Er bestaat nog steeds een kloof tussen de dagelijkse praktijk van het onderwijs en het wetenschappelijk onderwijsonderzoek. De mannen en vrouwen voor de klas vragen zich af wat ze aan al dat onderzoek hebben en onderzoekers vragen zich af waarom leraren nog zo vaak onderwijsmethoden gebruiken die niet (optimaal) werken. In de hectiek van het schoolleven komen de meeste leraren er niet toe de wetenschappelijke literatuur bij te houden, hoe nuttig dat ook zou zijn. Het in december 2012 opgerichte Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO) is een belangrijk initiatief om die kloof te dichten. In december spraken we al met Jelle Kaldewaij, directeur van het NRO.

Hierbij een kort verslag van onze tweede bijeenkomst met het NRO, op 22 januari, waaraan een twaalftal organisaties en een vertegenwoordiger van OCW deelnamen.

Jelle Kaldewaij legt uit dat kennisdisseminatie hoge prioriteit heeft. Het gaat daarbij niet alleen om kennis die onder de vlag van het NRO zelf ontwikkeld zal worden, maar ook om bestaande kennis over het onderwijs die zijn weg moet (blijven) vinden naar de onderwijspraktijk, het onderwijsbeleid en andere professionals die zich bezighouden met de verbetering en de innovatie van het onderwijs in Nederland. Kortom, de achterliggende vraag voor deze bijeenkomst is:

Hoe kunnen we verder werken aan het toegankelijker maken van onderwijsonderzoek, onder andere via de databases die er zijn (en dat zijn er veel!).
En wat zou het NRO hierin kunnen betekenen?

Het is van groot belang dat onderzoeksresultaten landen in de praktijk van het onderwijs. 2013 is voor het NRO een aanloopjaar. In 2014 wil Kaldewaij echt van start gaan.

Databanken

Alle op deze bijeenkomst vertegenwoordigde organisaties hebben een of andere vorm van databank waarin voor het onderwijs relevante publikaties zijn opgeslagen. Zie deze prezi met een overzicht van alle databanken. De omvang van die databanken en de mate waarin ze ontsloten zijn verschilt aanzienlijk van organisatie tot organisatie. EDventure, de landelijke vereniging van onderwijsadviesbureaus, heeft vermoedelijk de meest uitgebreide en complete databank voor het primair onderwijs, de Onderwijsdatabank. Die heeft een goed zoeksysteem waarin op trefwoorden, onderwerpen, auteurs, schooltype enz. kan worden gezocht. Van alle bestanden kan op zijn minst een samenvatting gelezen worden, vaak ook het artikel – wanneer dat niet achter een paywall zit. Hierna kom ik op het probleem van paywalls nog terug.

Naar mijn mening is het KNOW-initiatief (KennisNetwerk Onderwijs en Wetenschap) het verst gevorderd met het toegankelijk maken van onderwijs- en onderzoeksliteratuur. KNOW is voortgekomen uit het SKOLA-initiatief (2006) van enkele betrokken onderwijsprofessionals. Het kreeg van OCW de opdracht om te experimenteren met het via internet toegankelijk maken van kennis over het onderwijs in thematische dossiers. KNOW heeft daarvoor een aanpak ontwikkeld met vier verschillende niveaus van kennis en inmiddels een aantal dossiers laten maken, die nog niet allemaal op internet staan (zie hiervoor de website www.leraar24.nl en dan onderaan: kennis van KNOW).

Gebleken is dat deze manier van werken veel handwerk vereist, dat overigens wordt uitgevoerd door experts buiten KNOW zelf. Het is helaas niet mogelijk gebleken om dit werk (in hoge mate) te automatiseren, omdat de beschikbare kennis op internet te ongelijksoortig en niet op gestandaardiseerde wijze ontsloten is. De werkwijze tot nu toe ontmoet wel veel enthousiasme; de basis is gelegd, er kan nu verder worden uitgebouwd. Vermoedelijk zal KNOW in de toekomst onderverantwoordelijkheid van het NRO worden voortgezet.

