1280px-haagse-magistraatIk wil de komende week mijn gedachten over het lerarenregiser op een rij zetten.  Dat vergt veel meer dan een blog of artikel, vandaar dat ik het in meerdere delen publiceer hier op Onderzoekonderwijs. De volgende blogs zullen een verdere uitwerking zijn van het onderstaande artikel. Alle bronnen volgen bij het laatste artikel.


Ik sta alweer dertien jaar voor de klas en sinds die tijd lees ik al boze columns van leraren over de staat van ons onderwijs. Terecht vaak, ik heb ze zelf ook geschreven en zal ze nog vaak blijven schrijven. Maar veel van die jaren heb ik ook geen verbetering gezien ondanks de- vaak terechte- kritiek. Ze vallen vaak in het genre: Wachten op de Overheid. “Als de overheid nou maar de lumpsum afschaft, dan…” Als ik iets heb geleerd de afgelopen dertien jaar is dat je dan nog heel lang kunt wachten. Een van de redenen om samen met René Kneyber aan Het Alternatief: weg met de afrekencultuur in het onderwijs te beginnen was om te onderzoeken hoe het anders zou kunnen. Onderdeel van die conclusie was dat een sterke beroepsgroep een voorwaarde is. Daaruit volgde ook dat als onderdeel van een sterke beroepsgroep een lerarenregister nodig is om die beroepsgroep te organiseren.

Op 5 oktober, de dag van de leraar, bediscussieerde de Tweede Kamer de invoering van een verplicht lerarenregister en op dinsdag 11 oktober stemde de Kamer ermee in. Natuurlijk leidde dit tot veel onrust en weerstand onder collega’s. En op het eerste gezicht is het inderdaad makkelijk om tegen dit register te zijn. Het wordt verplicht. Het is in deze vorm niet werkbaar, we leggen elkaar een onnodige bureaucratie op met een afvinklijst die ver van de werkvloer afstaat en zo niet bijdraagt aan beter onderwijs. Daarnaast verdient de manier waarop het wordt ingevoerd ook niet de schoonheidsprijs. De governance was nog niet goed geregeld en er is veel onduidelijkheid over het aantal ingeschreven leraren en het draagvlak onder leraren lijkt laag te zijn. Allemaal terechte kritiek.

Aan de andere kant voldoet deze opzet van het register wel aan drie belangrijke voorwaarden: Ten eerste is het van de beroepsgroep zelf. Ten tweede komt er directe inspraak van alle ingeschreven leraren in een deelnemersvergadering om dat register vorm te geven (veel vormen van informeel leren kunnen overigens al worden toegevoegd). Ten derde, die deelnemersvergadering kan herregistratie compleet naar eigen inzicht invullen. Weg met de afvinklijstjes en bureaucratie en bouwen aan een register dat dicht bij ons werk op school ligt en recht doet aan de aard van ons beroep. Dat er op het punt van representativiteit nog heel veel beter kan lijkt me duidelijk, maar dat bereik je niet in een keer met zo’n grote beroepsgroep als de onze en met zoveel representatieve organisaties. Ook deze is nog verre van ideaal, maar het betekent wel een verdere democratisering van onze beroepsgroep.

Leraren krijgen het recht om het register zo vorm te geven zodat het bijdraagt aan individuele- en schoolontwikkeling en aan de ontwikkeling van onze beroepsgroep en het onderwijs in het algemeen. Beide zijn nodig voor het verhogen van de kwaliteit van ons onderwijs. Het is misschien een afgedraaid riedeltje, maar niets in het onderwijs is zo belangrijk als de een gezamenlijk lerende leraar. En nee dat betekent niet dat je 24 uur per dag aan het leren bent, leren in het onderwijs is voornamelijk doen: lesgeven, ontwerpen (van je curriculum), reflecteren, aanpassen, enzovoorts.

De aanname achter het lerarenregister is dat het, net als bij onder andere artsen en advocaten, bijdraagt aan de kwaliteit en status van het lerarenberoep. Het reguleert de toetreding tot de beroepsgroep en praktiserende leraren houden hun kennis en kunde op peil. Na de lerarenopleiding sta je pas aan het prille begin van je docentschap, je moet nog heel veel leren, maar de verantwoordelijkheid voor de gehele kwaliteit van dat leren- de opleiding en professionalisering als een continuüm- is op dit moment nergens goed belegd. Dat heeft me altijd verbaasd. En ik denk dat dat door niemand beter kan worden vormgegeven dan door leraren zelf. Het register biedt ons de mogelijkheid om van de opleiding tot inductie (de startende leraar) tot uiteindelijk expert-leraren globaal te definiëren wat we van elkaar mogen verwachten. Maar ook dat we als beroepsgroep elkaar ondersteunen om betere leraren te worden. De conclusie uit Het Alternatief waarin we de uitspraak “De kwaliteit van het systeem is nooit groter dan die van de leraar” weerspreken, staat nog steeds overeind. De kwaliteit van de leraar is juist afhankelijk van het systeem. Dat systeem bouwt de beroepsgroep zelf. Het is fantastisch dat er enorm veel informele netwerken ontstaan (meetups, facebookgroepen, etc.), maar die beweging kan versterkt worden door bestaande lerarenorganisaties mee te nemen bij deze ontwikkeling, door meer formele netwerken op te bouwen en waar nodig politieke slagkracht te ontwikkelen.

Daarnaast, en dat is in deze tijd misschien wel het belangrijkste, geven we vorm aan een nieuwe vorm van democratische- republikeinse- professionaliteit die past bij een maatschappij die steeds instabieler wordt. Daarin nemen we zelf verantwoordelijkheid door nieuwe verbindingen te leggen en maatschappelijke cohesie te bevorderen. De kwaliteit van ons onderwijs, voor onderwijs aan al onze kinderen kunnen we als leraren niet uitbesteden aan anderen.

In het verlengde daarvan biedt een sterke beroepsgroep en een register ons een bescherming tegen krachten van buitenaf: privatisering, flexibilisering en automatisering. Met als gevolg verdere deprofessionalisering. Krachten die vanuit een globale context helaas alleen maar heel veel sterker zullen worden de komende jaren. En krachten die je alleen kunt weerstaan als je je organiseert en een gemeenschappelijke, publieke ruimte (het register) afbakent die dat mogelijk maakt. Of hebben de tegenstanders van dit register zoveel vertrouwen in de politiek, raden, bedrijven, internationale denktanks en organisaties om dat voor ons te doen? Ik denk nog steeds dat we redelijk snel een punt zullen bereiken dat er hardere acties nodig zijn, en dat zal verder moeten gaan dan clicktivisme. (Evers 2015)

Een register in handen van leraren is wereldwijd een unieke situatie, ik ken geen enkel land dat zo ver hierin gaat (inclusief Schotland). Dat is een kans die niet zomaar aan de kant kan worden geschoven. Lost het alle problematiek rond het de kwaliteit van leraren op? Nee natuurlijk niet: tijd, ruimte en salaris zijn belangrijker. Maar een sterke beroepsgroep georganiseerd rondom een register is ook een cruciale bouwsteen.

0 0 votes
Article Rating
Abonneren
Abonneren op
guest

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

23 Reacties
nieuwste
oudste meest gestemd
Inline Feedbacks
View all comments

Category

onderzoek