In mijn rubriek in Van Twaalf tot Achttien (paul) heb ik in het meinummer (2015) een vraag gekregen van Henk, een docent Nederlands, over leesstrategieën en hoe moeilijk het is om leerlingen te motiveren om die te gebruiken.

Beste Paul,

Lezen is belangrijk. Volgens onderzoek werkt het om leerlingen leesstrategieën aan te leren. Maar leerlingen vinden dat oervervelend (onderschrijf ik). Naar aanleiding hiervan: werkt het daadwerkelijk om leesstrategieën aan te leren en hoe krijg je leerlingen daarvoor gemotiveerd?

Henk, Docent Nederlands

Beste Henk,

Inderdaad, lezen is heel belangrijk. Voor school, maar feitelijk voor de rest van je leven. En daarom is het belangrijk om goede leesstrategieën te verwerven, te leren gebruiken en dan ook daadwerkelijk te gebruiken.

De eerste vraag is: Hoe kun je effectief lezen en kun je het leren? Door de jaren heen hebben wij veel leesstrategieën zien komen en gaan, en jammer genoeg zijn de meesten niet echt effectief of efficiënt. Neem de meest gehoorde en waarschijnlijk meest gebruikte strategie: het herlezen van wat je al gelezen hebt. Het klinkt logisch; zoiets als ’oefening baart kunst’. De gedachte is dat als je iets vaak herhaalt – denk aan het nemen van een vrije trap, het spelen van een muziekinstrument of het oefenen van de tafels van 10 – dan zul je het onder de knie krijgen en zal het ook beklijven. Helaas is iets begrijpen en dus ook begrijpend lezen iets anders dan zulke dingen. Het herlezen van een tekst zal niet zorgen dat je de tekst beter leert en – nog belangrijker – beter begrijpt. Begrijpend lezen is het soort leren waarbij wij de kennisschema’s die wij in onze hoofden hebben enerzijds verbreden en verdiepen (Piaget noemde dit assimilatie van nieuwe kennis) en anderzijds bestaande kennisschema’s veranderen door / aanpassen aan nieuwe kennis die in een bestaand schema niet past omdat het ‘tegenstrijdig’ is met wat wij al in onze hoofden hebben (Piaget noemde dit accommodatie van bestaande schema’s). Hoewel motorische vaardigheden en simpele cognitieve procedures geleerd en versterkt kunnen worden door herhaling, voor dieper leren zoals een tekst begrijpen en die elaboreren werkt dit niet.

Welke andere technieken zijn er? De meest voorkomende zijn: teksten markeren (door te onderstrepen of met geleurde stiften te accentueren), aantekeningen maken, teksten samenvatten, jezelf toetsen over de tekst en de inhoud van een tekst aan een andere vertellen. Ik neem ze door:

De tekst markeren: Deze strategie werkt meestal niet. Wat je vooral krijgt is een pagina vol onderstreepte, gecirkelde en/of gekleurde woorden, zinsdelen en zinnen. Meestal meer krenten dan pap. Door dat de lezer de tekst niet goed begrijpt, wordt ‘alles’ belangrijk gevonden en schiet je er eigenlijk niets op.

Aantekeningen maken: Deze strategie lijkt veel op de vorige twee strategieën tezamen behalve dat deze iets actiever is, meer werk kost. Het probleem met deze strategie is dat de leerling vaak letterlijk opschrijft wat al in de tekst staat. De leerling herhaalt dus en verwerkt de tekst niet. Doordat hij de tekst niet echt begrijpt, is de kans groot dat hij te veel of het verkeerde opschrijft!

De tekst samenvatten: Een samenvatting schrijven kan een positief effect hebben, maar helaas is dit vaak niet het geval. Er zijn twee problemen hier. Het eerste is dat de samenvatting meestal gemaakt wordt terwijl de tekst voorhanden is. Hierdoor lijkt het veel op aantekeningen maken. Het tweede probleem is dat de kwaliteit van de samenvatting vaak onder de maat is. M.a.w. de samenvatting is geen goede weergave van wat er in de te lezen tekst staat. En dat is – zoals Pauline Reijnders van de OU in haar onderzoek vond – vaak het geval.

Je zelf toetsen: Dit werkt wonderwel goed, en vooral op de lange termijn. Door een vraag aan je zelf te stellen over wat je gelezen hebt, wordt je gedwongen om wat je gelezen hebt weer uit je geheugen op te halen waardoor je de nieuwe informatie koppelt aan allerlei andere informatie uit je geheugen. Dit zelfde effect bereik je door een samenvatting te maken zonder het boek erbij te hebben. Ook dan moet je in je geheugen zoeken naar de goede informatie. Beiden vormen van toetsen helpen om de tekst beter te begrijpen en te leren.

Zelf verklaren of het aan een andere vertellen: Het effect hiervan is ongeveer hetzelfde als dat van jezelf toetsen. Deze activiteit dwingt je om de kennis op te halen uit je geheugen, deze bestaande kennis te koppelen aan de nieuwe kennis en deze ook te verwerken op een manier dat een ander het kan begrijpen; ongeveer een driedubbele verwerking. Men noemt dit – als je het daadwerkelijk aan een andere vertelt – ‘peer teaching’ en hierdoor profiteren zowel verteller als luisteraar!