Het lijkt mij interessant als we als Blogcollectief één of meer dossiers kritisch bespreken.

Aanbevelingen

Sterk van de huidige situatie is, dat er veel kennis en informatie via internet te vinden is, al is niet alles even toegankelijk voor sommige groepen gebruikers. Misschien blijft er voor hen altijd een vertaalslag nodig (taak voor ons Blogcollectief!). Ook moet je soms wel erg goed kunnen zoeken.
• Positief is dat onderzoekers steeds meer bereid zijn om actief aan disseminatie te doen.
• Het versterken van de koppeling wetenschap – praktijk staat hoog op de agenda, maar we weten nog niet precies hoe die zou kunnen verbeteren.
• Het is de vraag bij wie precies de taak ligt om ervoor te zorgen dat het onderzoek de praktijk bereikt; in de toekomst in elk geval meer bij het NRO dan voorheen bijvoorbeeld bij de PROO.
• Opvallend is dat wij als kennisdisseminatoren het (moeten) doen met weinig budget en weinig formatie. Bedreigend is daarbij dat de continuïteit van bijvoorbeeld databases onder druk staat, omdat we afhankelijk zijn van tijdelijke (project)financiering. Je zou eigenlijk meer moeten kunnen aansluiten bij netwerken en organisaties die hun bestaansrecht al lange tijd hebben bewezen (zoals bijvoorbeeld vakverenigingen). Misschien zou je de disseminatie dan ook wat meer bottom-up kunnen laten ontstaan. Een andere mogelijkheid is financiering uit de scholingsbudgetten van leraren, bijvoorbeeld in de vorm van een abonnementensysteem.
• Er ligt een kans in het verbinden van verschillende initiatieven op het terrein van kennisdisseminatie; bovendien heeft ontsluiting van kennis als spin-off dat je weet welke witte vlekken er nog zijn (en ook: wat juist niet meer hoeft) en in welke richting er dus wel (of niet) nieuw onderzoek geprogrammeerd moet worden.
• Het zou handig zijn om de diverse datbanken te verbinden door er een ‘schil’ van Google Search overheen te leggen, zodat ze vanuit één plek benaderbaar zijn.
• Een handicap voor disseminatie is dat veel wetenschappelijke publicaties niet gratis zijn; vaak hebben zelfs lerarenopleidingen geen abonnementen daarop. NWO bevordert wel open access-publicaties, en gelukkig zijn de mogelijkheden daarvoor steeds ruimer.
• Zou het mogelijk zijn om abonnementen op wetenschappelijke tijdschriften (en op Didactief) en databases e.d. te betalen uit de professionaliseringspotjes van de leraren zelf?
• Om kennisdisseminatie nog verder te bevorderen, zou het goed zijn om nog meer review-studies te laten verrichten, zodat duidelijk wordt wat de ‘state of the art’-kennis is op een bepaald terrein. De praktijkwereld moet nadrukkelijk bij deze programmering betrokken zijn.
• Disseminatie is maatwerk: de verschillende doelgroepen stellen verschillende eisen aan kennis(overdracht). Tegelijkertijd is het goed om kennisstromen te bundelen in iets dat voor alle partijen vindbaar is. Hierbij is het denkbaar dat de informatie gelaagd wordt gepresenteerd: de “highlights” van onderzoek voor degenen die de resultaten willen weten en de wetenschappelijke artikelen zelf voor degenen die het onderzoek zelf willen raadplegen, bijvoorbeeld. Start in elk geval niets nieuws op, want er is al zoveel!
• Veel leraren leren steeds meer van elkaar. Als één docent actief kennis neemt van onderzoeksresultaten op een bepaald terrein, kan die zorgen voor een verdere verspreiding binnen de school.
• Versterk de rol van lerarenopleiders en nascholers in kennisdisseminatie: zij zijn bij uitstek degenen die de relatie tussen onderzoeksresultaten en onderwijspraktijk moeten leggen bij aankomende en zittende docenten.

