Deze blog schreef ik oorspronkelijk voor het septembernummer van het blad Didactief waar ik iedere maand iets schrijf over m.i. spraakmakend wetenschappelijk onderzoek en wat de betekenis daarvan is in/voor het onderwijs. Net als over deliberate practice ofwel doelbewust oefenen (zie het juninummer van Didactief) bestaan er over ‘grit’ veel misverstanden.

Teaching ‘grit’ is bad for children, and bad for democracy.’ Het essay van Nicholas Tampio met deze titel doet flink wat stof opwaaien in de VS. Terwijl politici, beleidsmakers, bedrijven en ouders het bijbrengen van ‘grit’ als oplossing zien voor het probleem dat kinderen te lui en zelfingenomen zijn om goed te presteren, stelt Tampio dat het ophemelen van grit zinloos is. En ik geef hem groot gelijk, zij het om andere redenen. Grit mag lekker krachtig klinken, maar het is eigenlijk een ongrijpbaar begrip waar je verdomd weinig aan hebt.

Grit, vooral in de context van leren, is volgens Angela Lee Duckworth ‘de passie en het doorzettingsvermogen’ (passion and perseverance) die nodig zijn om langetermijndoelen te bereiken. Voor haar is grit meer dan veerkracht, het is zoveel als zo gedreven om je doel te bereiken dat je nooit ofte nimmer opgeeft en alles aan doet om het te bereiken. Kortom doorzettingsvermogen, toewijding, voortvarendheid en veerkracht.

Zoals je ziet, is grit een wat wij noemen hogere-orde concept en als zodanig bestaat het uit meer betekenislagen, zoals‘doorzetten van inspanning’ en ‘vastberadenheid in interesse’. In een recent interview ging Duckworth een stapje verder door te zeggen dat grit eigenlijk een combinatie is van interesse, oefening, doelgerichtheid en hoop. Volgen jullie het nog? Ik nauwelijks.

Credé, Tynan, en Harms (2016) hadden hun twijfels hierover. Teneinde duidelijkheid te scheppen over wat grit zou kunnen zijn en of het (als nieuw en zelfstandig concept) eigenlijk iets toevoegt, analyseerden zij 88 onafhankelijk (deel)studies daarover, met in totaal 584 onderzoeksuitkomsten en 66.807 individuen. Zij keken eerst of grit werkelijk iets nieuws is of gewoon weer een nieuwe naam is voor iets wat we allang kennen. Hun meta-analyse liet zien dat grit, als factor die het leren en presteren zou beïnvloeden, niets of nauwelijks iets toevoegt aan bekende factoren als doorzettingsvermogen en nauwgezetheid. Daarnaast keken zij naar de relatie tussen grit en onder meer leerprestaties, onthouden van wat er geleerd werd en cognitief vermogen. Ze vonden nauwelijks correlaties tussen grit en leerprestaties en onthouden, terwijl die er wel waren voor bijvoorbeeld cognitieve vermogen (IQ) en studiegewoontes/–vaardigheden. Zelfs de factor doorzettingsvermogen alleen correleerde hoger met leren dan grit! Dus of het begrip grit eigenlijk iets toevoegt dan wel bijdraagt aan beter leren, is allebei discutabel.

Rest de vraag of je er überhaupt iets mee kunt. Kan je kinderen  grit bijbrengen? Saillant is dat Duckworth daar zelf niet [meer?] zeker van is. Zij hoopt van wel, maar zegt over te weinig bewijs hiervoor te beschikken.

Om dit na te gaan moeten wij eerst weten of doorzettingsvermogen en passie vaste, niet of nauwelijks te beïnvloeden ‘aangeboren’ karaktertrekken (traits) dan wel beïnvloedbare toestanden (states) zijn. Daarnaast is ‘passie’ behoorlijk persoonsgebonden en heeft niet iedereen passie voor hetzelfde, maar dit terzijde.

Rimfeld en haar collega’s (2016) hebben in een zeer vernuftige studie met 2321 tweelingparen laten zien dat grit behoorlijk genetisch bepaald is en zich dus, net als andere karaktertrekken, weinig aantrekt van omgevingsinvloeden (aangeboren en niet aangeleerd; ik hoor de mindsetters nu al protesteren). Verder vonden zij net als Credé c.s. dat persoonstrekken zoals nauwgezetheid de leerprestaties van mensen wel beïnvloeden, maar dat grit als zelfstandige persoonlijkheidsfactor daar weinig aan toevoegt.

Het is zelfs zo dat Duckworth zelf lijkt hier aan te twijfelen getuige haar recente uitspraken. Zij zegt ““Ik denk dat er een misverstand is – ten minste een van de misverstanden – dat doorzetten echt het belangrijkste is. Passie is wat echt belangrijk is. Ik bedoel, als je echt vasthoudend en volhardend bent over een doel dat niet echt betekenisvol is voor jou, dan hebben wij het over slaafs / geestdodend werk.”

