imageZaterdagmiddag bood Paul Schnabel het rapport Ons Onderwijs2032 aan Staatssecretaris Dekker aan. Voor mij was dit een van de hoogtepunten in een lange reeks verheugende nieuwe ontwikkelingen in het Nederlandse onderwijs.

(Dit stuk verscheen eerder op de blog van de Onderwijscoöperatie.)

Een Vandaag interviewde Dekker ’s avonds over het rapport en gaf voor het nodige wederhoor Karin den Heijer van Beter Onderwjs Nederland uitgebreid gelegenheid om haar bezwaren te ventileren. Aanvankelijk ergerde ik mij groen en geel aan Karins betoog, dat ik al eens eerder van haar had gehoord. Het is jammer dat de redactie van Een Vandaag niet de moeite genomen had om zich wat meer in het onderwerp te verdiepen en volstond met wat ongenuanceerde opmerkingen als:

“Ik wil niet negatief zijn, maar het lijkt er wel op alsof het niet meer saai mag zijn, terwijl het opdoen van kennis is soms een beetje saai.” (Pieter Jan Hagens, Een Vandaag)

en uit zijn context getrokken beweringen als:

“Sander Dekker pleit voor meer gebruik van digitale vaardigheden, persoonsvorming en burgerschap.”

Maar eigenlijk geeft het precies enkele van de grote misverstanden aan rond #Onderwijs2032 en de vernieuwingen die op veel scholen aan de gang zijn.

misverstanden over #onderwijs2032

Eén misverstand is dat het rapport van Schnabel et al. een stelselwijziging noodzakelijk maakt, zoals de Volkskrant suggereert “Het Platform geeft de scholen in overweging het – rigide – systeem van jaarklassen, lesroosters en klassikaal onderwijs los te laten.” Daarvan is in het rapport overigens niets te vinden (Onderwijsadvies staat wel degelijk voor verstrekkende stelselwijziging).

De noodzaak van een stelselwijziging is heel betrekkelijk. Veel van wat in het rapport wordt voorgesteld is immers allang mogelijk. Scholen die het jaarklassensysteem, lesroosters en klassikale lessen hebben losgelaten en die vakoverstijgend werken zijn geen uitzondering meer. En hen wordt niets in de weg gelegd, mits ze goed kunnen uitleggen wat ze doen en waarom.

Scholen die dat (nog) niet doen, die zich laten leiden door de lesmethoden en die gebukt gaan onder toetsings- en examendruk, leven vaak in de veronderstelling dat het niet mag – van de wet, van het ministerie of van de inspectie. Die nemen niet de ruimte die er al is en die nu weer eens wordt bevestigd door ‘Ons Onderwijs2032’. De beperkingen die veel leraren en scholen voelen zijn in belangrijke mate zelfopgelegd. Gebrek aan vertrouwen in eigen mogelijkheden, onbekendheid met alternatieven, maar vooral wat Thijs Jansen in ‘Het Alternatief’ (naar La Boétie) “vrijwillige slavernij” noemt (zie ook hier).

De belangrijkste stelselwijziging – als je wilt – is het breed doorgedrongen besef dat vernieuwing van het onderwijs moet worden doorgevoerd door degenen die voor de klas staan en niet van boven of van buiten het onderwijs worden opgelegd. Minister Bussemaker, staatssecretaris Dekker en de Onderwijsinspectie, laten steeds weer horen dat wij onderwijsgevenden de ruimte moeten nemen die ons geboden wordt.

stelselwijziging?

Het Volkskrantstuk maakt niet helemaal duidelijk wat de veronderstelde stelselwijziging inhoudt. Vermoedelijk wordt bedoeld het advies aan scholen om meer vakoverstijgend te werken. Schnabel et al. pleiten voor het loslaten van de klassieke vakkenindeling en het onderwijs te ontwerpen vanuit de kennisgebieden Mens en Maatschappij, Natuur en Technologie en Taal en Cultuur (de drie bovenste bolletjes in het diagram hieronder). Een heel zinnig advies dat leraren en leerlingen in staat stelt de vragen (van oeroud tot actueel) te bestuderen die voor nu en de komende decennia relevant zijn. De Grote Vragen.

image

 

Ook dit is weer geen van bovenaf opgelegd en bindend advies. De Commissie Schnabel stelt zich heel bescheiden op. Scholen moeten zelf bepalen hoe ze, aan de hand van deze adviezen, hun onderwijs vormgeven:

Scholen kunnen uiteenlopende keuzes maken voor de inrichting van hun onderwijsaanbod. Bij de ene school past thematisch onderwijs, een andere kiest ervoor om vakken op elkaar af te stemmen en meer vanuit een klassieke vakkenstructuur te werken.

De uitzending van Een Vandaag legde, om mij niet helemaal duidelijke redenen, de nadruk op digitale vaardigheden, dat maar een klein deel uitmaakt van het advies Onderwijs2032. Wanneer mensen praten over modern onderwijs komen al snel de moderne media over tafel en gaat het over het gebruik van digitale middelen en programmeren. Dan is een nieuw vak als ‘Lifestyle informatica’ dat op het Hyperion Lyceum in Amsterdam wordt gegeven natuurlijk fascinerend. Maar een vak als ‘Grote Denkers’ dat op dezelfde school is ontwikkeld en de grote ruimte voor kunsten (dans, muziek, beeldend en drama) in het rooster van het Vathorst College in Amersfoort zijn toch minstens even fascinerend.

