13/11/2015

Peuterprivacy

Ik publiceerde deze blog oorspronkelijk op mijn OU-blog in april 2012. Omdat dit nu ‘actueel’ is geworden door een besluit vab Facebook dacht ik om het hier ook te publiceren.

Ik las een stelling bij een proefschrift, en de stelling luidde: “Pasgeboren kinderen van ouders met Facebook verdienen onmiddellijk een eigen Facebook pagina om zo vrienden en familie op te hoogte te houden van hun ontwikkeling”. Ik kon mijn ogen eigenlijk niet geloven, en wel voor twee redenen. Ten eerste moet een stelling verdedigbaar zijn en niet zomaar een leuke uitspraak zijn. Ten tweede om ik van mening ben dat zoiets doen echt verwerpelijk is.

Ten eerste: Is deze stelling verdedigbaar? Mijns inziens is deze stelling alleen verdedigbaar in een aantal landen ter wereld waar gelukkig Nederland niet bij hoort. Wat is nou het geval? Nederland heeft, namelijk de Universele Verklaring van de Rechten van het Kind ondertekend. Artikel 16 van deze Verklaring leest als volgt:

ARTIKEL 16

16.1 Geen enkel kind mag worden onderworpen aan willekeurige of onrechtmatige inmenging in zijn of haar privéleven, in zijn of haar gezinsleven, zijn of haar woning of zijn of haar correspondentie, noch aan enige onrechtmatige aantasting van zijn of haar eer en goede naam.

16.2 Het kind heeft het recht op bescherming door de wet tegen zodanige inmenging of aantasting.

Als ouders – of wie dan ook – op Facebook van alles noteren en publiceren over hun pasgeboren kind zijn zij bezig zich willekeurig in te mengen in het privéleven van hun kind. In wezen zouden de ouders niet aangemoedigd worden om dit te doen maar weerhouden, en ouder die dit toch doen zouden eigenlijk vervolgd moeten worden door deze inmenging.

Daarnaast, en dit heeft deels te maken met de reden waarom ik zulk gedrag verwerpelijk vind, is dat het in de nabije of verre toekomst zou kunnen leiden tot een aantasting van de eer en goede naam van het kind en nog erger. Hoe? Nou, een tijd geleden was er een opiniestuk in de krant (VK of NRC; weet ik niet meer) hierover. Het ging over een denkbeeldige jongen die (in 2020) solliciteerde naar een baan. Hij werd afgewezen omdat, volgens de werkgever, er toch een kandidaat was die iets beter was. De echte reden was dat men door op het Internet de jongen zijn achtergrond na te pluizen vonden een Facebookpagina over de jongen van toen hij kind was waarover de ouders uitgebreid had verteld of zijn hartproblemen. De werkelijke reden voor afwijzing was dat de werkgever bang was voor hoge ziekteverzuim in de toekomst.

Wat wij plaatsten op het Internet heeft een lange leven en is ook niet uitroeibaar. Het is erg genoeg dat baldadige middelbaar scholieren en universiteitsstudenten foto’s van en verhalen van henzelf plaatsen en dat deze foto’s en verhalen hen op een later moment opdoemen om hen te kwellen. Je zou kunnen zeggen “eigen schuld, dikke bult”. Maar wat als over 15 jaren het kind meedogenloos gepest wordt omdat een vriendje of vriendinnetje ontdekt dat het kind nog plaste in bed toen het 5 was of kwam de grappige foto’s van een zindelijkheidstraining tegen. Het is niet de schuld van het kind dat zijn of haar niet nadenkend ouders, of die dachten dat het grappig of koddig was, zoiets op het Internet plaatsten. Ouders de schuld maar het kind krijgt een dikke bult!

Ouders zijn terecht trots op hun kind en hebben het goede recht om vrienden en familie van alles en nog wat te vertellen over de ontwikkeling en levensloop van hun kind. Zij kunnen e-mails naar elkaar sturen, foto’s naar elkaar sturen en zelfs – maar dit wordt een grijs gebied – foto’s beperkt beschikbaar stellen voor familie en vrienden op Flickr of Picassa (wij weten hoe slecht FB is met privacy!). Maar, zoals in Artikel 16 van het Verdrag staat, een kind heeft het recht op bescherming door de wet tegen ongevraagde en mogelijk ongewenste inmenging in zijn of haar leven of aantasting – nu of in de toekomst – van zijn of eer of goede naam.

