Conferenties zijn gezellig, maar wat je opsteekt is vaak minimaal. Maar bij de laatste EARLI-conferentie (European Association for Research on Learning and Instruction) in München kwam ik op een uitstekend symposium over schrijfonderwijs terecht. Goed schrijven is een zeer belangrijke, maar ook zeer complexe vaardigheid. Veel leerlingen kunnen moeilijk een samenhangende tekst schrijven waarin zij hun gedachten als een mooi geheel structureren en presenteren.

Tijdens het symposium werden twee onderzoeken gepresenteerd over dit onderwerp.

Teresa Limpo (Universiteit Porto, Portugal) presenteerde haar onderzoek naar de effectiviteit van twee aanpakken voor basisschoolleerlingen (groepen 7 en 8) voor het leren schrijven van een opiniestuk. De eerste was een strategie voor schrijfplanning en zinsconstructie en is gericht op: Wat wil je zeggen? Wat is het idee dat je over wilt brengen (uitbreiding, contrast, oorzaak)? Wat is het beste verbindingswoord? Hoe kan je de tekst verrijken met bijwoorden en bijvoeglijke naamwoorden? En de instructie maakte gebruik van het Zelfgereguleerde Strategieontwikkelingsmodel (Self-Regulated Strategy Development (SRSD)). Vergeleken met een standaard schrijfinstructie leidde instructie in planning en zinsconstructie tot betere schrijfplannen en betere zinnen in de betogen. Planninginstructie bevorderde niet alleen het betoog, maar zelfs het zins- en woordniveau en omgekeerd leidde instructie over zinsconstructie ook tot een beter betoog.

Milou De Smet die 31januari 2014 promoveert aan de Open Universiteit, toonde het effect van een elektronische outlinetool op het schrijven van een betoog door VO-leerlingen. Deze outlinetool, te vinden in ieder tekstverwerkingsprogramma, blijkt bij te dragen aan de tekstkwaliteit in gevallen waarin leerlingen over een nieuw onderwerp, waarover ze vooraf niks wisten, een betoog moesten schrijven. Maar wanneer zij een tekst moesten schrijven over een onderwerp waarover zij het uitgebreid in de klas hadden gehad, maakte het geen verschil of zij wel of niet eerst een plan maakten met de outlinetool. Met andere woorden, als je al weet wat je gaat schrijven of al veel weet van het onderwerp, dan maakt een tekstplan vooraf geen verschil.

Daarnaast zijn de effecten vooral zichtbaar voor leerlingen die voor de tweede keer met de outlinetool schrijven. Ofwel: oefening baart kunst. Voorafgaand aan het schrijven een tekstplan maken met een elektronische outlinetool helpt leerlingen met het organiseren en uitwerken van hun teksten. Ze moeten daarin wel expliciet instructie krijgen, weten wanneer deze strategie helpt en oefenen met het toepassen van deze strategie.

Zelf heb ik net samen met Theresa Guasch, Anna Esposa en Ibis Alvarez (Open Universiteit van Catalonië) een artikel gepubliceerd over terugkoppeling bij gezamenlijk schrijven. Dit betreft het gezamenlijk schrijven van een betoog op universitair niveau, maar is toepasbaar op andere niveaus. In het voortgezet onderwijs moeten leerlingen bijvoorbeeld steeds vaker in teams aan schrijfopdrachten werken. Deze opdrachten variëren van klassiek schrijven in een groep tot het gebruik van wiki’s voor het gezamenlijk schrijven. Uit ons onderzoek bleek welke feedback het schrijven verbetert. Epistemische terugkoppeling: terugkoppeling waarbij de schrijver kritisch verzocht wordt uitleg dan wel verheldering te geven al dan niet gecombineerd met suggesties voor hoe de schrijver verder kan gaan en uitnodigingen om ideeën te onderzoeken, verbreden of verbeteren, is effectiever dan correctieve terugkoppeling (alleen verbeteren van fouten). Zowel de kwaliteit van de producten (de tekst) als het proces (samen schrijven) wordt hierdoor beter.

