en heeft zitting gehad in de Onderwijsraad in de periode 2000-2004 en is lid van de Wetenschappelijk Technische Raad van SURF. Hij is Fellow of the American Educational Research Association (AERA; NB de eerste Europeaan aan wie deze eer werd toegekend), de International Society of the Learning Sciences (ISLS) en van de Netherlands Institute for Advanced Study in the Humanities and Social Science of the Royal Dutch Academy of Sciences (NIAS-KNAW). Hij was President van de International Society for the Learning Sciences (ISLS) in de periode 2010-2011. Hij is Hoofdredacteur van de Journal of Computer Assisted Learning en Commissioning Editor van Computers in Human Behavior, en hij is auteur van Ten steps to complex learning (Routledge/Erlbaum). Hij schrift ook regelmatig voor Didactief (de kolom KirschnerKiest over wat docenten kunnen met wetenschappelijke resultaten). Hij is ook medeauteur van het boek Jongens zijn slimmer dan meisjes XL (EN: Urban Myths about Learning and Education). Hij wordt gezien als expert op veel gebieden en vooral computerondersteund samenwerkend leren (CSCL), het ontwerpen van innovatieve, elektronische leeromgevingen, mediagebruik in het onderwijs en het verwerven van complex cognitieve vaardigheden. English: Paul A. Kirschner (1951) is Distinguished University Professor and professor of Educational Psychology at the Open University of the Netherlands as well as Visiting Professor of Education with a special emphasis on Learning and Interaction in Teacher Education at the University of Oulu, Finland where he was also honoured with an Honorary Doctorate (doctor honoris causa). He was previously professor of Educational Psychology and Programme Director of the Fostering Effective, Efficient and Enjoyable Learning environments (FEEEL) programme at the Welten Institute, Research Centre for Learning, Teaching and Technology at the Open University of the Netherlands. He is an internationally recognised expert in the fields of educational psychology and instructional design. He is Research Fellow of the American Educational Research Association and the Netherlands Institute for Advanced Study in the Humanities and Social Science. He was President of the International Society for the Learning Sciences (ISLS) in 2010-2011, member of both the ISLS CSCL Board and the Executive Committee of the Society and he is an AERA Research Fellow (the first European to receive this honour). He is currently a member of the Scientific Technical Council of the Foundation for University Computing Facilities (SURF WTR) in the Netherlands and was a member of the Dutch Educational Council and, as such, was advisor to the Minister of Education (2000-2004). He is chief editor of the Journal of Computer Assisted Learning, commissioning editor of Computers in Human Behavior, and has published two very successful books: Ten Steps to Complex Learning (now in its third revised edition and translated/published in Korea and China) and Urban Legends about Learning and Education (also in Dutch, Swedish, and Chinese). He also co-edited two other books (Visualizing Argumentation and What we know about CSCL). His areas of expertise include interaction in learning, collaboration for learning (computer supported collaborative learning), and regulation of learning.

Category

onderzoek

Tags