Wat houden wij hieraan over? Naast het feit dat grit niets nieuws is en weinig effect op leren heeft, is grit ook niet aan te leren. Maar, zoals wel vaker in het onderwijs, dit hindert bedrijven niet om er geld aan te willen verdienen met bijvoorbeeld les- en computerprogramma’s die – volgens hen – de mentaliteit van kinderen kunnen veranderen. Een voorbeeld is Brainology, onderdeel van Mindset Works – weer zo’n modekreet, nu van Carol Dweck en de mensen die met haar weglopen – die blijkt samen met haar opgericht te zijn 😉

Soms vraag ik mij af waarom mensen die iets met onderwijs te maken hebben zo snel op iedere nieuwigheid afspringen. Misschien zou dat niet zo snel gebeuren als zij allemaal een beetje grit hadden.

Herblog naar hartenlust en

Volg mij ook op Twitter @P_A_Kirschner

 Referenties

Credé, M., Tynan, M. C., & Harms, P. D. (2016). Much ado about grit: A meta-analytic synthesis of the grit literature. Journal of Personality and Social Psychology. Beschikbaar op https://www.academia.edu/25397556/Much_Ado_about_Grit_A_Meta-Analytic_Synthesis_of_the_Grit_Literature

Duckworth, A. L. (2016). Grit: The power of passion and perseverance. Plaats: Scribner.

Rimfeld, K., Kovas, Y., Dale, P. S., & Plomin, R. (2016). True grit and genetics: Predicting academic achievement from personality. Journal of Personality and Social Psychology, Beschikbaar op http://www58.zippyshare.com/v/Kbs6wRmt/file.html

Tampio, N. (2016). Teaching ‘grit’ is bad for children, and bad for democracy. Aeon. Beschikbaar op https://aeon.co/ideas/teaching-grit-is-bad-for-children-and-bad-for-democracy

0 0 votes
Article Rating
Abonneren
Abonneren op
guest

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

3 Reacties
nieuwste
oudste meest gestemd
Inline Feedbacks
View all comments

About Paul Kirschner

Nederlands: Prof. dr. Paul A. Kirschner, dr.h.c. is Universiteishoogleraar en hoogleraar Onderwijspsychologie aan de Open Universiteit. Hij is ook Visiting Professor Onderwijs met een leerstoel in Leren en Interactie in de Lerarenopleiding aan Oulu University (Finland) waar hij ook een Eredoctoraat heeft (doctor honoris causa). Hij is een internationaal erkende expert op zijn gebied en heeft zitting gehad in de Onderwijsraad in de periode 2000-2004 en is lid van de Wetenschappelijk Technische Raad van SURF. Hij is Fellow of the American Educational Research Association (AERA; NB de eerste Europeaan aan wie deze eer werd toegekend), de International Society of the Learning Sciences (ISLS) en van de Netherlands Institute for Advanced Study in the Humanities and Social Science of the Royal Dutch Academy of Sciences (NIAS-KNAW). Hij was President van de International Society for the Learning Sciences (ISLS) in de periode 2010-2011. Hij is Hoofdredacteur van de Journal of Computer Assisted Learning en Commissioning Editor van Computers in Human Behavior, en hij is auteur van Ten steps to complex learning (Routledge/Erlbaum). Hij schrift ook regelmatig voor Didactief (de kolom KirschnerKiest over wat docenten kunnen met wetenschappelijke resultaten). Hij is ook medeauteur van het boek Jongens zijn slimmer dan meisjes XL (EN: Urban Myths about Learning and Education). Hij wordt gezien als expert op veel gebieden en vooral computerondersteund samenwerkend leren (CSCL), het ontwerpen van innovatieve, elektronische leeromgevingen, mediagebruik in het onderwijs en het verwerven van complex cognitieve vaardigheden. English: Paul A. Kirschner (1951) is Distinguished University Professor and professor of Educational Psychology at the Open University of the Netherlands as well as Visiting Professor of Education with a special emphasis on Learning and Interaction in Teacher Education at the University of Oulu, Finland where he was also honoured with an Honorary Doctorate (doctor honoris causa). He was previously professor of Educational Psychology and Programme Director of the Fostering Effective, Efficient and Enjoyable Learning environments (FEEEL) programme at the Welten Institute, Research Centre for Learning, Teaching and Technology at the Open University of the Netherlands. He is an internationally recognised expert in the fields of educational psychology and instructional design. He is Research Fellow of the American Educational Research Association and the Netherlands Institute for Advanced Study in the Humanities and Social Science. He was President of the International Society for the Learning Sciences (ISLS) in 2010-2011, member of both the ISLS CSCL Board and the Executive Committee of the Society and he is an AERA Research Fellow (the first European to receive this honour). He is currently a member of the Scientific Technical Council of the Foundation for University Computing Facilities (SURF WTR) in the Netherlands and was a member of the Dutch Educational Council and, as such, was advisor to the Minister of Education (2000-2004). He is chief editor of the Journal of Computer Assisted Learning, commissioning editor of Computers in Human Behavior, and has published two very successful books: Ten Steps to Complex Learning (now in its third revised edition and translated/published in Korea and China) and Urban Legends about Learning and Education (also in Dutch, Swedish, and Chinese). He also co-edited two other books (Visualizing Argumentation and What we know about CSCL). His areas of expertise include interaction in learning, collaboration for learning (computer supported collaborative learning), and regulation of learning.

Category

evidence-based, onderwijs, onderzoek

Tags

,