Maar denk eraan, een strategie is alleen effectief als die eerst verworven wordt en daarna gebruikt wordt. Het kunnen toepassen van een strategie komt niet vanzelf. Een strategie is een vaardigheid die moet je verwerven. Je moet dus leerlingen helpen om deze strategieën aan te leren en hen in de gelegenheid stellen om er flink mee te oefenen. Pas dan hebben leerlingen baat bij de strategie en ervaren ze succes bij het gebruik ervan. Helaas hebben de meeste leerlingen eigenlijk nooit geleerd een tekst goed samen te vatten en weten niet welke vragen zij aan zichzelf moeten stellen. En als je dat niet aan leerlingen leert, maar alleen maar toetst of ze de feitjes in de tekst kunnen reproduceren, dan help je een effectieve en efficiënte leesstrategie, zeer effectief en efficiënt om zeep. Waarom zouden leerlingen de moeite besteden aan een strategie als zij voor de inzet niet wordt beloond? Ik noem dat, in tegenstelling tot constructive alignment van Biggs, destructive alignment!

Heb je een vraag voor mij? Stel die op http://www.van12tot18.nl/archief/verschenen-nummers/2-ongecategoriseerd/279-vragen-aan-paul

Wil ge mij volgen op Twitter? @P_A_Kirschner

0 0 votes
Article Rating
Abonneren
Abonneren op
guest

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

16 Reacties
nieuwste
oudste meest gestemd
Inline Feedbacks
View all comments

About Paul Kirschner

Nederlands: Prof. dr. Paul A. Kirschner, dr.h.c. is Universiteishoogleraar en hoogleraar Onderwijspsychologie aan de Open Universiteit. Hij is ook Visiting Professor Onderwijs met een leerstoel in Leren en Interactie in de Lerarenopleiding aan Oulu University (Finland) waar hij ook een Eredoctoraat heeft (doctor honoris causa). Hij is een internationaal erkende expert op zijn gebied en heeft zitting gehad in de Onderwijsraad in de periode 2000-2004 en is lid van de Wetenschappelijk Technische Raad van SURF. Hij is Fellow of the American Educational Research Association (AERA; NB de eerste Europeaan aan wie deze eer werd toegekend), de International Society of the Learning Sciences (ISLS) en van de Netherlands Institute for Advanced Study in the Humanities and Social Science of the Royal Dutch Academy of Sciences (NIAS-KNAW). Hij was President van de International Society for the Learning Sciences (ISLS) in de periode 2010-2011. Hij is Hoofdredacteur van de Journal of Computer Assisted Learning en Commissioning Editor van Computers in Human Behavior, en hij is auteur van Ten steps to complex learning (Routledge/Erlbaum). Hij schrift ook regelmatig voor Didactief (de kolom KirschnerKiest over wat docenten kunnen met wetenschappelijke resultaten). Hij is ook medeauteur van het boek Jongens zijn slimmer dan meisjes XL (EN: Urban Myths about Learning and Education). Hij wordt gezien als expert op veel gebieden en vooral computerondersteund samenwerkend leren (CSCL), het ontwerpen van innovatieve, elektronische leeromgevingen, mediagebruik in het onderwijs en het verwerven van complex cognitieve vaardigheden. English: Paul A. Kirschner (1951) is Distinguished University Professor and professor of Educational Psychology at the Open University of the Netherlands as well as Visiting Professor of Education with a special emphasis on Learning and Interaction in Teacher Education at the University of Oulu, Finland where he was also honoured with an Honorary Doctorate (doctor honoris causa). He was previously professor of Educational Psychology and Programme Director of the Fostering Effective, Efficient and Enjoyable Learning environments (FEEEL) programme at the Welten Institute, Research Centre for Learning, Teaching and Technology at the Open University of the Netherlands. He is an internationally recognised expert in the fields of educational psychology and instructional design. He is Research Fellow of the American Educational Research Association and the Netherlands Institute for Advanced Study in the Humanities and Social Science. He was President of the International Society for the Learning Sciences (ISLS) in 2010-2011, member of both the ISLS CSCL Board and the Executive Committee of the Society and he is an AERA Research Fellow (the first European to receive this honour). He is currently a member of the Scientific Technical Council of the Foundation for University Computing Facilities (SURF WTR) in the Netherlands and was a member of the Dutch Educational Council and, as such, was advisor to the Minister of Education (2000-2004). He is chief editor of the Journal of Computer Assisted Learning, commissioning editor of Computers in Human Behavior, and has published two very successful books: Ten Steps to Complex Learning (now in its third revised edition and translated/published in Korea and China) and Urban Legends about Learning and Education (also in Dutch, Swedish, and Chinese). He also co-edited two other books (Visualizing Argumentation and What we know about CSCL). His areas of expertise include interaction in learning, collaboration for learning (computer supported collaborative learning), and regulation of learning.

Category

onderwijs, onderzoek

Tags

, , , ,