Ouders, wees verstandig en volg de stelling van de jonge doctor niet op!

Volg mij op Twitter: @P_A_Kirschner

0 0 votes
Article Rating
Abonneren
Abonneren op
guest

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

4 Reacties
nieuwste
oudste meest gestemd
Inline Feedbacks
View all comments

About Paul Kirschner

Nederlands: Prof. dr. Paul A. Kirschner, dr.h.c. is Universiteishoogleraar en hoogleraar Onderwijspsychologie aan de Open Universiteit. Hij is ook Visiting Professor Onderwijs met een leerstoel in Leren en Interactie in de Lerarenopleiding aan Oulu University (Finland) waar hij ook een Eredoctoraat heeft (doctor honoris causa). Hij is een internationaal erkende expert op zijn gebied en heeft zitting gehad in de Onderwijsraad in de periode 2000-2004 en is lid van de Wetenschappelijk Technische Raad van SURF. Hij is Fellow of the American Educational Research Association (AERA; NB de eerste Europeaan aan wie deze eer werd toegekend), de International Society of the Learning Sciences (ISLS) en van de Netherlands Institute for Advanced Study in the Humanities and Social Science of the Royal Dutch Academy of Sciences (NIAS-KNAW). Hij was President van de International Society for the Learning Sciences (ISLS) in de periode 2010-2011. Hij is Hoofdredacteur van de Journal of Computer Assisted Learning en Commissioning Editor van Computers in Human Behavior, en hij is auteur van Ten steps to complex learning (Routledge/Erlbaum). Hij schrift ook regelmatig voor Didactief (de kolom KirschnerKiest over wat docenten kunnen met wetenschappelijke resultaten). Hij is ook medeauteur van het boek Jongens zijn slimmer dan meisjes XL (EN: Urban Myths about Learning and Education). Hij wordt gezien als expert op veel gebieden en vooral computerondersteund samenwerkend leren (CSCL), het ontwerpen van innovatieve, elektronische leeromgevingen, mediagebruik in het onderwijs en het verwerven van complex cognitieve vaardigheden. English: Paul A. Kirschner (1951) is Distinguished University Professor and professor of Educational Psychology at the Open University of the Netherlands as well as Visiting Professor of Education with a special emphasis on Learning and Interaction in Teacher Education at the University of Oulu, Finland where he was also honoured with an Honorary Doctorate (doctor honoris causa). He was previously professor of Educational Psychology and Programme Director of the Fostering Effective, Efficient and Enjoyable Learning environments (FEEEL) programme at the Welten Institute, Research Centre for Learning, Teaching and Technology at the Open University of the Netherlands. He is an internationally recognised expert in the fields of educational psychology and instructional design. He is Research Fellow of the American Educational Research Association and the Netherlands Institute for Advanced Study in the Humanities and Social Science. He was President of the International Society for the Learning Sciences (ISLS) in 2010-2011, member of both the ISLS CSCL Board and the Executive Committee of the Society and he is an AERA Research Fellow (the first European to receive this honour). He is currently a member of the Scientific Technical Council of the Foundation for University Computing Facilities (SURF WTR) in the Netherlands and was a member of the Dutch Educational Council and, as such, was advisor to the Minister of Education (2000-2004). He is chief editor of the Journal of Computer Assisted Learning, commissioning editor of Computers in Human Behavior, and has published two very successful books: Ten Steps to Complex Learning (now in its third revised edition and translated/published in Korea and China) and Urban Legends about Learning and Education (also in Dutch, Swedish, and Chinese). He also co-edited two other books (Visualizing Argumentation and What we know about CSCL). His areas of expertise include interaction in learning, collaboration for learning (computer supported collaborative learning), and regulation of learning.

Category

onderzoek

Tags

,