Schrijven, zo weet ik uit eigen ervaring, is moeilijk. Maar de wetenschap is bezig grote stappen te zetten om leerkrachten uit te rusten met de benodigde gereedschappen om het aan hun leerlingen te leren.

Volg mij ook op Twitter: p_a_kirschner

Deze bijdrage is reeds online en gedrukt in het decembernummer van Didactief  (http://www.didactiefonline.nl/component/content/article/11895-om-over-naar-huis-te-schrijven.html)

Wilt u meer zien van Didactief, ga dan naar http://www.didactiefonline.nl/

0 0 votes
Article Rating
Abonneren
Abonneren op
guest

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

1 Reactie
nieuwste
oudste meest gestemd
Inline Feedbacks
View all comments

About Paul Kirschner

Nederlands: Prof. dr. Paul A. Kirschner, dr.h.c. is Universiteishoogleraar en hoogleraar Onderwijspsychologie aan de Open Universiteit. Hij is ook Visiting Professor Onderwijs met een leerstoel in Leren en Interactie in de Lerarenopleiding aan Oulu University (Finland) waar hij ook een Eredoctoraat heeft (doctor honoris causa). Hij is een internationaal erkende expert op zijn gebied en heeft zitting gehad in de Onderwijsraad in de periode 2000-2004 en is lid van de Wetenschappelijk Technische Raad van SURF. Hij is Fellow of the American Educational Research Association (AERA; NB de eerste Europeaan aan wie deze eer werd toegekend), de International Society of the Learning Sciences (ISLS) en van de Netherlands Institute for Advanced Study in the Humanities and Social Science of the Royal Dutch Academy of Sciences (NIAS-KNAW). Hij was President van de International Society for the Learning Sciences (ISLS) in de periode 2010-2011. Hij is Hoofdredacteur van de Journal of Computer Assisted Learning en Commissioning Editor van Computers in Human Behavior, en hij is auteur van Ten steps to complex learning (Routledge/Erlbaum). Hij schrift ook regelmatig voor Didactief (de kolom KirschnerKiest over wat docenten kunnen met wetenschappelijke resultaten). Hij is ook medeauteur van het boek Jongens zijn slimmer dan meisjes XL (EN: Urban Myths about Learning and Education). Hij wordt gezien als expert op veel gebieden en vooral computerondersteund samenwerkend leren (CSCL), het ontwerpen van innovatieve, elektronische leeromgevingen, mediagebruik in het onderwijs en het verwerven van complex cognitieve vaardigheden. English: Paul A. Kirschner (1951) is Distinguished University Professor and professor of Educational Psychology at the Open University of the Netherlands as well as Visiting Professor of Education with a special emphasis on Learning and Interaction in Teacher Education at the University of Oulu, Finland where he was also honoured with an Honorary Doctorate (doctor honoris causa). He was previously professor of Educational Psychology and Programme Director of the Fostering Effective, Efficient and Enjoyable Learning environments (FEEEL) programme at the Welten Institute, Research Centre for Learning, Teaching and Technology at the Open University of the Netherlands. He is an internationally recognised expert in the fields of educational psychology and instructional design. He is Research Fellow of the American Educational Research Association and the Netherlands Institute for Advanced Study in the Humanities and Social Science. He was President of the International Society for the Learning Sciences (ISLS) in 2010-2011, member of both the ISLS CSCL Board and the Executive Committee of the Society and he is an AERA Research Fellow (the first European to receive this honour). He is currently a member of the Scientific Technical Council of the Foundation for University Computing Facilities (SURF WTR) in the Netherlands and was a member of the Dutch Educational Council and, as such, was advisor to the Minister of Education (2000-2004). He is chief editor of the Journal of Computer Assisted Learning, commissioning editor of Computers in Human Behavior, and has published two very successful books: Ten Steps to Complex Learning (now in its third revised edition and translated/published in Korea and China) and Urban Legends about Learning and Education (also in Dutch, Swedish, and Chinese). He also co-edited two other books (Visualizing Argumentation and What we know about CSCL). His areas of expertise include interaction in learning, collaboration for learning (computer supported collaborative learning), and regulation of learning.

Category

onderzoek

Tags

, , ,