Deze tekst stond oorspronkelijk in het oktober 2013 nummer van Didactief . Onlangs publiceerde ik het artikel als Engelstalige blog met Miriam Neelen op onze blogsite 3‑Star Learning Experiences. Op verzoek van een aantal Nederlandse docenten zet ik de Nederlandse versie hier.

Onlangs hebben Jeroen van Merriënboer en ik in The Educational Psychologist[1] gepubliceerd over drie onderwijsmythes die even ongegrond als onuitroeibaar zijn. Gezien de lancering van de Steve Jobsschool is een daarvan extra actueel, namelijk dat lerenden hun eigen leren zelf kunnen bepalen, reguleren en richting geven. Deze mythe bestaat uit een aantal submythes.

De eerste luidt: Omdat alles op internet te vinden is, hoef je het niet te onderwijzen. Dit horen wij terug bij mensen als Sugata Mitra die twee TED- presentaties hierover heeft gehouden en uit de mond van opinieonderzoeker, deeltijdmisdaadonderzoeker en tegenwoordig zelfbenoemde ‘onderwijsexpert/-innovator/-hervormer’ Maurice de Hond met zijn Steve Jobsschool die een niet gedocumenteerd noch bestaand onderwijsprobleem zal oplossen. Zij ondersteunen hun beweringen met opmerkingen als ‘tegenwoordig is kennis net zo houdbaar als verse vis’ (ooit door een staatssecretaris uitgesproken die het tien dagen heeft volgehouden; over houdbaarheid gesproken) en dus heeft het leren van feiten geen zin. Hier verwarren mensen kennisveroudering met informatietoename. Het is niet zo dat zo veel van onze kennis snel achterhaald wordt, wel dat er een enorme toename is van beschikbare informatie – die al dan niet juist is. En helaas, het meeste dat op internet is te vinden, is pure onzin; iedereen kan en mag alles erop publiceren. En juist daarom is een stevige basiskennis dringend nodig om gevonden informatie te kunnen beoordelen op betrouwbaarheid en bruikbaarheid. Zonder basiskennis, geen kennisverdieping of -verbreding.

De tweede submythe: Kinderen kunnen hun eigen leren richting geven en reguleren. Maar dit is paradoxaal. Zelfsturing houdt in dat je zelf kiest wat er geleerd zou moeten worden (een eigen leerdoel bepalen), welke leertaak daarvoor de beste is en in welke volgorde welke taak gekozen en uitgevoerd moet worden. Zelfregulatie betekent dat je in staat bent om binnen zo’n leertaak de uitvoering te plannen, het proces te monitoren en de uitkomsten evalueren. Maar eigenlijk kunnen alleen experts dat goed, omdat zij (1) weten wat zij weten en ook wat zij niet weten en dus ook een leerdoel goed kunnen bepalen, (2) kunnen inschatten en zelfs bepalen welke kennis en vaardigheden zij missen om een leerdoel te halen, een taak goed uit te voeren of een probleem goed op te lossen en (3) de ontbrekende schakels kunnen vinden, beoordelen op bruikbaarheid en gebruiken. Een noviet – en dat zijn de meeste lerenden – kan dat allemaal (nog) niet.

Een derde reden waarom zelfsturing van leerlingen een mythe is, komt erop neer dat lerenden (1) meestal kiezen voor het leren van iets of een wijze van leren waar zij zich het lekkerste bij voelen ofwel die ze het makkelijkste kunnen afmaken en (2) vaak kiezen voor dingen die zij al kunnen, omdat zij bang zijn om iets fout te doen (faalangst). Al in 1987 bracht Richard Clark deze problemen aan het licht toen hij ons waarschuwde voor leeractiviteiten die het leren kunnen doden.

Op basis hiervan kunt u zelf nagaan wat de gevolgen kunnen zijn van bijvoorbeeld de Steve Jobsscholen / O4NT (Onderwijs voor een Nieuwe Tijd). Zij beloven onder meer dat kinderen echt zelf mogen bepalen wat en wanneer zij willen leren en dat zij kinderen helpen om nog beter te worden in datgene waar zij al goed in zijn. Laat ik nou altijd gedacht hebben dat onderwijs bedoeld was om kinderen te helpen goed te worden in iets waar zij niet goed in zijn! Zij beloven ook dat zij steeds de nieuwste technieken zullen gebruiken om kinderen voor te bereiden op de wereld van morgen. Alsof iedere nieuwe gadget nuttig is voor het leren (ik publiceerde net een artikel in Computers in Human Behavior over Facebook® als nieuwe leergereedschap waaruit bleek dat dit niet het geval is) en/of iedere docent(e) weet hoe dergelijke ‘tools’ goed geïmplementeerd moeten worden om ze te laten leiden tot effectief, efficiënt, en/of bevredigend leren/doceren. Onderzoek laat zien dat zelfs “netgeneratie” LiO’s dit niet kunnen doen! En, tot slot, hoe is dat allemaal te rijmen met een andere belofte, namelijk ‘We beloven je dat je goed voorbereid bent op je volgende school als je van school afkomt?’