N.B. Dit verslag is, met een paar aanvullingen van mij, het verslag dat door NRO is rondgestuurd aan alle deelnemers.

Links

Bvekennis.nl is hét digitale informatiepunt voor snelle en eenvoudige toegang tot kennis over de sector beroepsonderwijs en volwasseneneducatie (bve). Naast onderzoekrapporten vindt u hier onder andere beleids- en visiedocumenten en links naar relevante sites. Thematisch gerangschikt, uitgebreid doorzoekbaar en eenvoudig opvraagbaar.

EDventure is de vereniging van onderwijsadviesbureaus. Zij versterkt de positie van de onderwijsadviesbureaus en ondersteunt hen bij de realisatie van hun doelstelling. Deze doelstelling is integrale onderwijsadvisering en heeft betrekking op onderwijsontwikkeling, schoolontwikkeling, onderwijs aan kinderen met problemen, leermiddelenadvies en advies aan gemeenten en besturen. De website van EDventure bevat een link naar de Onderwijsdatabank.

Databank Effectieve Jeugdinterventies van het NJI. De databank Effectieve Jeugdinterventies bevat 186 programma’s voor hulp bij problemen met opgroeien en opvoeden. Deze interventies zijn door een onafhankelijke erkenningscommissie erkend, en beoordeeld als ’theoretisch goed onderbouwd’, ‘waarschijnlijk effectief’ of ‘bewezen effectief’. De databank helpt professionals in de jeugdsector bij het verbeteren van hun aanbod.

Didactief Online Didactief is een onafhankelijk vakblad voor het onderwijs. 
Het bericht over actuele ontwikkelingen in onderwijs en onderwijsonderzoek. 
Daarnaast wil Didactief het debat over onderwijs stimuleren.

HBO Kennisbank Binnen hogescholen worden veel publicaties zoals artikelen, onderzoeksrapporten en afstudeerwerken geproduceerd door lectoren, docenten en studenten. De HBO Kennisbank maakt dit materiaal van hogescholen zichtbaar en beschikbaar voor uitwisseling en hergebruik. De HBO Kennisbank is hierdoor een belangrijke toegangspoort tot de resultaten van onderzoek van hogescholen.

Leraar24 online platform van, voor en door leraren, bedoeld om u te ondersteunen bij het uitoefenen van uw beroep. Met Leraar24 kunt u zich op elk moment van de dag efficiënt en kosteloos informeren en verder groeien in uw vak. De website van Leraar24 bevat video’s en dossiers voor de onderwijspraktijk, o.a. Ondergebracht in KNOW.

Taalunieversum bevat publicaties die door de Nederlandse Taalunie zijn uitgegeven. De publicaties zijn ingedeeld in zes thema’s, en geordend op publicatiejaar.

0 0 votes
Article Rating
Abonneren
Abonneren op
guest

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

2 Reacties
nieuwste
oudste meest gestemd
Inline Feedbacks
View all comments

About Dick van der Wateren

Als blogger en onderwijsauteur denk ik na over onderwijs en pedagogiek. In 2016 verscheen bij Uitgeverij Ten Brink mijn boek 'Verwondering' waarin ik een lans breek voor onderwijs op basis van vragen die leerlingen zelf bedenken. In 2020 verscheen mijn boek De Denkende Klas bij LannooCampus met praktische aanwijzingen om met leerlingen dieper te denken. Als vo-docent heb ik talentvolle en begaafde leerlingen begeleid die meer uitdaging nodig hebben, en leerlingen gecoacht met diverse problemen - onderpresteren, perfectionisme, levensvragen. Na een lang leven in het onderwijs en de wetenschap ben ik in 2017 een filosofische praktijk begonnen, De Verwondering, in Amsterdam. Daar heb ik gesprekken met volwassenen zowel als jongeren over levensvragen, zingeving, werk, studie, relaties.

Category

onderzoek