Een ander misverstand is dat het rapport zou pleiten voor minder basiskennis en parate kennis. Het tegendeel blijkt voor wie het rapport zorgvuldig leest:

Het Platform vindt het belangrijk dat leerlingen de basiskennis van de drie domeinen op een diepgaande manier krijgen aangeleerd en dat ze niet van alles een beetje leren, maar meer van minder.

en:

Dergelijke vraagstukken [met betrekking tot “complexe maatschappelijke problemen”, DvdW] kunnen niet zonder de bestaande vakdisciplines en vereisen daarom een stevige basiskennis en -kunde van zowel leraren als leerlingen.

Daarbij steekt het verlanglijstje van (wiskundedocente) Karin den Heijer wel erg armetierig af: “optellen, aftrekken, delen, vermenigvuldigen, rekenen met breuken, differentiëren, integreren, herleiden.” (Een Vandaag)

vaardig, waardig, aardig

Daar tegenover staat Paul Schnabels advies aan het onderwijs: jonge mensen niet alleen helpen vaardig te worden, maar ook waardig en aardig. Dit is een vertaling van de domeinen kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming (zie Gert Biesta: Het prachtige risico van onderwijs). Vaardig worden staat hier gelijk aan kwalificatie, het verwerven van kennis, vaardigheden en houdingen die jonge mensen kwalificeren om iets te doen. Waardig worden kan worden gezien als socialisatie, een waardig lid van de gemeenschap worden, deel worden van tradities en praktijken. Aardig worden is dan persoonsvorming – in de woorden van Schnabel: “de vorming van zelfstandige volwassenen die maatschappelijk verantwoord kunnen en willen handelen, zowel op de arbeidsmarkt als in de samenleving.”

aan de slag

De opdracht aan ons is nu deze ideeën in de praktijk te brengen. Een voorwaarde daarvoor is dat we serieus nadenken over de vraag naar het doel van ons onderwijs. Dat lijkt een open deur – en voor velen van ons is dat helaas ook zo: onderwijs is bedoeld om jonge mensen aan een diploma te helpen. Toch? Daarbij vergeten we dat we, of we dat nu willen of niet, altijd invloed hebben op de vorming van de jonge mensen die we laten delen in de rijkdom van onze vakkennis. We zijn naast lesboer(inn)en opvoeders en dat kunnen we maar beter zo goed mogelijk zijn. We zijn rolmodellen tegen wil en dank.

Biesta heeft overtuigend laten zien dat onderwijs naast kwalificatie onvermijdelijk bijdraagt aan de vorming van kinderen en jongeren. Wie dat ontkent en zijn of haar onderwijs beperkt tot wat in het leerboek staat, doet de leerlingen tekort. Ook als we besluiten dat we ons met onze school willen houden aan de klassieke vakkenstructuur ontkomen we niet aan de vraag hoe we de vorming van onze leerlingen tot zelfstandige volwassenen ter hand nemen.

Daarvoor heeft Paul Schnabel met zijn commissie en met inbreng van vele zijden een leidraad geschreven.

Aan de slag dus, jongens en meisjes. Neem je ruimte.

0 0 votes
Article Rating

Als blogger en onderwijsauteur denk ik na over onderwijs en pedagogiek. In 2016 verscheen bij Uitgeverij Ten Brink mijn boek 'Verwondering' waarin ik een lans breek voor onderwijs op basis van vragen die leerlingen zelf bedenken. In 2020 verscheen mijn boek De Denkende Klas bij LannooCampus met praktische aanwijzingen om met leerlingen dieper te denken. Als vo-docent heb ik talentvolle en begaafde leerlingen begeleid die meer uitdaging nodig hebben, en leerlingen gecoacht met diverse problemen - onderpresteren, perfectionisme, levensvragen. Na een lang leven in het onderwijs en de wetenschap ben ik in 2017 een filosofische praktijk begonnen, De Verwondering, in Amsterdam. Daar heb ik gesprekken met volwassenen zowel als jongeren over levensvragen, zingeving, werk, studie, relaties.

Abonneren
Abonneren op
guest

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

27 Reacties
nieuwste
oudste meest gestemd
Inline Feedbacks
View all comments

About Dick van der Wateren

Als blogger en onderwijsauteur denk ik na over onderwijs en pedagogiek. In 2016 verscheen bij Uitgeverij Ten Brink mijn boek 'Verwondering' waarin ik een lans breek voor onderwijs op basis van vragen die leerlingen zelf bedenken. In 2020 verscheen mijn boek De Denkende Klas bij LannooCampus met praktische aanwijzingen om met leerlingen dieper te denken. Als vo-docent heb ik talentvolle en begaafde leerlingen begeleid die meer uitdaging nodig hebben, en leerlingen gecoacht met diverse problemen - onderpresteren, perfectionisme, levensvragen. Na een lang leven in het onderwijs en de wetenschap ben ik in 2017 een filosofische praktijk begonnen, De Verwondering, in Amsterdam. Daar heb ik gesprekken met volwassenen zowel als jongeren over levensvragen, zingeving, werk, studie, relaties.

Category

onderwijs, praktijk

Tags

, , , , , ,