Ik lees op blogs en Twitter de laatste tijd van alles en nog wat over cognitieve belasting en de overgrote meerderheid daarvan valt in de categorie ‘De klok horen luiden maar niet weten waar de klepel hangt’. Trouwens, dit heb ik ook vaak meegemaakt bij het lezen van ‘wetenschappelijke’ artikelen daarover alsmede van presentatoren op wetenschappelijke conferenties. Deze blog is niet bedoeld om deze theorie te propageren maar is alleen een poging om uit te leggen waar de klepel hangt.

Ten eerste, Cognitieve Load Theory (CLT[1]) is een theorie – een geheel van hypothesen en verklaringen die onderling samenhangen over een verschijnsel – en niet een didactiek. CLT gaat over hoe onze geheugenfuncties worden belast tijdens het leren of tijdens het uitvoeren van (leer)activiteiten. CLT is gestoeld op hoe onze cognitieve architectuur werkt, namelijk dat informatie in de vorm van prikkels ons bereikt via een sensorisch apparaat (ook een geheugen) dat een deel van de informatie doorstuurt naar een korte termijn-/werkgeheugen dat heel klein is (en waar de prikkel ook snel van verdwijnt als je niets mee doet) en als alles goed gaat in schema’s opgeslagen wordt in een (bijna) ongelimiteerde langetermijngeheugen. CLT gaat vooral over het goed reguleren van wat er gebeurt in het werkgeheugen, namelijk dat de gelimiteerde ruimte in het werkgeheugen optimaal benut word voor het leren.

Geheugen

Ten tweede, er zijn drie soorten cognitieve belastingen namelijk:

  • Intrinsic (inherente) belasting: Belasting die inherent is aan de leertaak of het leermateriaal. Deze belasting wordt vooral bepaald door de complexiteit van wat er geleerd moet worden[let wel, het gaat NIET over de moeilijkheid daarvan al kunnen de twee samenhangen]. De complexiteit wordt bepaald door het aantal elementen die geleerd moeten worden en de interacties tussen de elementen. Leren van 20 afzonderlijke woorden in een vreemde taal, bijvoorbeeld, is minder complex dan het leren gebruiken van die 20 woorden in zinnen omdat in het eerste geval er weinig/geen interactie is tussen de elementen (de woorden) in het tweede veel (denk aan grammatica, syntaxis, enzovoorts). Natuurlijk wat complex is voor een noviet is minder of zelfs niet complex voor een expert.
  • Germane (nuttige) belasting: Belasting die het leren bevorderd en dus helpt bij het construeren van schemata en die schemata daarna te automatiseren. Het construeren van schemata gebeurt via inductie en elaboratie, het automatiseren via compilatie en versterken.
  • Extraneous (irrelevante) belasting: Cognitieve belasting die geen bijdrage levert aan het leren of die zelfs het leren belemmert. Dus onnodige belasting die schemavorming en ‑automatisatie in de weg staat. Extraneous cognitive load hangt niet met de leertaak samen en staat het leren in de weg.

Omdat intrinsieke belasting niet te beïnvloeden is behalve door minder complexe leertaken te geven, instructie die op CLT gebaseerd is (denk aan de Ten Steps to Complex Learning) maakt gebruik van een opvolging van taken die niet te veel intrinsieke belasting hebben, vermijdt vormen van instructie die irrelevante belasting toevoegen en maakt gebruik van vormen van instructie die het leren bevorderen.

CLT

Ten derde. het is een misverstand dat het hoogste doel van instructie o.b.v. CLT is het minimaliseren van alle belasting; dus het leren moeiteloos te maken. Het doel van het toepassen van CLT is het zorgen dat leren optimaal verloopt. Met andere woorden instructie gebaseerd op CLT zorgt  dat schema’s effectief en efficiënt gebouwd en geautomatiseerd worden. Vaak levert dit de nodige belasting op (denk aan het verwerven van hogere orde vaardigheden en het diep verwerken en –leren à la Craik, Lockhart, Tulving enzovoorts) maar belasting die de grenzen van ons werkgeheugen niet overschrijdt.

