Ik lees de Volkskrant op mijn iPad op een camping in Toscane en kom een artikel tegen waarin de kop aangeeft dat de scholen niet klaar zijn voor de rekentoets. Dit klopt, en een deel klopt helemaal, maar het gaat veel verder en er ook andere reden zijn dan in het artikel.
Wij zitten al tijden te tobben over het rekenonderwijs. Wij stellen eisen aan PABO-studenten (maar niet aan pas afgestudeerde leerkrachten!), voeren rekentoetsen in, bestraffen leerlingen en studenten, en ga zo maar door. Maar wat is eigenlijk het probleem?
Het antwoord is een beetje een kip-ei-probleem. Docenten in het basisonderwijs hebben zelf slecht rekenonderwijs gehad en (dus) kunnen niet goed rekenen. Deze slechte rekenaars moeten het rekenen aan nieuwe generatie leerlingen leren. Deze leerlingen komen op het middelbaar onderwijs en kunnen op hun beurt niet goed rekenen. En zo gaat het cyclus alsmaar door, en voor ons onderwijs, economie en maatschappij gaat het neerwaartse spiraal steeds verder neer.
Wat is de oplossing? Deze vraag is moeilijk te beantwoorden maar hier een paar suggesties over hoe te beginnen:
- Schaf het realistisch reken (RR) af c.q. ophouden met het Freudenthal Instituut staatspedagogie in het basisonderwijs. Wij weten sinds A.D. de Groot in 1946 dat de expertise van de meester niet ligt in het dieper denken (meer schaakzetten, verder in het spel denken) maar aan de hoeveelheid snel oproepbare zetten. Instrumentele kennis en vaardigheden die eerst opgedaan moeten worden voor dat je verder kan gaan met toepassen daarvan in (nieuwe) contexten. Je leert geen problemen oplossen door ze op te lossen; je leert ze oplossen door gebruik te maken van jouw basiskennis in een situatie! Dit weten wij al lang.
- Zorg (eis niet!) dat, als het basisonderwijs RR ‘leerboeken’ en ‘-methodes’ afschaft, het voortgezet onderwijs stevig het achterstand / de lacunes op het gebied van rekenen probeert op kan heffen. Dit beteken remedial rekenlessen voor alle aankomende middelbare scholieren, behalve als zij kunnen bewijzen over de basiskennis en -vaardigheden te beschikken. Pas daarna kunnen / mogen deze kinderen overgaan naar wiskunde. Pas daarna kunnen / mogen wij verwachten dat zij wiskunde leren. Het is toch absurd dat deze kinderen niet kunnen rekenen maar dat wij verwacht dat zij wiskunde kunnen leren. Misschien zou dit ook opleveren dat meer kinderen het idee krijgen dat zij de wiskunde aan kunnen en als gevolg dat meer kinderen exact kiezen? Wie weet? In ieder geval nus is het een absurde situatie.
- Als de eerste twee stappen zijn uitgevoerd mogen wij op een fatsoenlijke wjze eisen dat men op een echte rekentoets (en niet deze veredelde / povere intelligentie- c.q. begrijpendleestoets).
- Verander c.q. schaf sowieso de huidige rekentoets af en vervang die door een echte rekentoets; d.w.z. een toets die nagaat of iemand kan rekenen!
- Doe hetzelfde als in punt 2 voor alle studenten die aan een lerarenopleiding beginnen: PABO, tweedegraads, en eerstegraads. Zorg dat de docenten die BO, (V)MBO en VO – ongeacht het domein waarin zij lesgeven – over de nodige rekenkennis en ‑vaardigheden beschikken om wiskunde, economie, koken, bouwkunde, of welke vak dan ook goed te kunnen geven. Overal is goed kunnen rekenen nodig, van het omgaan met economische werkelijkheden tot het uitbreiden van een recept die bedoeld is voor 8 mensen naar een recept voor 20.
Ik pretendeer niet dat deze 5 stappen alle problemen zullen oplossen. Ik pretendeer ook niet dat alles wat hierboven staat alles is dat moet gebeuren. Denk aan zaken als te eisen dat alle docenten in het VO een master hebben of dat alle docenten in het BO minstens een bachelor hebben – eisen die net eens in de buurt komen van de eisen die in Finland worden gesteld (waar werknemers in crèches minstens een bachelordiploma moeten hebben!). Wat ik wel pretendeer is dat dit een begin zal maken in het oplossen van het grote probleem. Als wij het roer niet snel omgooien, lopen wij het risico dat de wal het schip zal keren en dat wij als Nederland schipbreuk lijden!
Zoals k zei, deze blog is geschreven in een opwelling / berisping op de camping en mijn echtgenote wordt langzamerhand ongeduldig; dus vergeef mij a.u.b. gemaakte taalfouten!