Deze post verscheen eerder op mijn blog dickvanderwateren.nl, waar ook veel acties te lezen zijn.

Dick van der Wateren

Prima ideeën van onze onderwijsminister, vanmorgen in De Volkskrant. Geen kwaad woord daarover. Intakegesprekken en kwaliteitsverhoging bij lerarenopleidingen. Alleen de besten mogen voor de klas. Ruimte voor professionalisering, levenlang leren, ruimte voor groei. Het klinkt als een advertentie voor een topbaan. Laten we daar niet cynisch over doen, maar kijken hoe we deze doelen ook nu met beperkte middelen kunnen realiseren.

Toch een paar vraagtekens.

Jet en Sander hebben het beste voor met het onderwijs, maar is dat haalbaar in een tijd waarin de politiek overal mogelijkheden voor bezuiniging zoekt in plaats van investeert in vernieuwing? Ik wil het eens niet over de lerarensalarissen hebben. Die zijn inderdaad niet riant, maar voor de meesten van ons weegt het plezier van werken met jonge mensen ruimschoots op tegen de matige financiële beloning. Veel van de ideeën van de minister hoeven niet veel te kosten. Intakegesprekken voor toekomstige studenten aan de lerarenopleidingen, om hun geschiktheid en motivatie vast te stellen, kosten niets en leveren veel op. Voor haar andere plannen is dat maar de vraag.

Als je onder professionalisering verstaat regelmatig bijscholen, vakliteratuur lezen, lesmateriaal en leerlijnen ontwikkelen, intervisie en coachen van nieuwe docenten, kom je niet om de vraag heen: wie gaat dat allemaal betalen? Bij mij op school hebben we een groeiende groep hoogopgeleide en bevlogen docenten – waaronder een met een Harvardopleiding, gepromoveerden en native speakers engels en duits – die niets liever zouden willen dan zich verder professionaliseren. Alleen, waar halen ze met een voltijdsbaan de uren vandaan om naast lesvoorbereiding, toetsen nakijken en tijdrovende gesprekken met mentorleerlingen en ouders zich in hun vak en pedagogisch en didactisch verder te bekwamen? Zelfs jonge docenten, vaak ook nog met kleine kinderen, zijn na zes of zeven lesuren in bomvolle klassen ’s avonds uitgeteld. Na het eten, als de kinderen naar bed zijn, moeten ze nog tot 11 of 12 uur toetsen nakijken en hun lessen voorbereiden. Dan blijft er maar weinig ruimte en energie over voor de broodnodige professionele ontwikkeling.

Daarnaast is het niet uitzonderlijk als je in een mentorklas 10 of meer leerlingen hebt, die extra begeleiding nodig hebben. Gescheiden ouders, ziekte, familieconflicten, leer- en gedragsproblemen, pestgedrag. Als je als mentor je werk goed wilt doen, ben je per week al gauw een uur of vier, vijf kwijt aan intensieve begeleiding, waar je niet voor wordt betaald.

Goedkope alternatieven

Als er geen geld is om leraren voor hun professionele ontwikkeling te betalen, is de oplossing eenvoudig: minder contacturen en de urennorm omlaag brengen van 1040 naar 800 uur per jaar. Nederlandse scholieren brengen meer uren in klaslokalen door dan in veel andere landen, terwijl de onderwijsresultaten niet beter zijn. Met minder, maar effectievere lessen verwacht ik dat de resultaten minstens even goed, maar waarschijnlijk beter zullen zijn dan nu. Immers, de vrijkomende uren kunnen we besteden aan onze professionalisering en de begeleiding van leerlingen die extra zorg nodig hebben.

Hoewel de geluiden uit Den Haag goed klinken, ben ik nog niet onverdeeld optimistisch over de uitwerking in de praktijk. Voorlopig waait er nog een schrale wind van meer testen, afrekenen op resultaten en de teugels strakker aanhalen. Bepaald geen klimaat waarin creativiteit en vernieuwing kunnen bloeien. Tijd voor alternatieven, die als voordeel hebben dat ze weinig kosten.

Behalve de urennorm verlagen heb ik nog een paar goedkope adviezen aan de minister. Laat de onderwijsvernieuwing voor de verandering eens over aan de experts. Wij dus, die dagelijks voor de klas staan en weten wat er moet verbeteren en hoe je dat moet uitvoeren. Bespaar ons alsjeblieft de adviezen van deskundigen die in hun leven nog geen dag voor een klas met kinderen hebben gestaan, adviezen waarvan iedere leraar kan zien dat ze in de praktijk niet gaan werken. Adviezen die bovendien vaak heel veel geld gekost hebben. Zet peperdure managementadviesbureaus aan de kant. Bouw geldverslindende organisaties af, die het onderwijs nauwelijks vooruit helpen. En als we dan toch bezig zijn, geef de echte deskundigen, ons dus, een plek in adviesorganen, zoals de Onderwijsraad, zodat we niet meer worden opgescheept met onuitvoerbare of zelfs schadelijke plannen.

Een leraar is een professional die een vak beheerst dat je pas na jaren goed in de vingers krijgt, zoals een ingenieur, een wetenschapper, een hersenchirurg – of zelfs een kunst, zoals een musicus, een beeldhouwer of een danser. Wij leraren mogen best wat trotser zijn op ons vak. Het lijkt zo eenvoudig, maar er zijn maar weinig mensen die het kunnen.

0 0 votes
Article Rating
Abonneren
Abonneren op
guest

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

8 Reacties
nieuwste
oudste meest gestemd
Inline Feedbacks
View all comments

About Dick van der Wateren

Als blogger en onderwijsauteur denk ik na over onderwijs en pedagogiek. In 2016 verscheen bij Uitgeverij Ten Brink mijn boek 'Verwondering' waarin ik een lans breek voor onderwijs op basis van vragen die leerlingen zelf bedenken. In 2020 verscheen mijn boek De Denkende Klas bij LannooCampus met praktische aanwijzingen om met leerlingen dieper te denken. Als vo-docent heb ik talentvolle en begaafde leerlingen begeleid die meer uitdaging nodig hebben, en leerlingen gecoacht met diverse problemen - onderpresteren, perfectionisme, levensvragen. Na een lang leven in het onderwijs en de wetenschap ben ik in 2017 een filosofische praktijk begonnen, De Verwondering, in Amsterdam. Daar heb ik gesprekken met volwassenen zowel als jongeren over levensvragen, zingeving, werk, studie, relaties.

Category

onderwijs

Tags

, , , , , ,