Met andere woorden, goed gebruik van cognitieve belasting theorie in instructie kan ons leren leuker en ook makkelijker maken.

Volg mij op Twitter @P_A_Kirschner

en voel je vrij deze blog te herbloggen

 

[1] Ik kies voor de Engelse term en afkorting om verwarring met de afkorting van computergebaseerde toeting (CBT) te vermijden

3 2 votes
Article Rating
Abonneren
Abonneren op
guest

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

9 Reacties
nieuwste
oudste meest gestemd
Inline Feedbacks
View all comments

About Paul Kirschner

Nederlands: Prof. dr. Paul A. Kirschner, dr.h.c. is Universiteishoogleraar en hoogleraar Onderwijspsychologie aan de Open Universiteit. Hij is ook Visiting Professor Onderwijs met een leerstoel in Leren en Interactie in de Lerarenopleiding aan Oulu University (Finland) waar hij ook een Eredoctoraat heeft (doctor honoris causa). Hij is een internationaal erkende expert op zijn gebied en heeft zitting gehad in de Onderwijsraad in de periode 2000-2004 en is lid van de Wetenschappelijk Technische Raad van SURF. Hij is Fellow of the American Educational Research Association (AERA; NB de eerste Europeaan aan wie deze eer werd toegekend), de International Society of the Learning Sciences (ISLS) en van de Netherlands Institute for Advanced Study in the Humanities and Social Science of the Royal Dutch Academy of Sciences (NIAS-KNAW). Hij was President van de International Society for the Learning Sciences (ISLS) in de periode 2010-2011. Hij is Hoofdredacteur van de Journal of Computer Assisted Learning en Commissioning Editor van Computers in Human Behavior, en hij is auteur van Ten steps to complex learning (Routledge/Erlbaum). Hij schrift ook regelmatig voor Didactief (de kolom KirschnerKiest over wat docenten kunnen met wetenschappelijke resultaten). Hij is ook medeauteur van het boek Jongens zijn slimmer dan meisjes XL (EN: Urban Myths about Learning and Education). Hij wordt gezien als expert op veel gebieden en vooral computerondersteund samenwerkend leren (CSCL), het ontwerpen van innovatieve, elektronische leeromgevingen, mediagebruik in het onderwijs en het verwerven van complex cognitieve vaardigheden. English: Paul A. Kirschner (1951) is Distinguished University Professor and professor of Educational Psychology at the Open University of the Netherlands as well as Visiting Professor of Education with a special emphasis on Learning and Interaction in Teacher Education at the University of Oulu, Finland where he was also honoured with an Honorary Doctorate (doctor honoris causa). He was previously professor of Educational Psychology and Programme Director of the Fostering Effective, Efficient and Enjoyable Learning environments (FEEEL) programme at the Welten Institute, Research Centre for Learning, Teaching and Technology at the Open University of the Netherlands. He is an internationally recognised expert in the fields of educational psychology and instructional design. He is Research Fellow of the American Educational Research Association and the Netherlands Institute for Advanced Study in the Humanities and Social Science. He was President of the International Society for the Learning Sciences (ISLS) in 2010-2011, member of both the ISLS CSCL Board and the Executive Committee of the Society and he is an AERA Research Fellow (the first European to receive this honour). He is currently a member of the Scientific Technical Council of the Foundation for University Computing Facilities (SURF WTR) in the Netherlands and was a member of the Dutch Educational Council and, as such, was advisor to the Minister of Education (2000-2004). He is chief editor of the Journal of Computer Assisted Learning, commissioning editor of Computers in Human Behavior, and has published two very successful books: Ten Steps to Complex Learning (now in its third revised edition and translated/published in Korea and China) and Urban Legends about Learning and Education (also in Dutch, Swedish, and Chinese). He also co-edited two other books (Visualizing Argumentation and What we know about CSCL). His areas of expertise include interaction in learning, collaboration for learning (computer supported collaborative learning), and regulation of learning.

Category

onderwijs, onderzoek

Tags

, ,