Neen, ons artikel is geen pleidooi voor totale controle door de leraar voor het leertraject. Wel benoemen wij de keuzeparadox (Barry Schwartz): Mensen stellen het op prijs om te mogen kiezen maar hoe meer opties/keuzes zij hebben, hoe frustrerender het is om een keuze te maken. Voor het leren is het belangrijk om een zekere mate van vrijheid te geven aan leerlingen, maar hun keuzevrijheid moet beperkt worden en moet aansluiten bij wat de leerling aan kan. Daarom pleiten wij voor gedeelde sturing waarbij docenten ‘thoughtfully limit choices, students make choices, and teachers gradually release control until learners are able to navigate the world on their own’. Dus ook voor zelfsturing geldt de Zone van Naaste Ontwikkeling!

[1] Kirschner, P. A., & van Merriënboer, J. J. G. (2013). Do learners really know best? Urban legends in Education. Educational Psychologist, 48(3), 1-15.

0 0 votes
Article Rating
Abonneren
Abonneren op
guest

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

4 Reacties
nieuwste
oudste meest gestemd
Inline Feedbacks
View all comments

About Paul Kirschner

Nederlands: Prof. dr. Paul A. Kirschner, dr.h.c. is Universiteishoogleraar en hoogleraar Onderwijspsychologie aan de Open Universiteit. Hij is ook Visiting Professor Onderwijs met een leerstoel in Leren en Interactie in de Lerarenopleiding aan Oulu University (Finland) waar hij ook een Eredoctoraat heeft (doctor honoris causa). Hij is een internationaal erkende expert op zijn gebied en heeft zitting gehad in de Onderwijsraad in de periode 2000-2004 en is lid van de Wetenschappelijk Technische Raad van SURF. Hij is Fellow of the American Educational Research Association (AERA; NB de eerste Europeaan aan wie deze eer werd toegekend), de International Society of the Learning Sciences (ISLS) en van de Netherlands Institute for Advanced Study in the Humanities and Social Science of the Royal Dutch Academy of Sciences (NIAS-KNAW). Hij was President van de International Society for the Learning Sciences (ISLS) in de periode 2010-2011. Hij is Hoofdredacteur van de Journal of Computer Assisted Learning en Commissioning Editor van Computers in Human Behavior, en hij is auteur van Ten steps to complex learning (Routledge/Erlbaum). Hij schrift ook regelmatig voor Didactief (de kolom KirschnerKiest over wat docenten kunnen met wetenschappelijke resultaten). Hij is ook medeauteur van het boek Jongens zijn slimmer dan meisjes XL (EN: Urban Myths about Learning and Education). Hij wordt gezien als expert op veel gebieden en vooral computerondersteund samenwerkend leren (CSCL), het ontwerpen van innovatieve, elektronische leeromgevingen, mediagebruik in het onderwijs en het verwerven van complex cognitieve vaardigheden. English: Paul A. Kirschner (1951) is Distinguished University Professor and professor of Educational Psychology at the Open University of the Netherlands as well as Visiting Professor of Education with a special emphasis on Learning and Interaction in Teacher Education at the University of Oulu, Finland where he was also honoured with an Honorary Doctorate (doctor honoris causa). He was previously professor of Educational Psychology and Programme Director of the Fostering Effective, Efficient and Enjoyable Learning environments (FEEEL) programme at the Welten Institute, Research Centre for Learning, Teaching and Technology at the Open University of the Netherlands. He is an internationally recognised expert in the fields of educational psychology and instructional design. He is Research Fellow of the American Educational Research Association and the Netherlands Institute for Advanced Study in the Humanities and Social Science. He was President of the International Society for the Learning Sciences (ISLS) in 2010-2011, member of both the ISLS CSCL Board and the Executive Committee of the Society and he is an AERA Research Fellow (the first European to receive this honour). He is currently a member of the Scientific Technical Council of the Foundation for University Computing Facilities (SURF WTR) in the Netherlands and was a member of the Dutch Educational Council and, as such, was advisor to the Minister of Education (2000-2004). He is chief editor of the Journal of Computer Assisted Learning, commissioning editor of Computers in Human Behavior, and has published two very successful books: Ten Steps to Complex Learning (now in its third revised edition and translated/published in Korea and China) and Urban Legends about Learning and Education (also in Dutch, Swedish, and Chinese). He also co-edited two other books (Visualizing Argumentation and What we know about CSCL). His areas of expertise include interaction in learning, collaboration for learning (computer supported collaborative learning), and regulation of learning.

Category

onderwijs, onderzoek